Maart 2022

Print this page

IEPT20220330, Rb Rotterdam, iClean v TSG

Bionic valt te kwalificeren als een door het auteursrecht beschermd werk: voldoende ruimte voor creatieve keuzes. Het werkgeversauteursrecht is rechtsgeldig door de curator aan iClean geleverd: de tekst van de overeenkomst waarmee de curator de activa van de gefailleerde vennootschappen heeft verkocht is voldoende bepaald. Cleanwater maakt inbreuk op Bionic: de detailverschillen binnen beide producten nemen niet weg dat de totaalindrukken sterk overeenstemmen.

 

IEPT20220329, Hof Den Haag, Fengh v Johnson & Johnson

Fengh maakt zich schuldig aan slaafse nabootsing van de Ethicon staplers van Johnson & Johnson voor wondhechting bij chirurgische ingrepen: Ethicon-staplers hadden in februari 2016 een eigen gezicht op de Nederlandse markt. Er bestond voldoende mogelijkheid voor Fengh om voor een andere vormgeving van haar staplers te kiezen. Ook bestaat er gevaar voor indirecte verwarring. Onrechtmatige daad: Fengh heeft in strijd gehandeld met de wet- en regelgeving over medische hulpmiddelen.

 

IEPT20220325, HR, Accord v NPS

Bij het Hof (IEPT20200818) is de vernietiging van het Nederlandse deel van EP 761 voor cinacalcet en het daarop gebaseerde ABC alsnog afgewezen. De klachten over het arrest van het hof kunnen niet leiden tot vernietiging van het arrest. Ex 81 RO behoeft dit geen motivering. Proceskostenovereenkomst begroot op het indicatietarief voor een normale zaak.

 

IEPT20220324, HvJEU, Austro-Mechana v Strato

Reproductie voor privédoeleinden “op welke drager dan ook’ ziet ook op het maken van reservekopieën op een server van een cloudcomputingdienst. Nationaal recht mag bepalen dat de aanbieder van een cloudopslagdienst niet de betalingsplichtige is voor de betaling van de billijke compensatie aan de rechthebbenden voor privé-reservekopieën, waarin nationaal recht moet voorzien.

 

IEPT20220324, Rb Oost-Brabant, Noordkaap

Het uitzenden van de beelden die [gedaagde sub 2 en 3] op 25 oktober 2018 hebben gemaakt tijdens het confronteren van [eiser] en het binnentreden van de woning van [eiser] door politie, is niet onrechtmatig: [eiser] heeft onvoldoende uiteengezet waarom het uitzenden van de beelden in dit geval onrechtmatig zou zijn, eiser is onherkenbaar in beeld gebracht en er wordt door middel van voice-over bij de beelden melding gemaakt dat de politie van mening is dat zij niet naar binnen had mogen treden.

 

IEPT20220322, Rb Den Haag, Novartis v Mylan

Geen onrechtmatig handelen Mylan door na het einde van de marktexclusiviteit voor Gilenya van Novartis, op de markt te komen met fingolimod Mylan tot het moment dat het octrooi van Novartis wordt verleend op basis van aanvraag EP894. Geen terugwerkende kracht aan de aanvrager en toekomstige octrooihouder voorbehouden handelingen. Geen strijd met artikel 33 TRIPS-verdrag. Uit de wetsgeschiedenis van de artikelen 43A en 43B Row kan niet de conclusie worden getrokken dat de wetgever bedoeld heeft het toepassen van het octrooi in de periode tussen de feitelijke beslissing tot verlening door het EOB en de daadwerkelijke publicatie van verlening van een Europees octrooi als een onrechtmatige daad aan te merken. Niet onrechtmatig, wel redelijke vergoeding met terugwerkende kracht.

