April 2024

Print this page

IEPT20240424, RvS, OCNL
Advies OCNL omtrent nietigheidsgronden octrooi geen besluit in de zin van artikel 1:3 Awb. De adviezen geen hebben rechtsgevolg, omdat de octrooien waarop de adviezen zien ook na afgifte van het advies van kracht blijven. Dit geldt ook als wordt geadviseerd tot nietigheid van de octrooien, zoals in dit geval is gebeurd. Het feit dat de verzoeker van het advies (RDW) door het uitbrengen van het advies ontvankelijk is in een vordering tot vernietiging van de betreffende octrooien, brengt op zichzelf nog geen verandering in de rechtspositie van eiser mee. De verandering in rechtspositie ontstaat namelijk pas nadat een uitspraak op een ingediende vordering is gedaan. 

 

IEPT20230425, Rb Zeeland-West-Brabant, Cleanprofs v Bak-Kus
Cleanprofs en Bak-Kus zijn concurrende vuil- en afvalcontainerreinigers. Bak-Kus heeft vergelijkende reclame gemaakt door huis-aan-huis verkoop en directe vergelijking van service en prijzen gemaakt. Daarbij zijn onjuiste, misleidende uitingen gebruikt dat Cleanprofs niet in augustus en enkel de binnenkant reinigt. Technische details over sproeikoppen en watergebruik zijn geen redenen zijn voor klanten om over te stappen. Staking en rectificatie bevolen.

 

IEPT20240424, Rb Overijssel, Agrarisch adviesbureau

Voormalig vennoot [partij B] heeft concurrentie- en relatiebeding geschonden: [partij B] heeft VOF-akte geschonden door vóór 1 januari 2023 eigen onderneming ([bedrijf 1]) op te richten, die vergelijkbaar is aan [partij A 1]. [partij B] heeft ter zitting erkend dat hij bewust in strijd heeft gehandeld met relatiebeding. [partij B] maakt met naam [bedrijf 1] inbreuk op handelsnaamrecht [partij A 1]: oude handelsnaam ‘[partij A 1]’ van advieskantoor [partij A 1] is met instemming van alle vennoten ingebracht in en onderdeel geworden van [partij A 1]. Uitzondering van art. 3 lid 3 Hnw van toepassing met betrekking tot gebruik eigen naam [partij B], vennootschap heeft naam uit inbreng van [partij B] verkregen. Wel degelijk sprake van verwarringsgevaar. Tevens inbreuk op merkenrecht (sub b-grond): merk ‘[partij A 1]’ niet te kwader trouw gedeponeerd. Verder geen verweer gevoerd. Verklaring voor recht, verbod tot gebruik naam ‘[partij B]’ en schadevergoeding toegewezen. Reconventionele vordering tot staking gebruik naam [partij B] door [partij A] deels toegewezen: gebod beperkt tot e-mailadres en volledige naam ‘[partij B]’ op website [partij A 1].

 

IEPT20240412, Rb Amsterdam, Architect v Westinvest

Eisers kunnen niet als houders van exploitatie- en persoonlijkheidsrechten worden aangemerkt, vorderingen afgewezen: inmiddels ontbonden rechtspersoon [bedrijf] kan op grond van art. 7 en 8 Aw worden aangemerkt als maker. Niet is gebleken van aktes van overdracht waarin exploitatierechten zijn overgedragen aan eisers. Beroep op persoonlijkheidsrechten heeft verder weinig kans van slagen: eigenaar heeft gerechtvaardigd belang om wijzigingen aan te brengen.

 

IEPT20240411, HvJEU, Citadines v MPLC

Onder een ‘mededeling aan het publiek’ in de zin van art. 3 lid 1 Auteursrechtrichtlijn 2001 valt: de beschikbaarstelling van televisietoestellen in de kamers of de fitnessruimte van een hotel, waarbij een signaal aan deze toestellen wordt doorgegeven via een eigen kabeldistributienetwerk.

