Artikel 26
Print this page
1. Elke Verdragsluitende Staat verbindt zich ertoe, overeenkomstig zijn grondwet de noodzakelijke maatregelen te nemen ten einde de toepassing van dit Verdrag te verzekeren.
2. Op het tijdstip van nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding of toetreding, moet elke Staat in staat zijn, ingevolge zijn nationale wetgeving uitvoering te geven aan de bepalingen van dit Verdrag.