2016 Reclamerecht

Print this page

IEPT20161220, Hof Arnhem-Leeuwarden, Trebs v Food & Fun 
Hof moet in beginsel procedure over ontbinding samenwerkingsovereenkomst afwachten, tenzij nu al kan worden vastgesteld dat ook wanneer de overeenkomst niet wordt ontbonden Trebs zich niet op kwijtingsbeding kan beroepen. Bewijsaanbod Trebs inzake dat het de bedoeling van partijen was om elkaars pizzaoven na afloop van de overeenkomst te dulden toegelaten. Pizzarette neemt eigen plaats in op de markt: niet teniet gegaan door in samenwerkingsovereenkomst afgesproken exclusiviteit Trebs om Pizzarette te verkopen en niet teniet gegaan door ‘umfeld’ dat afwijkt van Pizzarette c.q. onrechtmatige slaafse nabootsingen betreft. Verwarringsgevaar tussen ongewijzigde PizzaGusto in vier- en zespersoonsuitvoering en Pizzarette: nagenoeg identieke kopie met identieke accessoires. Ook verwarringsgevaar met achtpersoons-uitvoering: wordt door betrokken afnemers als variatie op vier- en zespersoonsuitvoering gepercipieerd. Te weinig afstand genomen van Pizzarette door overnemen identiek streepjespatroon. Ook het nieuwe streepjespatroon neemt te weinig afstand van Pizzarette. Of sprake is van slaafse nabootsing in België, Duitsland en Frankrijk krachtens artikel 4(2) Rome II-Vo beoordeeld naar Nederlands recht. Geen slaafse nabootsing in voornoemde landen: eigen plaats op de markt Pizzarette onvoldoende onderbouwd. Beroep op Wet op de oneerlijke handelspraktijken mogelijk via correctie Langemeijer, maar in casu onvoldoende onderbouwd. Verkopen van een slaafse nabootsing is geen mededeling in de zin van artikel 6:194 BW (misleidende reclame). Strekking artikel 6:194 BW niet zo ruim dat mededeling aan één (potentiële) klant hier onder valt. Brief 8 mei 2013 is ongeoorloofde vergelijkende reclame en onrechtmatig: onjuiste suggestie gewekt dat de PizzaGusto in China illegaal is geproduceerd en slechter van kwaliteit is dan de Pizzarette. Geen bestuurdersaansprakelijkheid geïntimeerde2 voor brief 8 mei 2013: geen sprake van een ernstig verwijt.

IEPT20161208, Rb Noord-Holland, Kleertjes

Geen strijd met kartelverbod: gedaagden hebben lager marktaandeel dan 10% dus bagatelregeling van toepassing. Prijsafspraken en onder druk zetten van leveranciers om relatie met Kleertjes te verbreken door Kixx onvoldoende aannemelijk. Enkele vermelding merk KLEERTJES in e-mails aan leveranciers geen merkgebruik. Geen misleidende en ongeoorloofde reclame. Onvoldoende onderbouwd dat gedaagden leveranciers van Kleertjes onder druk hebben gezet in e-mails.

(Herstelvonnis: IEPT20161215, Rb Noord-Holland, Kleertjes)


IEPT20161130, Rb Zeeland-West-Brabant, PFB v CRT
Tussen partijen PFB en CRT is een distributieovereenkomst tot stand gekomen in 2008: blijkens e-mail 5 juni 2008 afspraken gemaakt over verkoop producten PFB door CRT in Europa, met uitzondering Engeland en Ierland en dat PFB op de hoogte zou worden gehouden van marketing en verkoop in Europa en gesproken over mogelijkheid tot exclusief distributeurschap na proefperiode. Geen schending postcontractuele verplichtingen door CRT: geen sprake van concurrentiebeding, geen mogelijkheid tot beroep op redelijkheid en billijkheid, nu tussen partijen geen rechtsverhouding meer bestaat na beëindiging distributieovereenkomst. Artikel uit vakblad Careality levert geen onrechtmatig handelen CRT jegens PFB op: Faco heeft bericht op eigen initiatief en zonder toestemming van CRT op haarklantenportaal geplaatst waardoor het bericht niet aan CRT is toe te rekenen. Geen ongeoorloofd vergelijkende reclame in advertorial in blad Careality ‘PFB Vanish wordt vervangen door Avoyd’: doelgroep begrijpt dat met woorden ‘wordt vervangen’ niet bedoeld is dat PFB-product geheel zou verdwijnen, niet gebleken dat overige mededelingen onjuist zouden zijn en door subjectieve karakter artikel enige overdrijving geoorloofd. Geen slaafse nabootsing verpakking PFB Vanish: voldoende afstand genomen. Onvoldoende gemotiveerd dat CRT op haar website ter ondersteuning van de verkoop van Avoyd marketingmateriaal heeft gebruikt van PFB: kort gebruik zelfde stock-foto als PFB niet onrechtmatig en zorgt niet voor merkbare verwarring en als voormalig distributeur van PFB Vanish mocht CRT oude voorraad verkopen met verwijzing naar PFB Vanish merk als promotionele ondersteuning.

