Regel 56

Print this page

1. In de tot de partijen gerichte oproep tot verschijnen in een mondelinge procedure overeenkomstig artikel 75 (thans artikel 77, red. Boek9) van de verordening wordt op lid 3 van de onderhavige regel gewezen. De oproep wordt ten minste een maand van tevoren gedaan, tenzij partijen met een kortere termijn instemmen.

 

2. Bij de oproep tot verschijnen vestigt het Bureau de aandacht op de punten die naar het oordeel ervan moeten worden besproken om tot een beslissing te kunnen komen.

 

3. Indien een partij die behoorlijk is opgeroepen om in een mondelinge procedure voor het Bureau te verschijnen, niet verschijnt, kan de procedure buiten haar aanwezigheid worden voortgezet.