Regel 151

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Indien een aanvrage is ingediend door meer dan één persoon en indien in het verzoek om verlening van het Europees octrooi geen gemeenschappelijke vertegenwoordiger is aangewezen, wordt de in het verzoek als eerste genoemde aanvrager geacht op te treden als gemeenschappelijke vertegenwoordiger. Indien een van de aanvragers verplicht is een erkende gemachtigde aan te wijzen, wordt deze gemachtigde beschouwd als de gemeenschappelijke vertegenwoordiger, tenzij de eerst genoemde aanvrager zelf een erkende gemachtigde heeft aangewezen. Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing op derden die gezamenlijk oppositie hebben ingesteld of een verzoek tot tussenkomst hebben ingediend, alsmede op gemeenschappelijke houders van een Europees octrooi.


2. Indien tijdens de procedure de Europese octrooiaanvraag overgaat op meer dan één persoon en deze personen geen gemeenschappelijke vertegenwoordiger hebben aangewezen, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing. Indien de toepassing hiervan niet mogelijk is, verzoekt het Europees Octrooibureau deze personen een gemeenschappelijke vertegenwoordiger aan te wijzen binnen een te stellen termijn. Indien aan dit verzoek geen gevolg wordt gegeven, wijst het Europees Octrooibureau zelf de gemeenschappelijke vertegenwoordiger aan.