Artikel 5

Print this page

Voor de toepassing van de in deze richtlijn vastgelegde maatregelen, procedures en rechtsmiddelen

a) opdat de auteur van een werk van letterkunde en kunst, behoudens bewijs van het tegendeel, als zodanig worden beschouwd en bijgevolg gerechtigd is inbreukprocedures in te stellen, is het voldoende dat zijn naam op de gebruikelijke wijze op het werk vermeld staat;

b) is het bepaalde onder a) van overeenkomstige toepassing op de houder van een naburig recht met betrekking tot zijn beschermde materiaal.