Artikel 23

Print this page

1. Elk Lid voorziet in de wettelijke middelen om belanghebbenden in staat te stellen het gebruik te beletten van een geografische aanduiding ter benoeming van wijnen voor wijnen die niet hun oorsprong hebben in de door de geografische aanduiding in kwestie aangeduide plaats, of van een geografische aanduiding ter benoeming van spiritualiën voor spiritualiën die niet hun oorsprong hebben in de door de geografische aanduiding in kwestie aangeduide plaats, zelfs wanneer de werkelijke oorsprong van de waren is vermeld of de geografische aanduiding wordt gebruikt in vertaling of vergezeld gaat van uitdrukkingen zoals “soort”, “type”, “stijl”, “imitatie” en dergelijke [4].


2. De inschrijving van een handelsmerk voor wijnen die een geografische aanduiding ter benoeming van wijnen bevat, of uit zo'n aanduiding bestaat, dan wel voor spiritualiën dat een geografische aanduiding ter benoeming van spiritualiën bevat, of uit zo'n aanduiding bestaat, wordt geweigerd of nietig verklaard, hetzij ambtshalve, indien de wetgeving van een Lid zulks toelaat, hetzij op verzoek van een belanghebbende, met betrekking tot wijnen of spiritualiën die niet deze oorsprong hebben.


3. In het geval van gelijkluidende geografische aanduidingen voor wijnen wordt aan elke aanduiding bescherming verleend, onverminderd artikel 22, vierde lid. Elk Lid stelt de praktische voorwaarden vast waaronder de gelijkluidende aanduidingen in kwestie van elkaar zullen worden onderscheiden, met inachtneming van de noodzaak een billijke behandeling van de betrokken producenten te waarborgen en de consumenten niet te misleiden.


4. Ten einde de bescherming van geografische aanduidingen voor wijnen te vergemakkelijken, worden binnen de Raad voor de handelsaspecten van de intellectuele eigendom onderhandelingen aangegaan betreffende de instelling van een multilateraal stelsel van kennisgeving en registratie van geografische aanduidingen voor wijnen die in aanmerking komen voor bescherming in de Leden die deelnemen aan het stelsel.

[4] Niettegenstaande de eerste volzin van artikel 42 kunnen Leden met betrekking tot deze verplichtingen ook voorzien in administratieve maatregelen om deze te doen naleven.