Artikel 7

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Het Bureau brengt op de aanvrage de datum van ontvangst en het dossiernummer aan. Elk model van een meervoudige aanvrage wordt door het Bureau genummerd volgens een door de voorzitter vastgesteld systeem. Het Bureau verstrekt de aanvrager onverwijld een ontvangstbewijs, waarop het dossiernummer, de afbeelding, een beschrijving of een andere aanduiding van het model, de aard en het aantal van de stukken alsmede de datum waarop zij zijn ontvangen, worden vermeld. In het geval van een meervoudige aanvrage worden op het door het Bureau verstrekte ontvangstbewijs de identificatiegegevens van het eerste model en het aantal ingediende modellen vermeld.

 

2. Wanneer de aanvrage overeenkomstig artikel 35 van Verordening (EG) nr. 6/2002 bij de centrale dienst voor de industriële eigendom van een lidstaat of bij het Benelux-Bureau voor tekeningen of modellen is ingediend, nummert de instantie waarbij de aanvrage is ingediend, elke bladzijde van de aanvrage met Arabische cijfers. Deze instantie vermeldt op de aanvrage de datum van ontvangst en het aantal bladzijden ervan alvorens de aanvrage aan het Bureau door te zenden. De instantie waarbij de aanvrage is ingediend, verstrekt de aanvrager onverwijld een ontvangstbewijs, waarop ten minste de aard en het aantal van de stukken alsmede de datum van ontvangst worden vermeld.

 

3. Indien het Bureau een aanvrage via de centrale dienst voor de industriële eigendom van een lidstaat of via het Benelux-Bureau voor tekeningen of modellen ontvangt, vermeldt het de dag van ontvangst en het dossiernummer op de aanvrage en verstrekt het de aanvrager onverwijld een ontvangstbewijs overeenkomstig lid 1, derde en vierde alinea, met vermelding van de datum van ontvangst bij het Bureau.