Artikel 5

Print this page

      

 

1)  a) De bijzondere Unie kent een Algemene Vergadering, samengesteld uit de landen van de bijzondere Unie.
 b) De Regering van elk land is vertegenwoordigd door een afgevaardigde, die zich kan doen bijstaan door plaatsvervangers, adviseurs en deskundigen.
 c) De door elke delegatie gemaakte kosten worden gedragen door de Regering die haar heeft aangewezen.

 

2) a) Onverminderd het bepaalde in artikel 3:
 i) neemt de Algemene Vergadering alle vraagstukken in behandeling betreffende de instandhouding en de ontwikkeling van de bijzondere Unie en de toepassing van deze Overeenkomst;
 ii) verstrekt zij aan het Internationale Bureau richtlijnen betreffende de voorbereiding van herzieningsconferenties;
 iii) bestudeert zij en hecht zij haar goedkeuring aan de rapporten en werkzaamheden van de Directeur-Generaal van de Organisatie (hierna te noemen de „Directeur-Generaal”) met betrekking tot de bijzondere Unie en verstrekt zij hem alle van belang zijnde richtlijnen met betrekking tot de vraagstukken ter zake van de competentie van de bijzondere Unie;
 iv) stelt zij het programma en de tweejaarlijkse begroting van de bijzondere Unie vast en keurt zij haar jaarrekeningen goed;
 v) stelt zij het financiële reglement van de bijzondere Unie vast;
 vi) besluit zij over de opstelling van de officiële teksten van de internationale classificatie in andere talen dan het Engels en het Frans;
 vii) roept zij, naast de Commissie van deskundigen ingesteld bij artikel 3, de andere commissies van deskundigen en de werkgroepen in het leven welke zij van belang acht voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de bijzondere Unie;
 viii) beslist zij welke landen, geen leden der bijzondere Unie zijnde, en welke intergouvernementele en niet-gouvernementele internationale organisaties als waarnemers tot haar vergaderingen kunnen worden toegelaten;
 ix) neemt zij de wijzigingen aan van de artikelen 5 tot en met 8;
 x) verricht zij iedere handeling die dienstig is ter verwezenlijking van de doelstellingen van de bijzondere Unie;
 xi) verricht zij alle overige taken die in deze Overeenkomst besloten liggen.
 b) Aangaande de vraagstukken die eveneens andere door de Organisatie beheerde Unies raken, doet de Algemene Vergadering uitspraak na het advies van de Coördinatiecommissie van de Organisatie te hebben ingewonnen.


3) a) Elk land dat lid is van de Algemene Vergadering brengt één stem uit.
 b) Het quorum wordt gevormd door de helft van de landen die lid zijn van de Algemene Vergadering.
 c) Niettegenstaande het bepaalde onder b) van dit artikel kunnen, indien gedurende een zitting het aantal vertegenwoordigde landen kleiner is dan de helft, maar gelijk aan of groter dan het derde deel van de landen die lid zijn van de Algemene Vergadering, door die Vergadering besluiten worden genomen; evenwel worden de besluiten van de Algemene Vergadering, met uitzondering van die welke haar eigen procedure betreffen, eerst rechtens uitvoerbaar nadat aan de hierna vermelde voorwaarden is voldaan. Het Internationale Bureau brengt de hier bedoelde besluiten ter kennis van de landen die lid zijn van de Algemene Vergadering die niet vertegenwoordigd waren en verzoekt hun binnen een termijn van drie maanden, te rekenen van de datum van de bedoelde kennisgeving, schriftelijk hun stem uit te brengen of hun onthouding kenbaar te maken. Indien na afloop van deze termijn het aantal landen dat op deze wijze zijn stem heeft uitgebracht of zijn onthouding heeft kenbaar gemaakt ten minste gelijk is aan het aantal landen dat aan het quorum der vergadering ontbrak, zullen bedoelde besluiten rechtens uitvoerbaar worden, mits tezelfdertijd de vereiste meerderheid is bereikt.
 d) Onverminderd het bepaalde in artikel 8, tweede lid, worden de besluiten van de Algemene Vergadering genomen met een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen.
 e) Onthouding geldt niet als stem.
 f) Een afgevaardigde kan slechts één enkel land vertegenwoordigen en kan slechts uit naam van dit land zijn stem uitbrengen.


4)  a) De Algemene Vergadering komt eenmaal in de twee jaar in gewone zitting bijeen op uitnodiging van de Directeur-Generaal en, uitzonderlijke omstandigheden daargelaten, gedurende dezelfde periode en te zelfder plaatse als de Algemene Vergadering van de Organisatie.
 b) De Algemene Vergadering komt in buitengewone zitting bijeen op uitnodiging van de Directeur-Generaal ingevolge een verzoek van een vierde van de landen die lid zijn van de Algemene Vergadering.
 c) Voor elke zitting wordt de agenda opgesteld door de Directeur-Generaal.


5) De Algemene Vergadering stelt haar reglement van orde vast.