Regel 56a

Print this page

1. Indien bij het onderzoek bedoeld in artikel 90, eerste lid, blijkt dat de beschrijving, de conclusies of de tekeningen, of delen van deze stukken van de aanvrage abusievelijk lijken te zijn ingediend, verzoekt het Europees Octrooibureau de aanvrager de juiste stukken van de aanvrage of delen binnen twee maanden in te dienen. De aanvrager kan zich niet beroepen op het uitblijven van een dergelijke uitnodiging.

 

2. Indien de in het eerste lid bedoelde juiste stukken van de aanvrage of delen worden ingediend op of vóór de datum van indiening om aldus de aanvrage te verbeteren, worden deze juiste stukken van de aanvrage of delen opgenomen in de aanvrage en worden de abusievelijk ingediende stukken van de aanvrage of delen geacht niet te zijn ingediend. Het Europees Octrooibureau stelt de aanvrager daarvan in kennis.

 

3. Indien de juiste stukken van de aanvrage of delen bedoeld in het eerste lid worden ingediend na de datum van indiening, maar binnen twee maanden na de datum van indiening, of indien een verzoek gedaan ingevolge het eerste lid of ingevolge regel 56, eerste lid, binnen twee maanden na dat verzoek wordt ingediend, wordt de datum van indiening van de aanvrage gewijzigd in de datum waarop de juiste stukken van de aanvrage of delen zijn ingediend. De juiste stukken van de aanvrage of delen worden opgenomen in de aanvrage en de abusievelijk ingediende stukken van de aanvrage of delen worden geacht niet te zijn ingediend. Het Europees Octrooibureau stelt de aanvrager daarvan in kennis.

 

4. Indien de juiste stukken van de aanvrage of delen binnen de termijn overeenkomstig het derde lid zijn ingediend en voor de aanvrage een beroep op voorrang van een eerdere aanvrage wordt gedaan op de datum waarop aan de vereisten vervat in regel 40, eerste lid, is voldaan, blijft de datum van indiening de datum waarop aan de vereisten vervat in regel 40, eerste lid, is voldaan, mits de juiste stukken van de aanvrage of delen volledig zijn vervat in de eerdere aanvrage, wanneer de aanvrager binnen de termijn overeenkomstig het derde lid, daarom verzoekt en het volgende indient:

 

a. een afschrift van de eerdere aanvrage, tenzij het Europees Octrooibureau overeenkomstig regel 53, tweede lid, beschikt over een dergelijk afschrift;

 

b. indien de eerdere aanvrage niet in een officiële taal van het Europees Octrooibureau is gesteld, een vertaling daarvan in een van deze talen, tenzij het Europees Octrooibureau overeenkomstig regel 53, derde lid, over een dergelijk afschrift beschikt; en

 

c. een vermelding waar de juiste stukken van de aanvrage of delen volledig zijn opgenomen in de eerdere aanvrage en, indien van toepassing, in de vertaling ervan.

 

Indien aan deze vereisten is voldaan, dienen de juiste stukken van de aanvrage of delen te worden opgenomen in de aanvrage en blijven de abusievelijk ingediende stukken van de aanvrage of delen in de aanvrage.

 

5. Indien de aanvrager:

 

a. verzuimt de juiste stukken van de aanvrage of delen binnen de termijn overeenkomstig het eerste of derde lid in te dienen, of

 

b. overeenkomstig het zevende lid juiste stukken van de aanvrage of delen die overeenkomstig het derde lid waren ingediend, intrekt,

wordt de indiening van de juiste stukken van de aanvrage of delen geacht niet te hebben plaatsgevonden en blijven de abusievelijk ingediende stukken van de aanvrage of delen in de aanvrage of worden weer teruggeplaatst in de aanvrage. Het Europees Octrooibureau stelt de aanvrager daarvan in kennis.

 

6. Indien de aanvrager verzuimt om binnen de termijn overeenkomstig het derde lid te voldoen aan de vereisten bedoeld in het vierde lid, onderdelen a tot en met c, wordt de datum van indiening van de aanvrage gewijzigd in de datum waarop de juiste stukken van de aanvrage of delen zijn ingediend. De indiening van abusievelijk ingediende stukken van de aanvrage of delen wordt geacht niet te hebben plaatsgevonden. Het Europees Octrooibureau stelt de aanvrager daarvan in kennis.

 

7. Binnen een maand na de kennisgeving bedoeld in het derde of zesde lid, laatste volzin, kan de aanvrager de ingediende juiste stukken van de aanvrage of delen intrekken, in welk geval de datum van indiening geacht wordt niet te zijn gewijzigd. Het Europees Octrooibureau stelt de aanvrager daarvan in kennis.

 

8. Indien de aanvrager juiste stukken van de aanvrage of delen indient ingevolge het derde of vierde lid nadat het Europees Octrooibureau begonnen was met opstellen van het verslag van het nieuwheidsonderzoek, verzoekt het Europees Octrooibureau de aanvrager een aanvullende taks voor het nieuwheidsonderzoek te betalen binnen een maand. Indien taks voor het nieuwheidsonderzoek niet binnen de gestelde termijn is betaald, wordt de aanvrage geacht te zijn ingetrokken.