IEPT20161123, HvJEU, Nelsons v Ayonnax Nutripharm en Bachblütentreff
Op een van een handelsmerk of merknaam voorzien levensmiddel is de overgangsmaatregel van artikel 28, lid 2, eerste zinsdeel, van verordening (EG) nr. 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen van toepassing, wanneer dat product vóór 1 januari 2005 als geneesmiddel werd verkocht en sindsdien – met dezelfde materiële kenmerken en onder hetzelfde handelsmerk of dezelfde merknaam – als levensmiddel wordt verkocht.

IEPT20161108, Rb Den Haag, Aliter Curari v Dr Rath

Spoedeisend belang bij bezwaar tegen informatiebrief die aan klanten eiser is gestuurd door gedaagde volgt uit belang om vermeend onrechtmatige mededelingen zo spoedig mogelijk te rectificeren. Informatiebrief moet worden aangemerkt als vergelijkende reclame: brief verwijst naar producten eisers en is bedoeld om eigen afzet te bevorderen. Bepaalde passages informatiebrief aan te merken als onrechtmatige vergelijkende reclame: suggestie dat sprake is van imitatieproducten naar voorlopig oordeel onjuist en objectieve onderbouwing voor uitspraken omtrent kwaliteitsverschil ontbreekt. Passages over bëindiging distributieovereenkomst en overeenstemming ingrediëntenlijst feitelijk juist en derhalve niet onrechtmatig.

 

IEPT20161026, HvJEU, Canal Digital
Bij beoordeling of handelspraktijk een misleidende omissie vormt dient rekening gehouden te worden met de context waarin die praktijk plaatsvindt. Met name dient er rekening gehouden te worden met de beperkingen die eigen zijn aan het gebruikte communicatiemedium. Het opsplitsen van de prijs in meerdere componenten, waarvan één op de voorgrond wordt geplaatst moet als misleidend worden beschouwd. Het in marketinguitingen nadruk geven aan de maandelijkse kosten en het weglaten of minder nadruk geven aan halfjaarlijkse kosten wordt beschouwd als een misleidende omissie, wanneer de consument hierdoor een besluit over een transactie neemt die hij anders niet had genomen. Artikel 7, lid 4, van richtlijn 2005/29 bevat een uitputtende opsomming van de essentiële informatie die in een uitnodiging tot aankoop moet worden verstrekt. Het is de taak van de nationale rechter om te beoordelen of de betrokken handelaar heeft voldaan aan zijn informatieplicht.


IEPT20160922, HvJEU, Breitsamer und Ulrich v Landeshauptstadt München

Elke portieverpakking honing met een aluminiumdeksel die aan instellingen worden geleverd, vormen een “voorverpakt levensmiddel” als de instellingen die potjes afzonderlijk verkopen of aanbieden bij een maaltijd waarvoor betaald is.

IEPT20160714, HvJEU, Verband Sozialer Wettbewerb v Innova Vital

Het begrip commerciële mededeling van artikel 1 lid 2 verordening 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelenziet op het direct en indirect promoten van levensmiddelen. Mededeling tussen exploitanten van levensmiddelenbedrijven en beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg vooral gericht op de eindverbruiker. Gezondheidsclaims in reclame voor een levensmiddel vallen aldus binnen de reikwijdte van verordening1924/2006 ook wanneer de reclame niet aan de eindgebruiker van het product is gericht, maar uitsluitend aan beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg.

