Artikel 36

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Het Bureau onderzoekt:
a) of de aanvrage om een Gemeenschapsmerk voldoet aan de vereisten voor toekenning van een datum van indiening op grond van artikel 27;
b) of de aanvrage om een Gemeenschapsmerk voldoet aan de in deze verordening en in de uitvoeringsverordening gestelde voorwaarden;
c) of in voorkomend geval de klassetaksen binnen de voorgeschreven termijn zijn betaald.

2. Indien de aanvrage niet voldoet aan de in lid 1 gestelde vereisten, verzoekt het Bureau de aanvrager binnen de voorgeschreven termijnen de vastgestelde gebreken op te heffen of de achterstallige betalingen alsnog te verrichten.

3. Indien binnen deze termijnen de op grond van lid 1, onder a), vastgestelde gebreken niet worden opgeheven of de vastgestelde achterstallige betalingen niet alsnog worden verricht, wordt de aanvrage niet als aanvrage om een Gemeenschapsmerk behandeld. Indien de aanvrager gehoor geeft aan het verzoek van het Bureau, kent het Bureau als datum van indiening van de aanvrage de datum toe, waarop de vastgestelde gebreken zijn opgeheven of de vastgestelde achterstallige betalingen alsnog zijn verricht.

4. Indien de op grond van lid 1, onder b), vastgestelde gebreken niet binnen de gestelde termijnen worden opgeheven, wordt de aanvrage door het Bureau afgewezen.

5. Indien de op grond van lid 1, onder c), vastgestelde achterstallige betalingen niet alsnog worden verricht, wordt de aanvrage geacht ingetrokken te zijn, tenzij uit de aanvrage duidelijk blijkt welke waren- of dienstenklassen het betaalde bedrag moet dekken.

6. Indien de bepalingen betreffende het beroep op voorrang niet in acht worden genomen, vervalt het recht van voorrang voor de aanvrage.

7. Indien niet voldaan is aan de voorwaarden betreffende het inroepen van de anciënniteit van een nationaal merk, vervalt dit recht ten aanzien van de aanvrage.