 

IEPT20220301, Rb Midden-Nederland, Solarstudio

Klokkenluidermail, waarvan aangenomen mag worden dat gedaagde, ex-werknemer, nauw betrokken was bij versturen, is onrechtmatig jegens Solarstudio o.g.v 6:166 BW: gedane uitlatingen vinden geen steun in het beschikbare bewijsmateriaal. Verbod op verdere onrechtmatige uitlatingen toegewezen: gevolgen van de uitlatingen zijn aanzienlijk voor Solarstudio. Vordering rectificatie is toewijsbaar: gedaagde kan zicht niet verschuilen achter de onbekendheid van de geadresseerden van de klokkenluidermail. Gedaagde heeft geen dwangsommen verbeurd in het licht van het vonnis van 15 oktober 2021: handhavingsverbod in dat vonnis ziet niet op communicatie met derden. 

 

IEPT20220323, Rb Den Haag, McCain v Simplot

Oordeel nietigheidsprocedure, dat model geldig is, definitief. Nu is de vraag of Rustic Twist inbreuk maakt op dat model. Geïnformeerde gebruiker houdt het midden tussen een vakkundig persoon op het gebied van aardappelproducten en de gemiddelde consument: de “betrokken sector” ziet in dit geval op de voedselindustrie (en dus niet enkel op frieten / aardappelproducten). Beschermingsomvang model is ruim: ontwerpvrijheid van aardappelproductontwerper is ruim, waarmee beschermingsomvang ook ruim is. Het vormgevingserfgoed geen reden om van een beperkte beschermingsomvang uit te gaan. De rechts- en linksdraaiende Rustic Twist Fries maken inbreuk op geldig Gemeenschapsmodel van Simplot: zowel de rechtsdraaiende als de linksdraaiende Rustic Twist zal bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekken dan het Model. Een niet draaiende Rustic Twist maakt geen inbreuk op het Model: de geïnformeerde gebruiker zal duidelijke verschillen waarnemen tussen het Model en de niet draaiende Rustic Twists. EU-wijd inbreukverbod toegewezen: de buitenlandse McCain-vennootschappen hebben niet betwist in Europa de Inbreukmakende Rustic Twists te verkopen en/of aan te bieden en deze vanuit Nederland te importeren. Gevorderde recall en vernietiging toegewezen: McCain-vennootschappen hebben nog belang bij een vertrouwelijkheidsregime. Rectificatie toegewezen: Simplot heeft belang bij het informeren van de markt in het licht van de reputatieschade die zij heeft geleden door de modelinbreuk en haar mogelijke toekomstige activiteiten op de Europese markt. McCain-vennootschappen dienen schadevergoeding te af te dragen: het verweer van de buitenlandse McCain-vennootschappen dat de modelrechtinbreuk niet aan hen toerekenbaar is houdt geen stand.

 

IEPT20220323, Rb Den Haag, Mexx International v C&S Design
MEXX v G-maxx. Enige mate van visuele en fonetische overeenstemming. Geen verwarringsgevaar aangenomen. Uitgaande van die beperkte overeenstemming tussen de Mexx-merken en de tekens, en wetende dat het aandachtsniveau van het publiek in kwestie relatief hoog zal zijn, omdat het merk bij dameskleding vanaf het middensegment een belangrijk kenmerk is om al dan niet tot aankoop over te gaan, is de conclusie gerechtvaardigd dat geen reëel gevaar bestaat voor verwarring bij de consument in Nederland die die dameskleding koopt. Beoordelingsmoment(en) verwarringsgevaar en bekendheid merk. Het gevaar voor verwarring moet worden beoordeeld naar het moment dat het gebruik van het teken is begonnen. Voor de bekendheid van een merk is (ook) het moment van de beoordeling van de gestelde inbreuk van belang. Een merkhouder kan zich niet (meer) beroepen op de bekendheid van een merk, als dat merk door toedoen of nalaten van de merkhouder zijn bekendheid heeft verloren. MEXX is geen bekend merk (meer), blijkt ook uit marktonderzoek. Mexx International heeft niet aangetoond dat bekendheid zich inmiddels heeft hersteld. Merkinbreuk – sub d. Mexx International heeft niet aangetoond dat ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken uit of afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van de Mexx-merken.