 

IEPT20240410, Rb Den Haag, Motor Mania v Asian Gear

AGM maakt inbreuk op Model-04 en op auteursrechten ten aanzien van ontwerp model: AGM-scooters wekken bij de geïnformeerde gebruiker eenzelfde algemene indruk als Model-04. Motor Mania is gerechtigd Model-04 te handhaven: overdracht Model-04 van MM-Exclusief aan [naam 1] heeft niet gedurende faillissement van MM-Exclusief plaatsgevonden en is dus rechtsgeldig. Vorderingen Motor Mania grotendeels toegewezen: Motor Mania heeft voldoende belang bij toewijzing inbreukverbod. Gevorderde opgave en recall eveneens toegewezen. Vordering tot winstafdracht toegewezen voor zover zij betrekking heeft op de door AGM na 2 mei 2023 verhandeling van AGM-scooters genoten winst: vereiste van kwade trouw (art. 3.17 lid 4 BVIE) niet in strijd met art. 13 lid 2 Handhavingsrichtlijn en art. 45 lid 2 TRIPS-overeenkomst. Tot datum arrest Hof Den Haag (2 mei 2023) geen sprake kwade trouw. Na 2 mei 2023 wel sprake van kwade trouw. Tevens vordering tot schadevergoeding toegewezen, verwijzing naar schadestaatprocedure.

 

IEPT20240409, Hof Den Haag Monshoe v Puma
Hof: Gemeenschappelijke karakteristieken uit PUMA familie beeldmerken formstrip zijn afwezig bij het teken Monshoe. Het principaal hoger beroep tegen vonnis rechtbank (IEPT20220302) slaagt gedeeltelijk en het incidenteel hoger beroep faalt. Vordering Monshoe tot vervallenverklaring ook door het Hof afgewezen: Normaal gebruik genoegzaam toegelicht. Vordering Puma tot verbod op grond van merkinbreuk wijst het Hof i.t.t. de rechtbank af; De mate van overeenstemming tussen de beeldmerken en het gebruikte teken is te gering om te kunnen concluderen dat het relevante publiek verband zal leggen, geen verwarringsgevaar; Zelfs niet met de familie van verwante beeldmerken met dezelfde uitwaaierende basisvorm van de formstrip.
 

 

IEPT20240405, HR, Tinnus

Cassatieberoep verworpen (artikel 81(1) RO). Aanspraak op proceskostenvergoeding ex art. 1019h Rv: de zaak moet worden aangemerkt als een normale zaak in de zin van de Indicatietarieven.

 

IEPT20240405, Rb Den Haag, Wijnenwereld.nl v Wijnwereld.online

Geen verwarringsgevaar en geen inbreuk handelsnaamrecht online wijnwinkel Wijnenwereld.nl; In hoge mate beschrijvende handelsnaam met een (zeer) beperkte beschermingsomvang.Niet aannemelijk geworden dat Wijnenwereld.nl (door inburgering) toegenomen onderscheidend vermogen heeft verkregen; Het ‘Predicaat Hofleverancier’ dat de vennootschap in 2023 heeft verkregen, een overzicht van Google Analytics en een screenshot van het dashboard van het mailingprogramma Mailchimp maken het vooralsnog niet duidelijk hoe daaruit de mate van bekendheid van de handelsnaam ‘Wijnenwereld.nl’ bij het publiek kan worden afgeleid. 

 

IEPT20240403, Rb Overijssel, UGO c.s. v Versio, Realtime Register, Twitter NL, TIC, Facebook NL en Meta

Nederlandse rechter onbevoegd wat betreft vorderingen tegen TIC en Meta ex artt. 7 sub 2 en 8 sub 1 Brussel I bis-Vo: [eisers c.s.] heeft haar centrum van belangen niet in Nederland en Versio, Realtime Register, Facebook NL en Twitter NL zijn geen ankergedaagden. Versio alles gedaan wat in haar macht lag en mocht worden verwacht om publicatie te stoppen: na eerste melding direct actie ondernomen en de website in 2022 al offline gehaald. Twitter NL beheert en controleert de Twitter-dienst niet: gemotiveerd verweer dat Twitter NL geen verantwoordelijkheid draagt niet weersproken. Ook Facebook NL beheert, controleert of host geen inhoud beschikbaar op Facebook: niet weersproken dat Facebook NL op geen enkele manier betrokken is bij de gewraakte uitlatingen. 

 

IEPT20240403, Rb Den Haag, High Point v KPN
Beperkte B3-versie wordt alsnog getroffen door nietigheidsbezwaar van toegevoegde materie. De uitspraken die over de B1-versie zijn in kracht van gewijsde. Voor zover de tekst in de B3-versie niet is gewijzigd, en er over een dergelijke niet gewijzigde maatregel/kenmerk al een eindbeslissing is gegeven in 2010, is de rechtbank daaraan gebonden. De centraal beperkte versie wordt getroffen door KPNs toegevoegde materie bezwaar. Het centraal beperkte B3-telecomoctrooi is nietig.