Rechtbank Rotterdam 2022

Print this page

IEPT20221229, Rb Rotterdam, Kerkmusicus v. Emeritus predikant
Eerder liet de kantonrechter (IEPT20221006) eiser toe tot bewijs van feiten en omstandigheden dat het gedaagde was die het Liedboek heeft geüpload. In dit eindvonnis slaagt eiser in het bewijs dat gedaagde het boek waarschijnlijk onbewust heeft geüpload naar Scribd. Schadevergoeding wordt ex artikel 6:109 BW gematigd vanwege de gegeven omstandigheden die ook volgen uit het deskundigenrapport. Advocaatkosten vanwege de billijkheid niet volledig toegewezen, maar op basis 20%.

 

IEPT20221216, Rb Rotterdam, Infra Verkeersdiensten v JK-logo

Niet aannemelijk dat [eiser01] is aan te merken als de maker van het B-logo en het D-logo: niet is gebleken dat auteursrecht via daartoe bestemde akte is overdragen. Onvoldoende overeenstemming tussen JK-logo en D- en B-logo voor verwarringsgevaar: JK-logo wijkt voldoende af: vinkje bevat geen schaduwtinten, letters ‘JK’ in het geel tussen het vinkje geplaatst. Beroep op slaafse nabootsing slaagt niet: [eisers] hebben niet gesteld en bewezen dat de logo’s een eigen gezicht op de markt hebben.

 

IEPT20221214, Rb Rotterdam, Hibaby v Interchild

Het voor-voorgebruik door Interchild van het [naam VOF] merk, leidt niet tot een recht om die naam te laten registreren; er moet niet alleen worden gekeken naar het aanvangstijdstip waarop de voor-voorgebruiker met het gebruik begon, maar ook naar de omvang en bekendheid van dat gebruik. Interchild heeft de [naam VOF] merken te kwader trouw gedeponeerd; ze wist van het voorgebruik door [naam VOF] en Interchild streefde geen legitiem doel na met de merkaanvraag. [naam VOF] heeft schade geleden door het handelen van Interchild; aannemelijk is dat de merkregistraties door Interchild negatief effect hebben gehad op de bedrijfsvoering van [naam VOF]. 

IEPT20221125, Rb Rotterdam, Appartementfoto's
Foto-auteursrecht. Foto's van eiser zijn door gedaagde doorgestuurd voor de verkoop van zijn appartement aan Bedrijf01 die het op zijn website en Funda heeft geplaatst.  Schikkingsvoorstel leek op een poging tot oplichting omdat eerder een prijsopgaaf van €350 was gegegeven. Toegewezen en 50% verhoging voor ontbreken naamsvermelding.

 

IEPT20221110, Rb Rotterdam, Waterpas Civiel Adviesbureau v gedaagde
Werkgever eist boetes wegens schending concurrentiebeding, relatiebeding en geheimhoudingsbeding. Hooguit sprake van één schending, tenzij werknemer kan bewijzen dat werkgever hem toestemming heeft gegeven. Bewijsopdracht.

 

IEPT20221104, Rb Rotterdam, The Adventure Book
Mogelijk inbreuk op reisdagboek(enconcept) waarbij eiser een pagina per land aanbiedt en gedaagde een op Noord-Ierland gericht reisdagboek aanbiedt. Nederlandse rechter onbevoegd omdat schade zich niet in Nederland voordoet.

 

IEPT20221021, Rb Rotterdam, Foto Hockey
Fotograaf van sportgebeurtenissen ziet zijn 'hockey'-foto gebruikt worden op een website voor sportartikelen. Beroep op inbreuk auteursrecht en persoonlijkheidsrechten slaagt. Verhoging van 50% wegens ontbreken naamsvermelding.

 

IEPT20221006, Rb Rotterdam, Kerkmusicus v emeritus predikant

Emeritus predikant [gedaagde] hoeft geen schadevergoeding te betalen voor vermeend auteursrechtinbreuk: [gedaagde] heeft voldoende gemotiveerd betwist dat hij degene is geweest die (auteursrechtelijk beschermd) Liedboek [eiser] op Scribd.com heeft geüpload.