 

IEPT20220322, Hof Amsterdam, Dataprovider v SIDN
Geen vernietiging tijdens kort geding gesloten vaststellingsovereenkomst wegens dwaling Dataprovider. Dataprovider mocht op basis van de daaraan voorafgaand gevoerde correspondentie niet zonder meer rekenen op een duurzame samenwerking (artikel 6:228(1)(a) BW). Voor SIDN was niet kenbaar dat het voor Dataprovider essentieel was dat de samenwerking duurzaam zou zijn (artikel 6:228(1)(b) BW). Opzegging van de 2013 overeenkomst na totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst is een uitsluitend toekomstige omstandigheid (art. 6:228(2) BW).

 

IEPT20220322, Hof Den Haag, HP v SONT

Offline opslag binnen abonnementsdiensten niet aan te merken als privékopieën: Tethered download is geen thuiskopie in de zin van artikel 16c Aw. Geen thuiskopieheffing voor offline streaming copies/tethered downloads: Waar het gaat om offline streaming copies/tethered downloads is het SONT-besluit 2018 dus niet in overeenstemming met 16c Aw.
In het midden kan blijven of ook artikel 5 lid 2 b) Arl aan de hoedanigheid van thuiskopie de eis stelt dat deze niet door een commercieel/bedrijfsmatig handelende opdrachtnemer is vervaardigd: Het staat de lidstaten immers vrij om de beperkingen van artikel 5 leden 2 en 3 Arl slechts gedeeltelijk in te voeren.

 

IEPT20220316, Rb Amsterdam, Roddelpraat

Aflevering roddelpraat, waarin gedaagden na een analyse van een diss track van eiseres concluderen dat eiseres misbruikt is door een bekende Nederlandse rapper moet in het geheel offline gehaald worden: gedaagden maken inbreuk op auteursrechten eiseres door de geheime track openbaar te maken. De uitzending is tevens onrechtmatig jegens eiseres: haar recht op bescherming van het recht op persoonlijke integriteit weegt zwaarder dan persvrijheid van gedaagden, beweringen vinden onvoldoende steun in beschikbare feitenmateriaal. Beroep gedaagden op citaatrecht slaagt niet: geen sprake van eerder rechtmatig openbaar gemaakt werk. Beroep op de actuele reportage-exceptie en de persexceptie faalt: geen sprake van een actuele gebeurtenis, maar van een door gedaagden opgevoerde niet bestaande misstand. De term ' achterlijk wijf' in de omschrijving van de uitzending in de aanloop van dit kort geding, moet verwijderd worden: het recht van eiseres om op te komen tegen de beschuldigingen van misbruik moet worden gerespecteerd, daarbij blijkt het aanspannen van een kort geding helemaal niet “achterlijk” te zijn. Gedaagden moeten rectificatie plaatsen. Dwangsommen van 10.000 iedere dag, met een maximum van 100.000.
 

IEPT20220315, HvJEU, AMF

Informatie over de ophanden zijnde publicatie van een persartikel waarin aandacht wordt besteed aan een marktgerucht over een emittent van financiële instrumenten kan als voorkennis artikel 1, punt 1, van richtlijn 2003/6 (Marktmisbruikrichtlijn) worden aangemerkt, wanneer de informatie concreet is. Bij de beoordeling van het concrete karakter van de informatie, artikel 1, lid 1, van richtlijn 2003/124 (Uitvoeringsrichtlijn marktmisbruik), weegt mee: prijs waartegen de effecten worden verkocht, identiteit van de journalist en de daadwerkelijke invloed van de publicatie op de koers van de effecten. Bij een beoordeling of de publicatie van een markgerucht valt binnen het kader van de persvrijheid, artikel 21 Marktmisbruikverordening, weegt mee of de mededeling ten behoeve van journalistieke doeleinden is gedaan. Begrip ‘journalistieke doeleinden’ ziet ook op de openbaarmaking van informatie die deel uitmaakt van het proces dat tot die publicatie leidt.  De mededeling van voorwetenschap door een journalist is niet wederrechtelijk, wanneer: die mededeling werd gedaan in het kader van de normale uitoefening van het beroep van journalist, de mededeling noodzakelijk is, de mededeling voldoet aan het evenredigheidsbeginsel, de journalist de gedragscodes in acht heeft genomen en de journalist rekening heeft gehouden met de negatieve gevolgen van het openbaar maken van de mededeling van voorkennis.   

