Aanvullende resolutie

Print this page

  weegschaal.png

 

1. De Diplomatieke Conferentie inzake het aannemen van een herzien Verdrag inzake het merkenrecht, gehouden te Singapore in maart 2006, is overeengekomen dat het door de Conferentie aangenomen verdrag het „Verdrag van Singapore inzake het merkenrecht’’ wordt genoemd (hierna te noemen „het Verdrag’’).


2. Bij het aannemen van het Verdrag is de Diplomatieke Conferentie overeengekomen dat onder de woorden „procedure voor het bureau’’in artikel 1, onderdeel viii, niet wordt verstaan gerechtelijke procedures ingevolge de wetgeving van de Verdragsluitende Partijen.


3. Onder erkenning van het feit dat het Verdrag voorziet in doelmatige en doeltreffende formele procedures inzake merken voor de Verdragssluitende Partijen, heeft de Diplomatieke Conferentie afgesproken dat de artikelen 2 en 8, de Verdragsluitende Partijen niet verplichten respectievelijk:

i. nieuwe typen merken in te schrijven zoals bedoeld in Voorschrift 3, vierde, vijfde en zesde lid van het Reglement; of

ii. elektronische archiefsystemen of andere geautomatiseerde systemen in te voeren.

Elke Verdragsluitende Partij kan zelf beslissen of en wanneer zij voorziet in de mogelijkheid van inschrijving van bovenbedoelde nieuwe typen merken.


4. Teneinde de implementatie van het Verdrag in ontwikkelingslanden en minstontwikkelde landen (MOLs) te vergemakkelijken, heeft de Diplomatieke Conferentie de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (WIPO) en de Verdragsluitende Partijen verzocht aanvullende en adequate technische bijstand te verlenen met inbegrip van technologische, juridische en ander vormen van ondersteuning teneinde de institutionele capaciteit van deze landen te versterken opdat zij het Verdrag kunnen implementeren en ten volle kunnen profiteren van de bepalingen ervan.


5. Bij dergelijke bijstand dient rekening gehouden te worden met het niveau van technologische en economische ontwikkeling van de landen die hulp ontvangen. Technologische ondersteuning zou de informatie- en communicatietechnologie-infrastructuur van deze landen kunnen helpen verbeteren hetgeen bij zou dragen tot het verkleinen van de technologische kloof tussen de Verdragsluitende Partijen. De Diplomatieke Conferentie merkte op dat een aantal landen het belang onderstreepten van het Digitale Solidariteitsfonds (DSF) bij het dichten van de digitale kloof.


6. Na de inwerkingtreding van het Verdrag verplichten de Verdragsluitende Partijen zich bovendien op multilaterale basis informatie en ervaringen inzake de wettelijke, technische en institutionele aspecten betreffende de implementatie van het Verdrag uit te wisselen en te delen alsmede informatie over hoe ten volle geprofiteerd kan worden van de kansen en voordelen die uit het Verdrag voortvloeien.


7. De Diplomatieke Conferentie, de bijzondere omstandigheden en behoeften van MOLs erkennend, is overeengekomen dat MOLs een bijzondere en gedifferentieerde behandeling zal worden toegekend inzake de implementatie van het Verdrag, en wel op de volgende wijze:

a. MOLs zijn de eerste en voornaamste ontvangers van technische bijstand door de Verdragsluitende Partijen en de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (WIPO);

b. dergelijke technische bijstand omvat het volgende:

i. hulp bij het opzetten van het juridisch kader voor de implementatie van het Verdrag,

ii. informatie, onderwijs en bewustmaking betreffende de gevolgen van toetreding tot het Verdrag,

iii. hulp bij het herzien van bestuurlijke praktijken en procedures van nationale autoriteiten die belast zijn met merkinschrijving,

iv. hulp bij het uitbreiden van de benodigde faciliteiten en opgeleide mensen bij de bureaus voor de intellectuele eigendom, met inbegrip van capaciteit op het gebied van informatie- en communicatietechnologie teneinde het Verdrag en het Reglement daarvan effectief te implementeren.


8. De Diplomatieke Conferentie verzocht de Vergadering tijdens elke gewone zitting de voortgang van de bijstand betreffende de implementatie en de voordelen die uit een dergelijke implementatie voortvloeien te controleren en te evalueren.


9. De Diplomatieke Conferentie is overeengekomen dat geschillen die tussen twee of meer Verdragsluitende Partijen rijzen betreffende de uitlegging of toepassing van dit Verdrag in der minne beslecht dienen te worden door middel van overleg of bemiddeling onder auspiciën van de Directeur-Generaal.