Artikel 27

Print this page

  weegschaal.png

 

1.   Een onderzoeksverslag van de resultaten van een technisch onderzoek dat in een lidstaat voor officiële doeleinden door één van de krachtens artikel 55, lid 1, van de basisverordening voor het betreffende ras bevoegde instanties is of wordt uitgevoerd, mag door het Bureau als een voldoende grondslag voor een beslissing worden aangemerkt, op voorwaarde dat:

a) het voor het technische onderzoek ter beschikking gestelde materiaal naar hoeveelheid en vorm aan de overeenkomstig artikel 55, lid 4, van de basisverordening vastgestelde normen voldeed;

b) het technische onderzoek is verricht op een wijze die verenigbaar is met de overeenkomstig artikel 55, lid 1, van de basisverordening door de raad van bestuur aan de onderzoeksbureaus opgedragen taken, en met inachtneming van de overeenkomstig artikel 56, lid 2, van de basisverordening en de artikelen 22 en 23 van deze verordening vastgestelde testrichtsnoeren en algemene instructies;

c) het Bureau in de gelegenheid is gesteld de uitvoering van het betrokken technische onderzoek te controleren, en

d) voor zover het eindverslag niet onmiddellijk beschikbaar is, de tussentijdse verslagen betreffende elke teeltperiode vóór het onderzoeksverslag bij het Bureau worden ingediend.

2.   Wanneer het Bureau van oordeel is dat het in lid 1 bedoelde onderzoeksverslag onvoldoende grondslag voor een beslissing vormt, kan het, na raadpleging van de aanvrager en het betrokken onderzoeksbureau, handelen overeenkomstig de procedure van artikel 55 van de basisverordening.

3.   Het Bureau en elk bevoegd nationaal bureau voor kwekersrechten in een lidstaat verlenen elkaar administratieve bijstand door elkaar, op verzoek, de reeds bestaande onderzoeksverslagen betreffende het ras ter beschikking te stellen met het oog op de beoordeling van de onderscheidbaarheid, de homogeniteit en de bestendigheid van dit ras. Het Bureau of het bevoegde nationale bureau voor kwekersrechten rekenen voor de overlegging van een dergelijk verslag een bepaald bedrag aan, dat door de betrokken bureaus is overeengekomen.

4.   Een onderzoeksverslag over de resultaten van een technisch onderzoek dat voor officiële doeleinden is of wordt uitgevoerd in een derde land dat lid is van de Internationale Unie ter bescherming van kweekproducten (UPOV), mag door het Bureau als voldoende grondslag voor een beslissing worden aangemerkt, op voorwaarde dat het technisch onderzoek voldoet aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in een schriftelijke overeenkomst tussen het Bureau en de bevoegde autoriteiten van dat derde land. De voorwaarden hebben ten minste betrekking op:

a) het materiaal, als bedoeld in lid 1, onder a);

b) de bepaling dat een technisch onderzoek is verricht op een wijze die in overeenstemming is met de overeenkomstig artikel 56, lid 2, van de basisverordening vastgestelde testrichtsnoeren en algemene instructies;

c) de bepaling dat het Bureau in de gelegenheid is gesteld de geschiktheid te evalueren van de voorzieningen voor het uitvoeren van een technisch onderzoek betreffende de betrokken soort in dat derde land, en de uitvoering van het betrokken technisch onderzoek te controleren, en

d) de bepalingen inzake het beschikbaar zijn van de verslagen, overeenkomstig lid 1, onder d).