Artikel 47

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Bij het onderzoek van de oppositie verzoekt het Bureau, zo dikwijls als nodig, de partijen binnen een door het Bureau te stellen termijn te antwoorden op mededelingen van de andere partijen of van het Bureau zelf.


2. Op verzoek van de aanvrager levert de houder van een ouder Uniemerk die oppositie heeft ingesteld, het bewijs dat in de termijn van vijf jaar vóór de datum van indiening of de datum van voorrang van de aanvraag voor het Uniemerk het oudere Uniemerk in de Unie normaal is gebruikt voor de waren of diensten waarvoor het ingeschreven is en waarop de oppositie gebaseerd is, of dat er geldige redenen zijn voor het niet-gebruik, voor zover het oudere Uniemerk op die datum sinds ten minste vijf jaar ingeschreven was. Bij gebreke van dat bewijs wordt de oppositie afgewezen. Indien het oudere Uniemerk slechts wordt gebruikt voor een deel van de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven, wordt het voor het onderzoek van de oppositie geacht alleen voor dat deel van de waren of diensten te zijn ingeschreven.


3. Lid 2 is van toepassing op de in artikel 8, lid 2, onder a), bedoelde oudere nationale merken, met dien verstande dat het gebruik in de Unie wordt vervangen door het gebruik in de lidstaat waar het oudere nationale merk beschermd wordt.


4. Indien het Bureau dat nuttig acht, verzoekt het partijen tot een minnelijke schikking te komen.


5. Indien uit het onderzoek van de oppositie blijkt, dat het merk niet kan worden ingeschreven voor alle of een deel van de waren of diensten waarvoor het Uniemerk wordt aangevraagd, wordt de aanvraag voor de betrokken waren of diensten afgewezen. Zo niet, dan wordt de oppositie afgewezen.


6. Wanneer de beslissing waarbij de aanvraag wordt afgewezen onherroepelijk is geworden, wordt zij gepubliceerd.