 

IEPT20221005, Rb Rotterdam, IMC v NVS

Nederlands recht is van toepassing: uit artikel 16 van de IPS-overeenkomst vloeit voort dat partijen voor het onderhavige geschil een rechtskeuze hebben gemaakt voor Nederlands recht die op grond van artikel 3 lid 1 Rome I dan wel artikel 14 lid 1 Rome II tussen partijen te gelden heeft. De IE-rechten op het 2410-conceptontwerp zijn aan NVS overgedragen: beschermd zijn het door IMC onworpen hellende dek (met de daarbij behorende bijzonderheden) en de vormgeving van de romp. Niet aannemelijk geworden dat NVS de geheimhoudingsplicht heeft geschonden: IMC heeft de stellingen van NVS, waaruit volgt dat zij geen stukken met betrekking tot het conceptontwerp van het 2410-model heeft ontvangen van IMC maar IMC zelf de 'finale files' aan NAM heeft verstrekt, niet weerlegd. De vorderingen tot het verstrekken van informatie ex artikel 843a Rv en het bepalen van een termijn ex artikel 1019i Rv worden afgewezen: geen inbreuk door NVS op enig IE-recht van IMC.

 

IEPT20220803, Rb Rotterdam, Xamax v Novolet
Auteursrechtelijke bescherming van advertentietekst op bol.com voor BBQ-handschoenen. Er is sprake van één-op-één overname, inclusief spelfouten. Toewijzing geringe schade in de vorm van gederfde licentievergoeding. Verdere schade en winstafdracht afgewezen.

 

 IEPT20220706, Rb Rotterdam, Verloskundigenpraktijk Brielle

Handelsnaam van [eisers01] komt geen of slechts geringe handelsnaamrechtelijke bescherming toe: handelsnaam van [eisers01] heeft naar voorlopig oordeel geen onderscheidend vermogen. Geen direct dan wel indirect verwarringsgevaar te duchten bij het publiek in de zin van artikel 5 Hnw: het is niet aannemelijk dat het relevante publiek de door [eisers01] gevoerde handelsnaam (her)kent en deze rechtstreeks in verband brengt met de onderneming van [eisers01]. Relevante publiek waarop beide partijen zich richten is mede gezien de precaire medische aard van de aangeboden dienstverlening meer oplettend dan het brede, normaal oplettende publiek.

 

IEPT20220621,Rb,Rotterdam,Google-bedrijfsprofiel

De vordering tot overdracht van een Google-bedrijfsprofiel uit hoofde van koopovereenkomst van bedrijfsovername en overname van goodwill, faalt: er zijn geen afspraken over gebruik merkrecht/handelsnaam. Geen sprake van onrechtmatig handelen door gedaagde:tekortkoming niet aannemelijk. Vorderingen worden afgewezen, belangenafweging leidt niet tot een ander oordeel: rebranding levert geen voldoende belang op. 

 

IEPT20220601, Rb Rotterdam, Ravestein v MacGregor en Cargotec

Geen auteursrecht op linkspan Ravelink (fase 2). Ontwerp uitsluitend technisch bepaald. Vorderingen op grond van slaafse nabootsing zullen worden afgewezen. De verschijningsvorm heeft onvoldoende onderscheidend vermogen en onderscheidt zich niet voldoende van andere, gelijksoortige producten op die markt. Voor zover de vorderingen zijn gegrond op schending van de bedrijfsgeheimen van Ravestein door MacGregor, zal Ravestein worden toegelaten tot bewijslevering ex artikel 150 Rv. Er bestaan nader te bewijzen aanwijzingen dat hiervan sprake zou kunnen zijn.

 

IEPT20220530, Rb Rotterdam, BoeG Uitzendbureau v Boeg Bouw

Handelsnaam [eiser01] en [gedaagde01] vertonen onmiskenbare gelijkenissen: dominante bestanddeel van de handelsnaam van [gedaagde01] vertoont visuele en auditieve gelijkenis. Geen verwarringsgevaar te duchten: aard en doelgroep van beide ondernemingen verschillen in elk geval in oorsprong. [eiser01] heeft nagelaten om aan te tonen in welke mate als gevolg van geografische overlap reëel verwarringsgevaar is te duchten.

 

IEPT20220414, Rb Rotterdam DLE

Het beroep van [eiser01] op artikel 5 Hnw faalt: geen sprake is van handelsnaamgebruik aan de zijde van DLE. Het beroep van [eiser01] oneerlijke handelspraktijken (artt. 6:193b en 193c BW) slaagt niet: geen mededelingen die p de gemiddeld consument een misleidend effect hebben (gehad) over de identiteit van DLE. DLE handelt ex artikel 6:162 BW onrechtmatig jegens [eiser01]: DLE profiteert zonder noodzaak van de reputatie van [eiser01] door het, ondanks herhaalde sommaties, aanhoudende gebruik van de naam '[handelsnaam01]' op de, ook recent nog, geconstateerde wijze. De vordering onder 3.1 sub 2 op de meer subsidiaire grondslag wortd toegewezen in combinatie met een dwangsom: negatieve effect van de wijze(n) van gebruik door DLE door toewijzing van de vordering voldoende opgeheven.