 

IEPT20220315, Hof Den Bosch, Milieu Nationale v Cleanmaster Biolux

Geen inbreuk op auteursrecht op etiketten van schoonmaakmiddelen. Geen inbreuk op de niet-onderbouwde auteursrechtclaim op de gebruiksaanwijzingen. Noch sprake van slaafse nabootsing of onrechtmatige daad.

 

IEPT20220310, HvJEU, Maxxus v Globus

Bewijslast voor normaal gebruik in de zin van artikel 19 Merkenrichtlijn 2015 rust op de merkhouder. Bewijslast vormt geen tot de bevoegdheid van de lidstaten behorend procedurevoorschrift. Dezelfde wettelijke bescherming in alle lidstaten is essentieel. Artikel 19 Merkenrichtlijn 2015 verzet tegen een procedureregel van een lidstaat op grond waarvan, in een procedure tot vervallenverklaring wegens niet-gebruik van een merk, de verzoekende partij verplicht is om een marktonderzoek te verrichten naar het eventuele gebruik van dit merk door de houder en om haar vordering met een gesubstantieerd betoog te onderbouwen.

 

IEPT20220310, HvJEU, Maxxus v Globus

Bewijslast voor normaal gebruik behoort niet als procedurevoorschrift tot de lidstaten, maar tot de betreffende merkhouder: In elke lidstaat moet dezelfde wettelijke bescherming worden bereikt. Artikel 19 van richtlijn 2015/2436 verzet zich tegen nationale procedureregel welke marktonderzoek verplicht aan verzoekende partij naar gebruik van het merk. De procedureregel verplicht de verzoekende partij te stellen en te bewijzen, wat verder gaat dan louter de verplichting tot een uiteenzetting voor het verzoekschrift.

 

IEPT20220309, Rb Midden-Nederland, Het Recruitingkantoor v Recruitment Kantoor

Recruitment Kantoor maakt handelsnaaminbreuk op Recruitingkantoor. Verwarringsgevaar te duchten tussen Het Recruitingkantoor en Recruitment Kantoor: sprake van een visuele, auditieve en begripsmatige overeenstemming en aard van ondernemingen is soortgelijk. Vordering tot overdracht domeinnaam ‘Recruitment Kantoor’ afgewezen: er bestaat geen juridische grondslag voor de overdracht van domeinnaam daarbij heeft Recruitingkantoor geen belang bij overdracht aangezien Recruitment Kantoor al gehouden is het gebruik van de domeinnaam te staken en gestaakt te houden.

 

IEPT20220307, BenGH, Lamborghini v Urus

Oppositie Lamborghini terecht afgewezen, bekendheid submerk URUS bestaat enkel bij het doelpubliek: bekendheid met LAMBORGHINI betekent nog niet dat submerken direct bij het algemene publiek bekende merken zijn. Het doelpubliek zal geen verband leggen tussen de merken: het is zeer onwaarschijnlijk dat het doelpubliek van die waren enerzijds en het doelpubliek van de diensten anderzijds met de door de merken aangeduide waren en diensten in dezelfde context zal worden geconfronteerd. Lamborghini heeft onvoldoende onderbouwd waarom er sprake zou zijn van verwatering van het oude merk door het jonge merk: dat zo'n onderbouwing van Lamborghini mocht worden verwacht geldt te meer nu afbreuk niet voor hand ligt vanwege de (grote) verschillen tussen de onderhavige waren en diensten en tussen de doelpublieken.

