Artikel 38

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Nadat voor een aanvrage om een Gemeenschapsmerk een indieningsdatum bepaald is, stelt het Bureau een communautair rechercheverslag op, waarin melding wordt gemaakt van ontdekte oudere Gemeenschapsmerken of oudere aanvragen om Gemeenschapsmerken die overeenkomstig artikel 8 aan de inschrijving van het aangevraagde Gemeenschapsmerk kunnen worden tegengeworpen.

2. Indien de aanvrager bij de indiening van een aanvrage om een Gemeenschapsmerk tevens om de opstelling van een rechercheverslag door de centrale diensten voor de industriële eigendom van de lidstaten verzoekt en de desbetreffende taks voor de recherche is betaald binnen de termijn die voor de betaling van de indieningstaks is gesteld, stuurt het Bureau, zodra voor de aanvrage om een Gemeenschapsmerk een indieningsdatum is bepaald, een kopie daarvan naar de centrale dienst voor de industriële eigendom van elke lidstaat die aan het Bureau kennis heeft gegeven van zijn besluit om met betrekking tot aanvragen om Gemeenschapsmerken een recherche te verrichten in zijn eigen merkenregister.

3. Elke in lid 2 genoemde centrale dienst voor de industriële eigendom stuurt aan het Bureau binnen twee maanden na ontvangst van een aanvrage om een Gemeenschapsmerk een rechercheverslag toe, waarin hetzij ontdekte oudere nationale merken of oudere aanvragen om nationale merken worden genoemd die overeenkomstig artikel 8 aan de inschrijving van het aangevraagde Gemeenschapsmerk kunnen worden tegengeworpen, hetzij wordt vermeld dat bij de recherche niet van het bestaan van dergelijke rechten gebleken is.

4. Het in lid 3 bedoelde rechercheverslag wordt opgesteld aan de hand van een standaardformulier dat door het Bureau, na raadpleging van de in artikel 126, lid 1, bedoelde raad van bestuur hierna "de raad van bestuur" te noemen, wordt ontworpen. De belangrijkste elementen van de inhoud van dit formulier worden omschreven in de uitvoeringsverordening.

5. Voor elk rechercheverslag dat het overeenkomstig lid 3 van een centrale dienst voor de industriële eigendom ontvangt, wordt door het Bureau aan deze dienst een bepaald bedrag betaald. Dit bedrag is voor elke centrale dienst hetzelfde en wordt bij een met een meerderheid van drie vierde van de vertegenwoordigers der lidstaten genomen besluit vastgesteld door het Begrotingscomité.

6. Het Bureau stuurt de aanvrager van een Gemeenschapsmerk onverwijld het communautaire rechercheverslag toe alsmede, indien daartoe een verzoek is ingediend, binnen de in lid 3 genoemde termijn, de nationale rechercheverslagen die het ontvangen heeft.

7. Bij de publicatie van de aanvrage om een Gemeenschapsmerk, die niet mag plaatsvinden vóór het verstrijken van een maand na de datum waarop het Bureau de rechercheverslagen toestuurt aan de aanvrager, geeft het Bureau aan de houders van de in het communautaire rechercheverslag genoemde oudere Gemeenschapsmerken of de rechthebbenden op oudere aanvragen om Gemeenschapsmerken kennis van de publicatie van de aanvrage om het Gemeenschapsmerk.