Regel 97

Print this page

1. Elke partij bij een mondelinge procedure voor het Bureau kan in plaats van de proceduretaal een van de andere officiële talen van de Gemeenschap gebruiken, mits zij schikkingen treft voor het tolken in de proceduretaal. Indien de mondelinge procedure deel uitmaakt van een procedure betreffende de aanvrage tot inschrijving van een merk, mag de aanvrager ofwel de taal van de aanvrage, ofwel de door hemzelf opgegeven tweede taal gebruiken.

 

2. Bij een mondelinge procedure betreffende de aanvrage tot inschrijving van een merk kunnen de personeelsleden van het Bureau ofwel de taal van de aanvrage, ofwel de door de aanvrager opgegeven tweede taal gebruiken. Bij alle andere mondelinge procedures kan het personeel van het Bureau, in plaats van de proceduretaal, een van de andere talen van het Bureau gebruiken, mits de partij, respectievelijk partijen bij de procedure daarmee instemt, respectievelijk instemmen.

 

3. Bij onderzoeksverrichtingen kan iedere partij die moet worden gehoord, de getuige of de deskundige, die de proceduretaal niet voldoende beheerst, ongeacht welke officiële taal van de Gemeenschap gebruiken. Indien op verzoek van een partij bij de procedure tot bepaalde onderzoeksverrichtingen wordt besloten, kunnen partijen die moeten worden gehoord, de getuigen of de deskundigen, die zich in een andere taal dan in de proceduretaal uitdrukken, slechts worden gehoord indien de partij die het verzoek heeft ingediend, schikkingen treft voor het tolken in de proceduretaal. In procedures betreffende de aanvrage om inschrijving van een merk mag, in plaats van de taal van de aanvrage, de door de aanvrager opgegeven tweede taal worden gebruikt. In procedures met slechts één partij kan het Bureau op verzoek van de betrokken partij afwijkingen van dit lid toestaan.

 

4. Indien de partijen en het Bureau daarmee instemmen, mag in de mondelinge procedure ongeacht welke officiële taal van de Gemeenschap worden gebruikt.

 

5. Het Bureau treft, zo nodig, op eigen kosten schikkingen voor het tolken in de proceduretaal of, in voorkomend geval, in de andere talen van het Bureau, tenzij het tolken onder de verantwoordelijkheid van een van de partijen bij de procedures valt.

 

6. Verklaringen van personeelsleden van het Bureau, van partijen bij de procedures, van getuigen en van deskundigen in een mondelinge procedure, die in een van de talen van het Bureau worden afgelegd, worden in die taal in het proces-verbaal opgenomen. Verklaringen in een andere taal worden in de proceduretaal opgenomen. Wijzigingen in de tekst van de aanvrage om of van de inschrijving van een Gemeenschapsmerk worden in de proceduretaal in het proces-verbaal opgenomen.