Artikel 36

Print this page

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de daartoe aangewezen bevoegde instanties toezien op de naleving door de collectieve beheerorganisaties die op hun grondgebied zijn gevestigd van de bepalingen in het nationale recht die zijn vastgesteld op grond van de voorschriften van deze richtlijn.

2. De lidstaten zien erop toe dat procedures bestaan waarmee leden van een collectieve beheerorganisatie, rechthebbenden, gebruikers, collectieve beheerorganisaties en andere belanghebbende partijen de daartoe aangewezen bevoegde instanties in kennis kunnen stellen van activiteiten of omstandigheden die volgens hen een inbreuk vormen op de bepalingen in het nationale recht die zijn vastgesteld op grond van de voorschriften van deze richtlijn.

3. De lidstaten zien erop toe dat de daartoe aangewezen bevoegde instanties de bevoegdheid hebben om adequate sancties op te leggen of passende maatregelen te nemen wanneer niet wordt voldaan aan de bepalingen in het nationale recht die zijn vastgesteld bij de tenuitvoerlegging van deze richtlijn. Deze sancties en maatregelen zijn doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend.

De lidstaten stellen de Commissie voor 10 april 2016 in kennis van de bevoegde instanties als bedoeld in dit artikel en in de artikelen 37 en 38. De Commissie maakt de in dit verband ontvangen informatie bekend.