Geen modelrechtinbreuk op - of slaafse nabootsing van - cameralampen Rotolight

19-11-2019 Print this page
IEPT20191115, Rb Den Haag, Rotolight v Vibesta

(Met dank aan Diederik Stols (Boekx), Radboud Ribbert en Jasper van Gameren (Greenberg Traurig))

 

Peragos 304 cameralamp maakt geen inbreuk op modelrecht NEO cameralamp: ‘geïnformeerde gebruiker’ is in hoge mate aandachtig, lampen wekken niet dezelfde algemene indruk. Peragos 304 lamp geen slaafse nabootsing van NEO-2 lamp: lampen wijken voldoende af. Peragos 30C lamp geen slaafse nabootsing van NEO-2 lamp met add-on filter: kleur is functioneel bepaald om lichteffect te creëren, lampen wijken voor het overige voldoende af. Rotolight dient persbericht en brieven aan distributeurs van Vibesta te rectificeren: Rotolight diende overleg en rechterlijke uitspraak af te wachten alvorens met beschuldiging van inbreuk naar buiten te treden, voldoende aannemelijk dat Vibesta hiervan schade ondervindt. Proceskosten ex artikel 1019h begroot op ruim € 10.794 in plaats van gevorderd bedrag van € 72.802: zaak aangemerkt als normaal kort geding waarvoor volgens de Indicatietarieven € 15.000 redelijk is, 70% van de procedure ziet op handhaving IE-rechten.

 

MODELRECHT - SLAAFSE NABOOTSING

 

Kort geding. Rotolight stelt dat Vibesta met het inkopen, verkopen, aanbieden en gebruiken van de Peragos 304 lampen inbreuk maakt op haar NEO-Model, dat de Peragos 304 lampen een slaafse nabootsing zijn van de NEO-2 en dat de Peragos 30C lampen een slaafse nabootsing zijn van de NEO-2 voorzien van een add-on filter.

 

De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af. De geldigheid van het model blijft in het midden, omdat de voorzieningenrechter van oordeel is dat van inbreuk geen sprake is. Hierbij speelt mee dat de ‘geïnformeerde gebruiker’ in hoge mate aandachtig is. Hoewel de lampen beide een cirkelvormige cameralamp betreffen met een ongeveer even grote cirkel in het midden, wekken de lampen gelet op de verschillen een andere algemene indruk, zo oordeelt de voorzieningenrechter.  

 

Ook van slaafse nabootsing is naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake. Het al dan niet bestaan van een eigen gezicht in de markt blijft hier in het midden. Dit omdat de lampen van Vibesta naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende afwijken van de lampen van Rotolight.  

 

In reconventie stelt Vibesta onder meer dat Rotolight onrechtmatig handelt door haar in een persbericht en een brief aan haar distributeurs te beschuldigen van inbreuk en slaafse nabootsing. De voorzieningenrechter oordeelt dat deze uitingen dienen te worden gerectificeerd. Volgens de voorzieningenrechter diende Rotolight het overleg met Vibesta en de rechterlijke uitspraak af te wachten alvorens met deze beschuldiging naar buiten te treden. Voldoende aannemelijk is dat Vibesta hiervan schade ondervindt.

 

Rotolight wordt zowel in conventie als in reconventie als grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. Vibesta heeft deze ex artikel 1019h Rv begroot op € 72.802. De voorzieningenrechter merkt de zaak echter aan als een normaal kort geding, waarvoor overeenkomstig de geldende Indicatietarieven een maximumtarief van € 15.000,- als redelijk en evenredig wordt beschouwd. Daarnaast ging slechts 70% van de procedure over handhaving van IE-rechten.

 

IEPT20191115, Rb Den Haag, Rotolight v Vibesta

 

ECLI:NL:RBDHA:2019:12159