Merkeninbreuk, handelsnaaminbreuk en auteursrechtinbreuk na einde samenwerking

14-08-2018 Print this page
IEPT20180813, Rb Den Haag, Online Publisher v Netmedia

Vzgr Rb Den Haag bevoegd: forumkeuze voor Belgische rechtbank uit algemene voorwaarden niet “uitdrukkelijk” aanvaard, zoals vereist door artikel 4.6 BVIE, gestelde merkinbreuk vindt o.m. via internet plaats, welke websites ook in het arrondissement Den Haag raadpleegbaar zijn. Door Netmedia c.s. aangedragen bewijzen m.b.t. het hebben van oudere handelsnaamrechten dan merkinschrijving Online Publisher (OP) onvoldoende om aan te nemen dat merkinschrijving als te kwader trouw in bodemprocedure zal worden vernietigd. Beeldmerk “WEPUBLISH” en teken “WEPUBLISH” stemmen voldoende overeen voor verwarringsgevaar. Betoog Netmedia Europe (NME) dat zij “wepublish” beschrijvend gebruikt faalt door deloyaal gebruik merk: gelet op voorgaande maar beëindigde samenwerking kan bij aanzienlijk deel betrokken publiek indruk ontstaan van (nog steeds) bestaan van commerciële band tussen (diensten van) NME en OP. Netmedia c.s. maakt inbreuk op handelsnaam “wepublish” aangezien OP oudere rechten heeft. Hoewel het Netmedia c.s. na beëindiging samenwerking vrij stond met OP te concurreren, is het in strijd met die afspraak om klanten die aan OP toebehoren via foutmelding op haar server en via e-mail te benaderen door middel van persoonsgegevens die bekend waren vanwege de samenwerking. Gebruik twitteraccount @wepublish na einde samenwerking onrechtmatig. Auteursrechtinbreuk op software niet te beoordelen in kort geding: NME deels auteursrechthebbende, welk deel door OP is ontwikkeld onvoldoende duidelijk. Auteursrechtinbreuk op instructievideo, omslagfoto Twitter-account van OP en “about us” tekst door deze openbaar te maken. Auteursrechtelijke bescherming logo en menustructuur website OP en diverse titels, teksten en overige delen website OP afgewezen: auteursrechtelijke bescherming onvoldoende onderbouwd. Verboden ook jegens (middelijk) bestuurders NME toegewezen: serieuze dreiging van inbreuk. 1019h Rv proceskosten € 25.107,32 gematigd naar € 17.741,25: zaak tussen normaal en complex kort geding te beschouwen, waardoor kosten boven € 20.000 onevenredig zijn, verdeling 80% voor IE (€ 16.000) en 20% voor overige kosten.

 

IPRMERKENRECHTHANDELSNAAMRECHTAUTEURSRECHT

 

Kort geding. NME heeft een e-viewersoftwareplatform ontwikkeld waardoor reclamefolders en .pdf-bestanden kunnen worden gedigitaliseerd. Partijen hebben in het verleden hebben samengewerkt tot april 2018. De samenwerking betrof het product Publ.sh, dat later is hernoemd naar “webublish”. Online Publisher (OP) is houdster van een Beneluxbeeldmerk “WEPUBLISH”. OP stelt onder meer dat sprake is van merkinbreuk, handelsnaaminbreuk en auteursrechtinbreuk.

 

De voorzieningenrechter verklaart zich bevoegd, ondanks de forumkeuze voor de Belgische rechtbank te Hasselt uit de algemene voorwaarden van OP. Deze zijn niet “uitdrukkelijk” aanvaard, zoals vereist door artikel 4.6 BVIE en aangezien de gestelde inbreuk onder meer via het internet plaatsvindt is de Den Haagse voorzieningenrechter bevoegd.

 

De stelling van Netmedia c.s. dat zij oudere handelsnaamrechten heeft dan de merkinschrijving door OP en dat sprake is van kwade trouw wordt verworpen. Aangezien OP oudere handelsnaamrechten heeft is sprake van handelsnaaminbreuk. Het door Netmedia Europe (NME) gebruikte teken “WEPUBLISH” stemt verwarringwekkend overeen met het beeldmerk van OP. De stelling van NME dat zij het merk enkel beschrijvend gebruikt faalt, omdat sprake is van deloyaal gebruik van het merk.

De voorzieningenrechter is voorts van oordeel dat sprake is van ongeoorloofde mededinging door NME. Hoewel het haar vrij stond om te concurreren met OP is het gebruik van een foutmelding op haar server om klanten te werven en het e-mailen van klanten van OP door middel van het persoonsgegevens die zij via de samenwerking heeft verkregen onrechtmatig. Ook het na de samenwerking gebruiken van het Twitter-account @webublish van OP is onrechtmatig.

 

De gestelde inbreuk op software is niet te beoordelen in het kort geding. In ieder geval een deel van de software behoort toe aan NME, terwijl onvoldoende duidelijk is geworden welke onderdelen van de software door OP zijn ontwikkeld, en of NME daaraan mee heeft geholpen in de zin van medeauteurschap. Er is wel sprake van auteursrechtinbreuk op een instructievideo, de omslagfoto van het Twitter-account van OP en de “about us” tekst, aangezien deze door NME zijn geopenbaard. De gestelde inbreuk op het logo, de menustructuur van de website van OP en diverse titels, teksten en overige delen van de website worden echter afgewezen, omdat onvoldoende aannemelijk is dat daar auteursrechtelijke bescherming op rust.

 

De verboden worden ook aan de (middelijke) bestuurders van NME opgelegd, vanwege een serieuze dreiging van inbreuk. De proceskostenveroordeling wordt gematigd van  € 25.107,32 gematigd naar € 17.741,25. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de zaak tussen een complex en een normaal kort geding in zit en past een verdeling van 80% voor de IE-kosten en 20% voor de niet IE-kosten toe.

 

IEPT20180813, Rb Den Haag, Online Publisher v Netmedia

 

ECLI:NL:RBDHA:2018:9747