Artikel 15

Print this page

 weegschaal.png  

 

1.  Elk teken, of elke combinatie van tekens, waarmee de waren of diensten van de ene onderneming kunnen worden onderscheiden van die van andere ondernemingen kan een handelsmerk vormen. Deze tekens, met name woorden die persoonsnamen, letters, cijfers, figuratieve elementen en combinaties van kleuren alsmede een combinatie van zodanige tekens omvatten, komen in aanmerking voor inschrijving als handelsmerken. Wanneer de desbetreffende waren of diensten niet kunnen worden onderscheiden met de tekens op zichzelf, kunnen de Leden het in aanmerking komen voor inschrijving afhankelijk stellen van het onderscheidend vermogen op grond van het gebruik. De Leden kunnen als voorwaarde voor inschrijving verlangen dat de tekens met het oog waarneembaar zijn.


2.  Het eerste lid mag niet zo worden uitgelegd dat daardoor een Lid wordt belet inschrijving van een handelsmerk te weigeren op andere gronden, mits deze niet afwijken van de bepalingen van het Verdrag van Parijs (1967).


3.  De Leden kunnen het in aanmerking komen voor inschrijving afhankelijk stellen van het gebruik. Het feitelijk gebruik van een handelsmerk is evenwel geen voorwaarde voor het indienen van een aanvraag voor inschrijving. Een aanvraag mag niet worden afgewezen uitsluitend op grond van het feit dat het voorgenomen gebruik niet heeft plaats gevonden voor het verstrijken van een tijdvak van drie jaar vanaf de datum van de aanvraag.


4.  De aard van de waren of diensten waarop een handelsmerk zal worden toegepast, vormt in geen geval een belemmering voor de inschrijving van het handelsmerk.


5.  De Leden publiceren elk handelsmerk voordat het wordt ingeschreven dan wel onmiddellijk nadat het is ingeschreven en bieden een redelijke mogelijkheid voor verzoeken om doorhaling van de inschrijving. Daarnaast kunnen de Leden gelegenheid bieden voor verzet tegen de inschrijving van een handelsmerk.