Artikel 6quinquies

Print this page

  weegschaal.png

 

A.

1. Elk fabrieks- of handelsmerk, dat op regelmatige wijze in het land van oorsprong is ingeschreven, zal in de andere landen der Unie tot het depot toegelaten en als zodanig beschermd worden, onder de in dit artikel aangegeven voorbehouden. Deze landen zullen, alvorens tot de definitieve inschrijving over te gaan, de overlegging kunnen eisen van een verklaring van inschrijving in het land van oorsprong, afgegeven door de bevoegde autoriteit. Voor deze verklaring zal geen legalisatie worden gevorderd.

 

2. Als land van oorsprong zal worden beschouwd het land der Unie, waar de inzender een daadwerkelijke en wezenlijke inrichting van nijverheid of handel heeft en, zo hij een dergelijke inrichting in de Unie niet heeft, het land van de Unie, waar hij zijn woonplaats heeft, en, indien hij geen woonplaats heeft in een Unieland, het land van zijn nationaliteit, in het geval dat hij onderdaan is van een land der Unie.


B.

Fabrieks- en handelsmerken, als in dit artikel bedoeld zullen slechts in de volgende gevallen ter inschrijving geweigerd of nietig verklaard kunnen worden :
1° wanneer zij van dien aard zijn, dat daarmede inbreuk gemaakt kan worden op rechten, door derden verkregen in het land waar de bescherming wordt gevraagd;
2° wanneer zij elk onderscheidend kenmerk missen ofwel uitsluitend bestaan uit tekens of aanwijzingen, welke in de handel kunnen dienen tot aanduiding van de soort, de hoedanigheid, de hoeveelheid, de bestemming, de waarde, de plaats van herkomst der waren of het tijdstip van voortbrenging, of gebruikelijk zijn geworden in de gangbare taal of de eerlijke en vaststaande gewoonten van de handel in het land waar de bescherming wordt gevraagd;
3° wanneer zij strijdig zijn met de goede zeden of met de openbare orde, en met name wanneer door de merken misleiding van het publiek te verwachten is. Het is wel verstaan, dat een merk niet als strijdig met de openbare orde zal kunnen worden beschouwd om de enkele reden dat het niet overeenkomt met enige bepaling van de wetgeving op de merken, behalve in het geval dat deze bepaling zelf de openbare orde betreft. Toepassing van artikel 10bis is echter voorbehouden.


C.

1. Bij de beoordeling of het merk voor bescherming in aanmerking komt zal rekening gehouden moeten worden met alle feitelijke omstandigheden, met name met de duur van het gebruik van het merk.

 

2. In andere landen der Unie zullen de fabrieks- of handelsmerken niet kunnen worden geweigerd, alleen op grond van het feit, dat zij van de merken die beschermd zijn in het land van oorsprong slechts verschillen door bestanddelen, die het onderscheidend kenmerk niet wijzigen en die niet raken aan de identiteit der merken in de vorm, waaronder zij in het land van oorsprong zijn ingeschreven.


D.

Niemand zal door de bepalingen van dit artikel begunstigd kunnen worden indien het merk, waarvan hij de bescherming vordert, niet is ingeschreven in het land van oorsprong.


E.

Evenwel zal in geen geval de vernieuwing van de inschrijving van een merk in het land van oorsprong de verplichting met zich brengen, de inschrijving in de andere landen der Unie, waar het merk zal zijn ingeschreven, te vernieuwen.


F.

Het genot van het recht van voorrang blijft behouden voor het depot van merken, verricht binnen de termijn van artikel 4, zelfs wanneer de inschrijving in het land van oorsprong eerst na het verstrijken van die termijn tot stand komt.