Facebook handelt onrechtmatig door advertenties voor namaak Hilfiger-producten onvoldoende tegen te gaan

15-01-2019 Print this page
IEPT20181221, Rb Amsterdam, Tommy Hilfiger v Facebook
(Met dank aan Sam van Velze en Christiaan Alberdingk Thijm, bureau Brandeis)

Voorzieningenrechter verklaart zich in afwachting van antwoord op prejudiciële vraag en in lijn met oordeel PG in HR Spin Master/High5 Products (IEPT20181102) inzake Uniemodellen-verordening onbevoegd te oordelen over vorderingen die zijn gebaseerd op de Uniemerken-verordening. Voorzieningenrechter bevoegd ten aanzien van zowel Facebook Nederland als Facebook Ierland: nu Facebook Nederland is gevestigd in Amsterdam is de voorzieningenrechter in beginsel ex artikel 7 lid 1 Rv (samenhang vorderingen) ook ten aanzien van Facebook Ierland bevoegd, in kader van argument Facebook dat het betrekken van Facebook Nederland gekunstelde wijze is om bevoegdheid Nederlandse rechter te construeren wordt overwogen dat bevoegdheid afgezien van artikel 7 lid 1 kan worden aangenomen ex artikel  6 onder e Rv en 7 lid 2 EEX (plaats schadebrengende feit). Facebook Ierland en Facebook Nederland ieder afzonderlijk bevolen om het toestaan van advertenties op Facebook en Instagram voor namaak Hilfiger-producten te staken en gestaakt te houden: voldoende aannemelijk gemaakt dat stelselmatig advertenties verschijnen waarin namaakproducten worden aangeboden en waardoor inbreuk wordt gemaakt op (in elk geval) het Benelux-woordmerk Tommy Hilfiger, nu Facebook geen ‘neutrale’ tussenpersoon/hostingdienst is mag worden vereist dat zij passende maatregelen treft om stelselmatige IE-inbreuken te voorkomen, tot dusver getroffen maatregelen zijn onvoldoende effectief. Facebook dient NAW-gegevens van adverteerders te verstrekken: aannemelijk dat sprake is van onrechtmatig handelen, Tommy Hilfiger heeft belang bij verkrijgen gegevens, voldoende aannemelijk dat geen minder ingrijpende wegen mogelijk openstaan om gegevens inbreukmakers te identificeren, privacybelangen en AVG staan niet aan verstrekken gegevens in de weg.

 

BEVOEGDHEID - IPR - MERKENRECHT - ONRECHTMATIGE DAAD

 

Facebook handelt onrechtmatig door het toestaan van advertenties voor namaak Hilfiger-producten. Dit heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam geoordeeld. Volgens de voorzieningenrechter is  voldoende aannemelijk gemaakt dat op Facebook en Instagram stelselmatig advertenties verschijnen waarin namaakproducten worden aangeboden en waarmee inbreuk wordt gemaakt op (in elk geval) het Benelux-woordmerk Tommy Hilfiger. Facebook kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen beroep doen op de ‘vrijwaringsbepaling’ van artikel 14 lid 1 van de Richtlijn Elektronische Handel (geïmplementeerd in artikel 6:196c BW), die kort gezegd inhoudt dat een ‘neutrale’ tussenpersoon/hostingdienst niet aansprakelijk is voor de op haar platforms opgeslagen informatie. Facebook bepaalt immers door controle op de advertenties, vastgelegd in het hiervoor aangehaalde advertentiebeleid, mede de inhoud daarvan en speelt in zoverre een actieve rol. Van Facebook mag daarom worden geëist dat zij passende maatregelen treft om stelselmatige inbreuken op intellectuele eigendomsrechten van derden.

 

Van dergelijke maatregelen is naar het oordeel van de voorzieningenrechter - nu de gewraakte advertenties telkens weer opduiken - geen sprake. In deze omstandigheden brengen de aan Facebook op grond van de vereiste maatschappelijke zorgvuldigheid te stellen eisen mee dat zij meer doeltreffende en mede op de toekomst gerichte maatregelen treft, zo overweegt de voorzieningenrechter.

 

Facebook dient derhalve het toestaan van advertenties waarin het woord Tommy Hilfiger voorkomt en verder de volgende kenmerken hebben: - lage prijs of grote kortingen; - combinatie van 3 of 4 afbeeldingen; - de website waarnaar de advertentie doorklikt is anders dan de website die in de advertentie wordt genoemd; - de omschrijving is in gebrekkig Engels of irrelevant voor de aangeboden artikelen; - vermelding van gratis bezorging; - adverteerders zijn Facebook ‘community’-pagina’s die kort voor het plaatsen van de advertentie zijn aangemaakt, te staken en gestaakt te houden.

 

IEPT20181221, Rb Amsterdam, Tommy Hilfiger v Facebook

 

ECLI:NL:RBAMS:2018:9362