Regel 96

Print this page

1. Onverminderd artikel 115, leden 4 en 7, van de verordening en tenzij in de onderhavige regels anders is bepaald, mag elke partij in schriftelijke procedures voor het Bureau elk van de talen van het Bureau gebruiken. Indien de gekozen taal niet de proceduretaal is, verschaft de partij binnen één maand na de indiening van het oorspronkelijke stuk een vertaling in de proceduretaal. Indien de aanvrager van een Gemeenschapsmerk de enige partij in een procedure voor het Bureau is en de voor de indiening van de aanvrage om het Gemeenschapsmerk gebruikte taal niet een van de talen van het Bureau is, mag de vertaling tevens in de door de aanvrager in zijn aanvrage opgegeven tweede taal worden ingediend.

 

2. Tenzij in deze regels anders is bepaald, kunnen stukken die in procedures voor het Bureau worden gebruikt, in elke officiële taal van de Gemeenschap worden ingediend. Indien de taal van die stukken niet de proceduretaal is, kan het Bureau eisen dat binnen een door het Bureau gestelde termijn een vertaling in die taal of, naar keuze van de partij bij de procedure, in een van de talen van het Bureau wordt ingediend.