Artikel 5

Print this page

  weegschaal.png

 

(1) De auteurs genieten voor de werken waarvoor zij krachtens deze Conventie zijn beschermd, in de landen van de Unie die niet het land van oorsprong van het werk zijn, de rechten, welke de onderscheidene wetten thans of in de toekomst aan eigen onderdanen verlenen of zullen verlenen, alsmede de rechten door deze Conventie in het bijzonder verleend.


(2) Het genot en de uitoefening van die rechten zijn aan geen enkele formaliteit onderworpen; dat genot en die uitoefening zijn onafhankelijk van het bestaan der bescherming in het land van oorsprong van het werk.

Bijgevolg worden, buiten de bepalingen van deze Conventie, de omvang van de bescherming, zowel als de rechtsmiddelen, die de auteur worden gewaarborgd ter handhaving van zijn rechten, uitsluitend bepaald door de wetgeving van het land, waar de bescherming wordt ingeroepen.


(3) De bescherming in het land van oorsprong wordt geregeld door de nationale wetgeving. Wanneer de auteur evenwel geen onderdaan is van het land van oorsprong van het werk waarvoor hij door deze Conventie wordt beschermd, heeft hij in dat land dezelfde rechten als de auteurs, die onderdaan van dat land zijn.


(4) Als land van oorsprong wordt beschouwd:

(a) voor de voor het eerst in één van de landen van de Unie gepubliceerde werken, dat land; indien het evenwel werken betreft die gelijktijdig zijn gepubliceerd in verscheidene landen van de Unie, die een bescherming van verschillende duur kennen, het land waarvan de wetgeving de minst langdurige bescherming toekent;
(b) voor werken die gelijktijdig zijn gepubliceerd in een land dat geen lid van de Unie is en in een land van de Unie, laatstgenoemd land;
(c) voor niet gepubliceerde werken of voor werken die voor het eerst zijn gepubliceerd in een land dat geen lid van de Unie is, zonder dat gelijktijdige publikatie heeft plaatsgevonden in een land van de Unie, het land van de Unie waarvan de auteur onderdaan is; indien het evenwel:
(i) cinematografische werken betreft waarvan de producent zijn zetel of zijn gewone verblijfplaats in een land van de Unie heeft, is dit land het land van oorsprong, en
(ii) bouwwerken betreft gebouwd in een land van de Unie of werken van grafische en plastische kunst die één geheel vormen met een gebouw gelegen in een land van de Unie, is dit land het land van oorsprong.