 

IEPT20220307, BenGH, Drelin v Gilmar

Beroep tegen BBIE-beslissing. Bezwaar van gedaagde tegen ‘aanvullend en syntheseverweerschrift’ faalt, omdat de inhoud van dupliek niet vaststaat en nog aanvullende bewijsmiddelen zijn toegestaan. Zeker zonder wijziging van feiten en rechtsgronden is er geen schending van hoor en wederhoor. Aanvraag ICE WATCH wordt afgewezen vanwege ouder merk ICE. Oppositiebeslissing houdt stand. Het woordelement ICE domineert beide merknamen binnen eenzelfde lettertype en stijl en de betrokken waren stemmen overeen, er is verwarringsgevaar te duchten. 

 

IEPT20220304, Rb Amsterdam, Tesa
Bewijsbeslag gelegd. Inzage hierin wordt geweigerd op grond van artikel 843a Rv, omdat er geen sprake is van ‘bepaalde bescheiden’. De vertrouwelijkheid en artikel 21 Rv is geschonden. De deurwaarder heeft onrechtmatig informatie gedeeld met de opdrachtgever en een niet-opgenomen bewijsstuk heeft de voorzieningenrechter op het verkeerde been gezet. Een redelijk vermoeden dat de beslagene onrechtmatig heeft gehandeld legt onvoldoende gewicht in de schaal. Opheffing wordt toegewezen, maar niet uitvoerbaar bij voorraad, dat zou een hoger beroep illusoir maken. Omdat de kopieën bij de deurwaarder in de kluis liggen, ondervindt de beslagene geen last.

 

IEPT20220303, HvJEU, Acacia v BMW

Gemeenschapsrechter van lidstaat waar (dreigende) inbreuk plaatsvindt door in reclame te koop aanbieden en leveren (niet-grensoverschrijdend) bevoegd (artikel 82(5) GMoV): Tegen dergelijke handelingen kan namelijk een vordering wegens inbreuk worden ingesteld die overeenkomstig artikel 82, lid 5, van verordening nr. 6/2002 het grondgebied van één enkele lidstaat betreft. Dat de verweerder de beslissingen en maatregelen heeft genomen om deze handelingen in een andere lidstaat te verrichten, staat niet in de weg aan een dergelijke vordering (zie naar analogie arrest van 5 september 2019, AMS Neve e.a., C‑172/18, EU:C:2019:674, punt 65). Toepasselijk recht nevenvorderingen: Recht van lidstaat waar (dreigende) inbreuk plaatsvindt (“lex loci delicti”) van toepassing op vorderingen tot vernietiging inbreukmakende producten (“andere passende sanctie”, artikel 89(1)(5) GMoV). Recht van die lidstaat van toepassing op vorderingen tot schadevergoeding en tot verstrekking van (boekhoudkundige) informatie en documenten (“lex fori”)(“zaken niet in de verordening geregeld”, artikel 88(2) GMoV). Indien (dreigende) inbreuk plaatsvindt op het grondgebied van één lidstaat is het recht van die lidstaat het conform artikel 8(2) Rome II toepasselijke recht.

 

IEPT20220303, Rb Amsterdam, Blendle v DPG

DPG hoeft licentieovereenkomst met Blendle, tot levering van content, niet te vernieuwen Geen sprake van een duurovereenkomst tussen Blendle en DPG: tussen Blendle en DPG hebben vanaf 2013 verschillende overeenkomsten bestaan, met daarin verschillende voorwaarden. Het standpunt van Blendle dat DPG in strijd handelt met het mededingingsrecht door te weigeren een nieuwe licentieovereenkomst met haar aan te gaan, volgt de voorzieningenrechter niet: Blendle en DPG zijn beide actief op d emarkt voor het aanbieden van algemeen online nieuws, DPG heeft geen machtspositie op die markt en kan daarvan ook geen misbruik maken. 

