Artikel 33

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Indien de aanvrager van een Gemeenschapsmerk waren of diensten onder het aangevraagde merk exposeert op een officiële of officieel erkende internationale tentoonstelling in de zin van het Verdrag betreffende internationale tentoonstellingen, ondertekend te Parijs op 22 november 1928 en laatstelijk herzien op 30 november 1972, kan hij zich, wanneer hij de aanvrage indient binnen zes maanden na de datum van de eerste expositie van de waren of diensten onder het aangevraagde merk, vanaf die datum beroepen op het recht van voorrang in de zin van artikel 31.

2. De aanvrager die aanspraak wenst te maken op de voorrang volgens lid 1 moet overeenkomstig de uitvoeringsverordening met bewijsstukken staven dat de waren of diensten onder het aangevraagde merk op de tentoonstelling geëxposeerd zijn.

3. Voorrang voor een tentoonstelling, toegekend in een lidstaat of een derde land, verlengt de voorrangstermijn van artikel 29 niet.