Opvallend dat 'echt' en 'namaak' sjaals nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn

22-08-2024 Print this page
IEPT20240805, Rb Amsterdam, Bylima

Gevorderd wordt gedaagden te verbieden om namaaksjaals aan te bieden. In dit kort geding kan er echter niet vanuit worden gegaan dat gedaagden namaaksjaals aanbieden. Aannemelijk dat er sprake is van auteursrecht- en merkinbreuk op de sjaals van Bylima. Gedaagden hebben verklaard echte sjaals aan te bieden, maar zij bewijzen onvoldoende voor een geslaagd uitputtingsverweer. Vordering tot staking wordt toegewezen.


AUTEURSRECHT - MERKENRECHT - UITPUTTING

 

Sinds 2014 houden Bylima zich bezig met het ontwerpen, doen vervaardigen en verkopen van sjaals, kleding en burkini’s. Deze worden verkocht via de Bijenkorf voor €129,50 per stuk. Zij hebben daartoe een Benelux beeldmerk met woordelement en Uniewoordmerk.

 

Opvallend is dat ‘echt’ en ‘namaak’ nauwelijks van elkaar zijn te onderscheiden. Het verschil tussen de 'echte' en 'namaak' sjaals is nauwelijks zichtbaar. Bylima hebben tijdens de zitting twee verschillen aangewezen: het label op de echte sjaals is 4,5 centimeter lang, terwijl dat op de namaaksjaals 5,5 centimeter is, en het logo op de echte sjaals is in originele vorm, terwijl het op de namaaksjaals in spiegelbeeld is. Deze verschillen zijn echter zo klein dat het onzeker is of er echt onderscheid gemaakt kan worden tussen 'echt' en 'namaak', en het is zelfs mogelijk dat beide soorten sjaals van dezelfde fabrikant afkomstig zijn. Dit kan in dit kort geding niet worden vastgesteld.


Gedaagden beroepen zich op uitputting van de merk- en auteursrechten ex artikel 2.23 lid 3 BVIE en artikel 12b Aw. Het bewijs, dat al de door hen aangeboden sjaals met toestemming van Bylima door eigendomsoverdracht in de EU in het verkeer zijn gebracht, is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij in een eventuele bodemprocedure dit bewijs kunnen leveren.


Gedaagden hebben toegegeven op slechts kleine schaal sjaals te hebben aangeboden. Dat zouden originele sjaals zijn die zij naar eigen zeggen in het verleden had gekregen als dank voor het verrichten van vriendendiensten (schilder- en stucwerk) van eiseres (Bylima) en sjaals die in het bezit waren van familieleden van gedaagden, die de sjaals niet meer wilden dragen omdat ze inmiddels in onmin leven met eiseres (Bylima). Op foto's en filmpje is te zien dat gedaagde met een grote weekendtas met verpakte sjaals met geïnteresseerde kopers bespreekt welke kleuren leverbaar zijn.

 

Het is niet aannemelijk dat gedaagden sjaals als betaling voor werk ontving, noch dat de sjaals afkomstig zijn van familieleden die ze niet meer willen dragen. Ook zijn de overgelegde aankoopbewijzen onvoldoende om de herkomst van de aangeboden sjaals te verklaren, en de lage verkoopprijs roept verdere twijfel op. De rechter oordeelt dat het verweer van uitputting weinig kans van slagen heeft, waardoor aannemelijk is dat er sprake is van auteursrecht- en merkinbreuk. Daarom wordt vordering I toegewezen met een dwangsom.

 

IEPT20240805, Rb Amsterdam, Bylima

 

ECLI:NL:RBAMS:2024:4874


Zie eerder IEPT20191212, IEPT20211102 en IEPT20230223