Inbreuk op auteursrecht op wandindeling Shoebaloo

02-09-2019 Print this page
IEPT20190807, Rb Den Haag, Shoebaloo v Invert

Vraag of Belgische winkel inbreuk maakt op auteursrecht Nederlandse partij beantwoord naar communautair recht: lex loci protectionis is Belgisch recht, werk- en inbreukbegrip zijn geharmoniseerd. Wandinrichting Shoebaloo auteursrechtelijk beschermd: wandinrichting kan objectief worden geïdentificeerd en afgebakend, voor zover al kan worden gesproken van een bepaalde stijl heeft MVSA hieraan met de combinatie van de specifieke vormgeving van de (i) uit lagen opgebouwde, golvende wandpanelen (ii) in  wandpanelen geïntegreerde golvende displays (iii) in translucent materiaal uitgevoerde displays met geïntegreerde ledverlichting en (iv) ellipsvormige uitsnijding uit de wandpanelen, op voldoende eigen wijze uiting gegeven. Interieur van Invert maakt hierop inbreuk: vertoont onmiskenbaar de meest kenmerkende elementen van het ontwerp van Shoebaloo. Geen sprake van slaafse nabootsing van het interieur: Shoebaloo brengt het product waarvoor zij bescherming beoogt te krijgen niet op de markt.

 

IPR - AUTEURSRECHT - SLAAFSE NABOOTSING 

 

Shoebaloo exploiteert een keten van schoenwinkels met vestigingen in verschillende steden in Nederland. Voor de vestiging in Amsterdam heeft MVSA het linksboven afgebeelde interieur ontworpen. Zie links van deze alinea het interieur van Invert, dat een schoenenwinkel exploiteert in Antwerpen. MVSA stelt dat Invert inbreuk maakt op haar auteursrecht. Shoebaloo stoelt haar vorderingen op slaafse nabootsing.

 

De rechtbank overweegt dat artikel 8 lid 1 Rome II bepaalt dat de niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit een inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht, wordt beheerst door het recht van het land waarvoor de bescherming wordt gevorderd (lex loci protectionis). Aangezien de schoenwinkel van Invert zich in Antwerpen bevindt en MVSA bescherming verlangt tegen de volgens haar door het interieur van die winkel gemaakte inbreuk op haar auteursrecht. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de vorderingen van MVSA beoordeeld moeten worden naar Belgisch recht. Wat betreft de inhoud van het voor deze zaak relevante Belgische recht, stelt de rechtbank voorop dat uit rechtspraak van het Hof van Justitie EU volgt dat het auteursrechtelijke werkbegrip en inbreukbegrip geharmoniseerde begrippen zijn. Ter vaststelling of sprake is van een auteursrechtelijke inbreuk in België zal de rechtbank daarom naar communautair recht beoordelen of (i) het ontwerp van de inrichting van de wanden met displays van het interieur van Shoebaloo een werk is, en (ii) Invert c.s. met de wandinrichting van het interieur van Invert daarop inbreuk maakt.

 

De rechtbank oordeelt dat de door MVSA ontworpen wandinrichting voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt. Nu die inrichting in het interieur van Shoebaloo een op zichzelf staand ontwerp betreft, dat als inkleding op de vloer, tegen de wanden en tot aan het plafond is aangebracht, kan die wandinrichting objectief worden geïdentificeerd - in de zin van Levola/Smilde - en worden afgebakend van (het ontwerp van) de vloer en het plafond.

 

Volgens Invert zou geen sprake zijn van een werk omdat in het vormgevingserfgoed de meeste elementen al voorkomen en MVSA in wezen bescherming tracht te krijgen voor bestaande stijlen en gangbare vormen. De rechtbank overweegt echter dat -  voor zover al kan worden gesproken van een bepaalde stijl - MVSA hieraan met de combinatie van de specifieke vormgeving van de (i) uit lagen opgebouwde, golvende wandpanelen (ii) in wandpanelen geïntegreerde golvende displays (iii) in translucent materiaal uitgevoerde displays met geïntegreerde ledverlichting en (iv) ellipsvormige uitsnijding uit de wandpanelen, op voldoende eigen wijze uiting heeft gegeven.

 

Vervolgens oordeelt de rechtbank dat Invert inbreuk maakt op dit auteursrecht. De wandpanelen van Invert zijn immers op exact dezelfde wijze als het interieur van Shoebaloo opgebouwd en gevormd, met lagen van eenzelfde dikte, eenzelfde groepering en eenzelfde manier van golven, en de displays worden op gelijke wijze gevormd en belicht. Ook in het interieur van Invert is in de etalage van de winkel, zichtbaar vanaf de straat, een (rondvormige) uitsparing aangebracht in de doorlopende wandpanelen, zo oordeelt de rechtbank. Invert moet de auteursrechtinbreuk binnen 3 maanden na betekenis van het vonnis staken. Ook moet zij een schadevergoeding van € 10.000 betalen.

 

Shoebaloo heeft zich voor haar vorderingen uitsluitend beroepen op slaafse nabootsing. Zonder nadere toelichting - die ontbreekt - valt naar het oordeel van de rechtbank echter niet in te zien dat Shoebaloo een beroep op slaafse nabootsing toekomt, al omdat Shoebaloo schoenen op de markt brengt, en niet het product waarvoor zij bescherming beoogt te krijgen, haar interieur.

 

IEPT20190807, Rb Den Haag, Shoebaloo v Invert

 

ECLI:NL:RBDHA:2019:8166