Artikel 10

Print this page

  weegschaal.png

 

1. [Wijziging van de naam of het adres van de rechthebbende]

a. Wanneer er geen sprake is van een verandering van rechthebbende, maar diens naam en/of adres zijn gewijzigd, accepteert elke Verdragsluitende Partij dat er een verzoek om aantekening van de wijziging door het bureau in zijn merkenregister wordt gedaan in de vorm van een bericht waarin het nummer van de desbetreffende inschrijving en de aan te tekenen wijziging zijn vermeld.

b. Elke Verdragsluitende Partij kan verlangen dat in het verzoekschrift worden vermeld:

i. de naam en het adres van de rechthebbende;

ii. wanneer de rechthebbende een gemachtigde heeft, de naam en het adres van deze gemachtigde;

iii. wanneer de rechthebbende domicilie heeft gekozen, het gekozen domicilie.

c. Elke Verdragsluitende Partij kan verlangen dat voor het verzoekschrift rechten aan het bureau worden betaald.

d. Eén verzoekschrift is voldoende, zelfs wanneer de wijziging betrekking heeft op meer dan een inschrijving, op voorwaarde dat de nummers van alle desbetreffende inschrijvingen in het verzoekschrift zijn vermeld.


2. [Wijziging van de naam of het adres van de deposant] Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing wanneer de wijziging betrekking heeft op een of meer aanvragen, dan wel op zowel een of meer aanvragen als op een of meer inschrijvingen, met dien verstande dat wanneer de aanvrage nog geen nummer heeft gekregen of wanneer dit nummer de deposant of diens gemachtigde niet bekend is, het verzoekschrift de aanvrage op een andere wijze dient aan te duiden, zoals voorgeschreven in het Reglement.


3. [Wijziging van de naam of het adres van de gemachtigde of met betrekking tot de domiciliekeuze] Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een wijziging van de naam of het adres van de eventuele gemachtigde en op een wijziging met betrekking tot de eventuele domiciliekeuze.


4. [Verbod van andere voorwaarden] Geen enkele Verdragsluitende Partij mag eisen dat aan andere dan de in het eerste tot en met het derde lid en de in artikel 8 genoemde voorwaarden wordt voldaan met betrekking tot het in dit artikel bedoelde verzoekschrift. Met name de overlegging van een bewijs betreffende de wijziging mag niet worden verlangd.


5. [Bewijsstukken] Elke Verdragsluitende Partij kan verlangen dat aan het bureau bewijsstukken worden verstrekt wanneer het bureau redelijkerwijs kan twijfelen aan de juistheid van een gegeven in het verzoekschrift.