Item over expeditievoertuigen met ongegronde beschuldigingen

04-02-2025 Print this page
IEPT20240730, Rb Amsterdam, Range Leader v Noordkaap

Range Leader vorderen een kort geding wegens onterechte beschuldigingen van oplichting in een tv-uitzending van Stegeman op de Bres van 25 februari 2024, die herhaald zou worden op 6 augustus 2024. De rechter oordeelt dat de beschuldigingen ongegrond zijn en het item onrechtmatig is, omdat het de privacy van de eisers schaadt. De vorderingen om het item niet verder te verspreiden worden toegewezen. Vorderingen voor rectificatie en schadevergoeding worden afgewezen vanwege onvoldoende onderbouwing. Update: Geen dwangsommen verbeurd uitzending Stegeman op de bres over expeditie trucks (IEPT20240918.) 
 

PUBLICATIE- PRIVACY
 

In deze zaak vorderen [eiser 2] en [eiser 4] een kort geding vanwege een uitzending waarin zij werden beschuldigd van oplichting. Dit naar aanleiding van een item dat op 25 februari 2024 werd uitgezonden, en opnieuw herhaald wordt op 6 augustus 2024. Het spoedeisend belang wordt erkend, ondanks de tijd tussen de eerste uitzending en de sommatiebrief van juni 2024. De vorderingen zijn gericht op de bescherming van hun persoonlijke levenssfeer, aangezien het item hen in een negatief daglicht stelt.


De rechter stelt dat de vrijheid van meningsuiting van Noordkaap en Talpa in dit geval mag worden beperkt, als het item onrechtmatig is, wat betekent dat het de rechten van [eiser 2] en [eiser 4] schendt. De belangen van de partijen, zoals de vrijheid van meningsuiting van de media en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de eisers, moeten tegen elkaar worden afgewogen.


De rechter beoordeelt de omstandigheden, waaronder de aard van de beschuldigingen, de ernst van de misstand die het item beoogt te belichten, en de mate van bewijs voor de beschuldigingen. De beschuldigingen van oplichting worden als ongegrond beoordeeld, aangezien het feitenmateriaal voornamelijk gaat over technische gebreken van een truck en niet over oplichting. Er is ook geen patroon van gedupeerden dat de beschuldigingen ondersteunt.


Noordkaap en Talpa krijgen geen gelijk in hun verweer dat de beschuldigingen gerechtvaardigd waren. Het item wekt de suggestie van oplichting zonder voldoende bewijs, wat schadelijke gevolgen heeft voor [eiser 2] en [eiser 4]. De rechter oordeelt dat het item onrechtmatig is en dat de vorderingen van [eiser 2] en [eiser 4] toewijsbaar zijn, waaronder de vordering om het item niet verder te verspreiden.


Daarnaast worden vorderingen tot rectificatie en schadevergoeding afgewezen, omdat ze te algemeen zijn of onvoldoende onderbouwd. Het vonnis biedt voldoende middelen voor de eisers om de onrechtmatigheid van het item kenbaar te maken.


ECLI:NL:RBAMS:2024:4739

update: IEPT20240918  Geen dwangsommen verbeurd