IEPT20160713, Rb Midden-Nederland, Consolidated v Dakmerk

Consolidated ontvankelijk jegens Waarborgfonds Dakmerk: sterke verwevenheid tussen Waarborgfonds Dakmerk en Seci. Reclame-uitingen op één na onjuist en daardoor misleidend ex artikel 6:194 BW. Drie uitlatingen ook ongeoorloofd vergelijkende reclames ex artikel 6:194a(2)(a) BW. Uiting over MULTI garantie toegestaan.

IEPT20160513, Rb Rotterdam, Heksenkaas v Minister van VWS
Vermelding merk "HEKS’NKAAS" op smeerdip niet misleidend: wekt niet de onjuiste indruk dat het product geheel of nagenoeg geheel uit kaas bestaat.

IEPT20160504, HvJEU, Pillbox v Secretary of State for Health
Geen feiten of omstandigheden die geldigheid artikel 20 richtlijn 2014/40/EU inzake de productie, de presentatie en de verkoop van elektronische sigaretten en navulverpakkingen kunnen aantasten.

IEPT20160504, HvJEU, Philip Morris v Secretary of State for Health
Het aanbrengen van informatie op verpakkingen van tabaksproducten die aanprijzend kunnen zijn, is verboden, ook al zijn deze mededelingen feitelijk juist. Lidstaten mogen verdere voorschriften handhaven of invoeren met betrekking tot de verpakkingen van tabaksproducten die niet bij richtlijn 2014/40 zijn geharmoniseerd.

IEPT20160420, Rb Amsterdam, Blokker v SRM
Blokker heeft belang bij de beoordeling van haar vorderingen. Advertentie FD, waar Blokker in rijtje ‘not’ is geplaats, doet geen afbreuk aan reputatie merken Blokker Geen inbreuk “sub c”. Publicatie advertentie FD niet misleidend en onrechtmatig.

IEPT20160412, Hof Den Haag, De Doofpotgeneraal
Boek Doofpotgeneraal niet onrechtmatig. Gebrek aan wederhoor niet doorslaggevend.

IEPT20160407, Rb Amsterdam, API v OWA
Uitingen “Duitse kwaliteit en degelijkheid” niet misleidend: geen reden om kwaliteit productieproces in China in twijfel te trekken en reclame gericht op professionals met hoger kennisniveau. Claim dat N100A plafondophangsysteem uitwisselbaar is met Quick-Lock ongeoorloofde vergelijkende reclame: onvoldoende aannemelijk gemaakt dat N100A op groter oppervlak zonder optische of constructieve problemen kan worden gecombineerd met Quick-Lock.

IEPT20160203, Rb Noord-Holland, FHC
Geen wanprestatie FHC ten aanzien van gesloten franchisingovereenkomsten: geen zorgplicht ten aanzien van controle van aangeleverde omzetprognoses. Geen bijzondere zorgplicht franchisegever met betrekking tot advies en begeleiding Contractuele zekerheid in huurovereenkomst geeft geen garantie jegens franchisenemer maar jegens de verhuurder van het pand. Geen misleidende mededeling. Dwaling en/of bedrog onvoldoende onderbouwd.

IEPT20160302, Rb Den Haag, Digital Revolution v HP
HP cartridge authenticatietool niet onrechtmatig jegens huismerk 123 inkt: geen misleidende informatie over huismerk 123 inkt, want tool maakt voldoende duidelijk dat de authenticatie betrekking heeft op cartridges die als afkomstig van HP worden verkocht. Informatie op website HP waarnaar kan worden doorgeklikt niet onrechtmatig: geen misleidende informatie over huismerk 123 inkt en daarom ook geen vergelijkende reclame. Onvoldoende aannemelijk dat consumenten worden verward door risico-attendering dat sprake is van niet-originele HP-cartridge.


IEPT20160226, Rb Amsterdam, Specsavers v Beter Horen

Geen beroep mogelijk op oneerlijke handelspraktijken (artikelen 6:l93a-j BW): Specsavers is geen consument. Geen beroep mogelijk op misleidende reclame (6:194 BW): reclame richt zich op consumenten en niet op personen die handelen in uitoefening van een bedrijf (B2B). Reclame impliciet vergelijkend: In de reclame wordt impliciet verwezen naar andere aanbieders van hoortoestellen. Geen ongeoorloofde vergelijkende reclame (6:194a BW): de beweringen hebben een subjectief karakter en overdrijven is reclame eigen en de reclame is niet onnodig denigrerend. Geen sprake van misleidende mededeling: de vermelding dat Beter Horen geen gratis hoortoestellen aanbiedt is juist en suggestie dat anderen dat wel doen is ook juist.

