Geen gegronde reden inzake verhandeling van opnieuw geëtiketteerde navulbare flessen indien geen sprake is van verwarringsgevaar

07-11-2022 Print this page
IEPT20221027, HvJEU, SodaStream v MySoda

Uitputting. Geen gegronde reden voor merkhouder om zich tegen verdere verhandeling te verzetten van waren die bestemd zijn om meermaals te worden hergebruikt en nagevuld wanneer navullende wederverkoper  het oorspronkelijke merk heeft vervangen door een andere etikettering, doch daarbij het oorspronkelijke merk op die waren zichtbaar heeft gelaten, mits die nieuwe etikettering bij consumenten niet de onjuiste indruk wekt van het bestaan van een economische band tussen de wederverkoper en de merkhouder. Dit verwarringsgevaar dient globaal te worden beoordeeld, aan de hand van de vermeldingen op de waar en op de nieuwe etikettering ervan, alsmede tegen de achtergrond van de distributiepraktijken in de betrokken sector en de mate waarin de consumenten op de hoogte zijn van deze praktijken.

 

MERKENRECHT

 

In zaak C-197/21, feiten via MinBuZa Deze zaak betreft de vraag of iemand die CO2-cilinders (hierna: CO2-flessen) die door een merkhouder of met zijn toestemming in de handel zijn gebracht navult en verkoopt, het recht heeft om de van het merk van de merkhouder voorziene etiketten van die flessen te verwijderen en te vervangen door eigen etiketten. SodaStream verkoopt bruiswatertoestellen voor dranken van het merk Sodastream. De verkoopverpakking bevat onder meer een navulbare aluminium CO2-fles, met daarop het merk SODASTREAM of SODACLUB gegraveerd. Op de CO2-flessen is ook een etiket met het merk SODASTREAM of SODA-CLUB aangebracht. Sinds juni 2016 worden in Finland gevulde CO2-flessen, die behalve op de eigen bruiswatertoestellen ook op onder meer die van SodaStreampassen, door MySoda Oy verkocht en in de handel gebracht. Bij een deel van deze flessen gaat het om nagevulde CO2-flessen die oorspronkelijk door SodaStream in de handel zijn gebracht. Na ontvangst, via de distributeur, van de door de consument leeg geretourneerde, van SodaStream afkomstige CO2-flessen, heeft MySoda Oy eerst het daarop aanwezige etiket van SodaStream verwijderd. Na de navulling van de flessen heeft zij daarop haar eigen etiket op die manier aangebracht dat de graveringen op de flessen (SODASTREAM of SODA-CLUB) zichtbaar bleven. SodaStream stelt dat MySoda Oy inbreuk maakt op haar merken.


Gestelde vragen (B9 16197): 

1)      Zijn de in de rechtspraak van het Hof betreffende ompakking en heretikettering bij parallelimport ontwikkelde zogenaamde Bristol-Myers Squibb-voorwaarden, en in het bijzonder het noodzakelijkheidsvereiste, ook van toepassing wanneer het gaat om ompakking of heretikettering van door de merkhouder of met zijn toestemming in een lidstaat in de handel gebrachte waren met het oog op wederverkoop in dezelfde lidstaat?

2)      Wanneer de merkhouder de kooldioxide bevattende fles bij het in het handel brengen ervan heeft voorzien van zijn merk, dat zowel op het etiket van de fles is aangebracht als op de flessenhals is gegraveerd, zijn dan bovengenoemde Bristol-Myers Squibb-voorwaarden en in het bijzonder het noodzakelijkheidsvereiste van toepassing wanneer een derde met het oog op wederverkoop de fles navult met kooldioxide en het oorspronkelijke etiket daarvan verwijdert en vervangt door een etiket met zijn eigen logo, terwijl het merk van degene die de fles in de handel heeft gebracht zichtbaar blijft in de gravering op de flessenhals?

3)      Kan in de hierboven beschreven situatie worden geoordeeld dat het verwijderen en vervangen van het van het merk voorziene etiket in beginsel de functie van het merk als aanduiding van de herkomst van de fles ondermijnt, of is het voor de toepasselijkheid van de voorwaarden voor ompakking en heretikettering relevant dat:

–        dient te worden aangenomen dat het relevante publiek het etiket uitsluitend opvat als een verwijzing naar de herkomst van het kooldioxide (en derhalve naar degene die de fles heeft nagevuld), of

–        dient te worden aangenomen dat het relevante publiek van mening is dat het etiket minstens gedeeltelijk ook naar de herkomst van de fles verwijst?

4)      Voor zover het verwijderen en vervangen van het etiket op de kooldioxideflessen wordt beoordeeld aan de hand van het noodzakelijkheidsvereiste, kan dan een incidentele beschadiging of het loskomen van de etiketten die zijn aangebracht op de door de merkhouder in de handel gebrachte flessen, of de verwijdering of vervanging daarvan door een persoon die voordien de fles heeft nagevuld, een element zijn op grond waarvan het regelmatig vervangen van de etiketten door een etiket van degene die navult kan worden beschouwd als noodzakelijk voor het in de handel brengen van de nagevulde flessen?

 

Antwoord HvJ EU:

Artikel 15, lid 2, [MerkenVo en -richtlijn] moeten aldus worden uitgelegd dat: de houder van een merk die in een lidstaat waren op de markt heeft gebracht die van dit merk zijn voorzien en die bestemd zijn om meermaals te worden hergebruikt en te worden nagevuld, zich niet krachtens die bepalingen kan verzetten tegen verdere verhandeling van die waren in die lidstaat door een wederverkoper die de flessen heeft nagevuld en het etiket met het oorspronkelijke merk heeft vervangen door een andere etikettering, doch daarbij het oorspronkelijke merk op die waren zichtbaar heeft gelaten, mits die nieuwe etikettering bij consumenten niet de onjuiste indruk wekt van het bestaan van een economische band tussen de wederverkoper en de merkhouder. Dit verwarringsgevaar dient globaal te worden beoordeeld, aan de hand van de vermeldingen op de waar en op de nieuwe etikettering ervan, alsmede tegen de achtergrond van de distributiepraktijken in de betrokken sector en de mate waarin de consumenten op de hoogte zijn van deze praktijken.

 

IEPT20221027, HvJEU, SodaStream v MySoda

 

Zaak C-197/21

ECLI:EU:C:2022:834