 

 

IEPT20220302, Rb Den Haag Puma v Monshoe

Formstripmerken maken deel uit van de merkenfamilie van Puma: de registraties van de diverse variaties moeten gezien worden als de registratie van nieuwe varianten die onderdeel uitmaken van het seriemerk. De merkenfamilie van Formstripmerken is een bekende merkenfamilie: Puma stelt voldoende gemotiveerd en met diverse producties onderbouwd dat zij de formstrip uit 1960, is blijven gebuiken en onder de aandacht van het publiek is blijven brengen, al dan niet in de vorm van de geregistreerde varianten van de formstrip uit 1960. Monshoe maakt met het gebruik van het teken inbreuk op de bekende merkenfamilie: Monshoe vaart door het huidige merkgebruik mee op de reputatie van Puma en veroorzaakt verwatering van de reputatie van het familiemerk inclusief de Formstripmerken. Proceskosten Puma gematigd: inhoudelijke verweren zijn voor een merkinbreukzaak gebruikelijke verweren, zodat geen aanleiding is voor meer werk.

 

IEPT20220302, Rb Midden-Nederland, Teksten website schoonmaakbedrijf

Auteursrecht op teksten website: blijk van creatieve keuzes in bijvoorbeeld alinea- en zinsopbouw. Sprake van auteursrechtinbreuk door gedaagden op teksten eisers. Rechtbank hanteert niet de totaalindrukkentoets:criterium enkel toegepast bij gebruiksvoorwerpen. Eiseres heeft voldoende aangetoond dat in de teksten beschermde elementen zijn overgenomen door gedaagden: gedaagden wijken te weinig af van de oorspronkelijke teksten, terwijl daar wel voldoende ruimte voor was. Reviewscore gedaagden geen misleidende reclame of oneerlijke handelspraktijk. Reconventie:Eiser onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het reviewcijfer van materieel belang is voor de beslissing van professionele klanten om al dan niet [gedaagde sub 1] in te schakelen. Reconventie. Teksten eiser (in conventie) wel misleidend geacht: de door eiser gebruikte tekst dat de coating die zij gebruiken bacteriën, is onjuist.

 

IEPT20220301, Hof Den Haag, LONGi v Hanwha
Grensoverschrijdende bevoegdheid in kort geding. Nietigheidsverweer tast bevoegdheid inzake grensoverschrijdende verbodsvorderingen niet aan. Artikel 24(4) Brussel I bis staat er niet aan in de weg dat de voorzieningenrechter, die op basis van de woonplaats bevoegd is om kennis te nemen van een op inbreuk op een Europees octrooi gebaseerd grensoverschrijdend verbod, een voorlopig oordeel geeft over de nietigheidsverweren met betrekking tot die buitenlandse delen. Handhavingsgerechtigheid Hanwha aangenomen voor die landen waar zij als rechthebbende in het register is ingeschreven. Van de in artikel 256 Rv gegeven bevoegdheid om een gevorderde voorziening te weigeren vanwege ongeschiktheid om in kort geding te worden beslist moet terughoudend gebruik worden gemaakt. Beschermingsomvang octrooi. Gegeven de irrelevantie van de onbedoelde tussenlaag voor de met de uitvinding bereikte technische effecten zal de gemiddelde vakman aan de letterlijke bewoordingen van de conclusie op zichzelf beschouwd geen beperkende betekenis toekennen, in die zin dat de tussenlaag waarvan hij weet dat die zal ontstaan, is uitgesloten. Essentie van de uitvinding. Het in aanmerking nemen van het verleningsdossier bij de uitleg van een octrooiconclusie omvat niet mede verleningsdossiers van parallelle niet-Europese octrooien.

 

IEPT20220301, Hof Den Haag, MFR v TU Delft

AVROTROS belanghebbende bij voorlopig getuigenverhoor in kwestie tussen MFR en TU Delft. Bij de beantwoording van de vraag of iemand belanghebbende is, speelt een rol in hoeverre deze door de uitkomst van de desbetreffende procedure zodanig in een eigen belang kan worden getroffen dat deze daarin behoort te mogen opkomen ter bescherming van dat belang, of in hoeverre deze anderszins zo nauw betrokken is of is geweest bij het onderwerp dat in de procedure wordt behandeld, dat daarin een belang is gelegen om in de procedure te verschijnen. Geen voldoende belang (artikel 3:303 BW) MFR bij voorlopig getuigenverhoor. Vordering jegens TU Delft wegens onjuiste metingen is verjaard.