 

IEPT20220413, Rb Rotterdam, Kcap v De Bever en Eindhoven Airpor

De Bever heeft geen samenwerkingsverplichting voor de Bagagehal, Multipurpose Gebouw en Eindhoven Airport Boulevard. Ook is er geen verplichting tot naamsvermelding. De Bever is niet tekort geschoten in verbintenissen tot die voor haar jegens Kcap voortvloeien uit de samenwerkingsovereenkomst. De Bever heeft de exclusiviteits- en naamsvermelding verplichtingen uit de samenwerkingsovereenkomst jegens Kcap niet geschonden. De Bever en EA hebben het mede-auteursrecht van Kcap geschonden door een deel van terminal 2005 te kopiëren in de Bagagehal en door de naam van Kcap daarbij niet als mede-maker te vermelden. Door zonder haar toestemming te verveelvoudigen en openbaar te maken, hebben De Bever en EA inbreuk gemaakt op het mede-auteursrecht van Kcap. Dit levert voor wat EA betreft tevens een toerekenbare tekortkoming op, want bij brief van 18 december 2020 is EA in gebreke gesteld.

 

IEPT20220330, Rb Rotterdam, iClean v TSG

Bionic valt te kwalificeren als een door het auteursrecht beschermd werk: voldoende ruimte voor creatieve keuzes. Het werkgeversauteursrecht is rechtsgeldig door de curator aan iClean geleverd: de tekst van de overeenkomst waarmee de curator de activa van de gefailleerde vennootschappen heeft verkocht is voldoende bepaald. Cleanwater maakt inbreuk op Bionic: de detailverschillen binnen beide producten nemen niet weg dat de totaalindrukken sterk overeenstemmen.

 

IEPT20220128, Rb Rotterdam, SXPlatforms IP v Diamond en SXPlatforms

Gevorderde opheffing van executoriale beslagen ten laste van XSP afgewezen: XSP IP heeft niet aannemelijk gemaakt dat partijen op grond van de activa-overeenkomst octrooirechten hebben overgedragen of beoogd hebben over te dragen (artikel 65 lid 1 ROW en artikel 3:84 lid 2 BW).

 

IEPT20220119, Rb Rotterdam, HiBaby v Interchild

Interchild verplicht om gebruik van de tekens 'HIBABY' te staken en gestaakt te houden: gestelde feiten door HiBaby zijn onvoldoende voor een verbod van inbreuk op het handelsnaamrecht van HiBaby en HiBaby heeft niet gesteld dat aan haar enige ander intellectueel eigendomsrecht toekomt. Gestelde feiten rechtvaardigen wel een verbod op grond van de onrechtmatige daad (vgl. ECLI:NL:HR:2009:BJ9431). Geen overdracht merken HiBaby aan HiBaby wél doorhaling vande HiBaby-merken: Interchild heeft de aanvraag om inschrijving van de HiBaby-merken te kwader trouw ingediend.

 

IEPT20220110, Rb Rotterdam, Spido v River Cruise

River Cruise maakt met het gebruik van het teken SPIDO in advertenties I en III inbreuk op het merkrecht van Spido c.s.: River Cruise bestrijdt niet langer dat deze advertenties inbreuk hebben gemaakt. Ook advertentie II, waarbij Spido door River Cruise wordt gebruikt als AdWord zonder dat de het woord Spido terugkomt in de advertentietekst, doet afbreuk doet aan de herkomstfunctie van het merk Spido: internetgebruiker kan niet weten na gebruik van het zoekwoord ‘Spido’, of River Cruise ten opzichte van Spido een derde is of daarentegen een economische band heeft met Spido

 

IEPT20220106, Rb Rotterdam, Unilever v Procter & Gamble

TV-commercial vergelijkende reclamecampagne tussen Ariel Allin1 Pods en Robijn Stralend Wit is misleidend en dient te worden gestaakt: de suggestie die in de commercial wordt gewekt dat voor iedere wasbeurt tenminste twee doses vloeibaar wasmiddel, in dit geval Robijn Stralend Wit, nodig zijn is cijfermatig niet juist en daarmee misleidend. De verwijzing “a.d.h.v. AISE-vereisten” in de disclaimer is tevens misleidend. P&G wordt alleen verboden om de gewraakte tv-commercial nog verder uit te (doen) zenden: vanwege de te ruim opgestelde tekst van de vordering wordt het meer gevorderde afgewezen. Rectificatie afgewezen: stuit af op gevorderde tekst van de rectificatie.