 

IEPT20160219, Rb Den Haag, Onrechtmatige reclame
Reclame-uiting dat [Autobedrijf 2] aanspreekpunt voor reparatie en onderhoud Mazda blijft onrechtmatig: feitelijk onjuist en dus misleidend. Reclame-uitingen die onjuiste indruk wekken dat [Autobedrijf 2] thans nog Mazdadealer is onrechtmatig. Onvoldoende onderbouwd dat [Autobedrijf 2] met de inrichting van haar showroom de indruk wekt dat zij thans nog een erkende Mazdadealer is. Geen rectificatie voor niet-toelaatbare uitingen: slechts beperkte groep mensen heeft daarvan kennisgenomen, waardoor de impact van de uitingen beperkte is. Advertentie [Autobedrijf 1] in AD Gouda en Krant van Gouda ongeoorloofde vergelijkende reclame, rectificatie toegewezen: wekt onjuiste indruk dat [Autobedrijf 1] (de onderneming van) [Autobedrijf 2] heeft overgenomen en dat [Autobedrijf 2] ophoudt te bestaan. Gesteld gebruik door [Autobedrijf 1] van onrechtmatig verkregen bedrijfsinformatie onvoldoende aannemelijk.


IEPT20160217, HvJEU, Sanoma v Viestintävirasto
Opgedeeld beeldscherm waarop de programma-aftiteling in het ene deel verschijnt en een programmaoverzicht in het andere om het programma dat wordt beëindigd te scheiden van de erop volgende reclameonderbreking toegestaan indien voldaan aan artikel 19(1) Richtlijn audiovisuele mediadiensten. Sponsorlogo’s die in het kader van andere programma’s dan het gesponsorde programma worden uitgezonden moeten worden meegerekend voor de in artikel 23(1) richtlijn audiovisuele mediadiensten vastgelegde maximumreclamezendtijd per klokuur. Als lidstaat geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om een striktere regel dan die van artikel 23(1) Richtlijn audiovisuele mediadiensten in te voeren moeten „zwarte seconden” worden meegerekend voor maximumaandeel van 20% per klokuur voor televisiereclame.

IEPT20160203, Rb Noord-Holland, FHC
Geen wanprestatie FHC ten aanzien van gesloten franchisingovereenkomsten: geen zorgplicht ten aanzien van controle van  aangeleverde omzetprognoses. Geen bijzondere zorgplicht franchisegever met betrekking tot advies en begeleiding Contractuele zekerheid in huurovereenkomst geeft geen garantie jegens franchisenemer maar jegens de verhuurder van het pand. Geen misleidende mededeling. Dwaling en/of bedrog onvoldoende onderbouwd.

IEPT20160127, Rb Amsterdam, Boehringer v Omega Pharma
Artikel 6:194 BW niet van toepassing, artikel 6:162 BW wel: geen sprake van business-to-business reclame. Reclame-uiting dat Bronchostop producten voor elke hoest geschikt zijn niet onrechtmatig:  onvoldoende aannemelijk dat consumenten verkeerde voorstelling wordt gepresenteerd. Claim “Bronchostop bevat bewezen effectieve ingrediënten” misleidend: geen klinisch bewijs dat ingrediënten werken. Claim over nieuwe / unieke combinatie ingrediënten niet misleidend: geen verkeerde voorstelling van zaken.

 

IEPT20160126, Rb Gelderland, Primagaz v Tankgas

Genoemde literprijs van Primagaz bij prijsvergelijking op website Tankgas misleidend: voldoende aannemelijk dat Primagaz niet met één dagprijs werkt, maar dat haar prijs afhankelijk is van meerdere factoren. Mededelingen Tankgas aan (ex-) klanten Primagaz over opzegtermijn contracten onrechtmatig:mededelingen geven een onjuiste voorlichting over de betekenis van de artikelen 6:236 sub j en 6:237 sub k BW voor de contracten van Primagaz.