Klachten tegen afwijzen verklaring voor recht van niet-inbreuk op Europees octrooi voor staalplaat falen

22-07-2019 Print this page
IEPT20190719, HR, Tata Steel v ArcelorMittal

Cassatieberoep verworpen (artikel 81(1) RO)

 

OCTROOIRECHT

 

Octrooizaak over de beschermingsomvang van een octrooi van ArcelorMittal voor een bepaald soort staalplaat met hoge treksterkte. Het octrooi vermeldt in de conclusies als ondergrens voor het element boor in de staalsamenstelling >0,0005 wt%. Tata Steel vordert alvorens de markt te betreden verklaringen voor recht, onder meer inhoudend dat met staalplaten met minder dan 0,00045 wt% boor die verder wel aan de kenmerken van de conclusies van EP 044 beantwoorden, niet onder de beschermingsomvang van EP 044 wordt gekomen.

 

Rechtbank (IEPT20160720) en hof (IEPT20171219) verklaarden zich onbevoegd voor één negatief declaratoir en  wezen de overige vorderingen af. Het hof oordeelde dat ook sprake kan zijn van octrooi-inbreuk in het equivalentiebereik in een bepaald geval met een (iets) lager boorpercentage dan 0,00045 wt%. Kernklachten in cassatie zijn dat daarbij de juiste maatstaf voor de beschermingsomvang is miskend, de uitvindingsgedachte niet als gezichtspunt, maar als uitgangspunt is gehanteerd en sprake is van weginterpreteren van het conclusiekenmerk van de boor-ondergrens. De Hoge Raad oordeelt dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat dit - nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling - gelet op art. 81 lid 1 RO geen nadere motivering behoeft.

 

IEPT20190719, HR, Tata Steel v ArcelorMittal

 

ECLI:NL:PHR:2019:510