Artikel 6

Print this page

  weegschaal.png

 

(1) Wanneer een land dat geen lid van de Unie is de werken van auteurs die onderdaan zijn van een der landen van de Unie niet in voldoende mate beschermt, kan dat laatste land de bescherming beperken van werken, waarvan de auteurs, op het ogenblik der eerste publikatie van die werken, onderdaan zijn van dat andere land en niet hun gewone verblijfplaats hebben in een der landen van de Unie. Indien het land van eerste publikatie van deze bevoegdheid gebruik maakt, zijn de andere landen van de Unie niet gehouden aan de werken, die aldus aan een bijzondere behandeling zijn onderworpen, een ruimere bescherming toe te kennen dan die, welke hun in het land van eerste publikatie wordt toegekend.

(2) Geen krachtens het vorige lid opgelegde beperking zal de rechten mogen aantasten die een auteur mocht hebben verkregen op een werk dat is gepubliceerd in een land van de Unie voordat die beperking van kracht werd.

(3) De landen van de Unie die krachtens dit artikel de bescherming van de rechten der auteurs beperken, moeten daarvan aan de Directeur-Generaal van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (hierna te noemen de “Directeur-Generaal”) kennis geven door een schriftelijke verklaring, waarin moeten worden aangegeven de landen tegenover welke de bescherming wordt beperkt, evenals beperkingen waaraan de rechten van de tot die landen behorende auteurs zijn onderworpen. De Directeur-Generaal zal die verklaring dadelijk ter kennis van alle landen van de Unie brengen.