Rechtbank internationaal bevoegd kennis te nemen van geschil over model voor diepvriesfriet

04-04-2019 Print this page
IEPT20190327, Rb Den Haag, McCain v Simplot
(Met dank aan Roeland Grijpink, HOYNG ROKH MONEGIER)

Rechtbank zowel in conventie als reconventie internationaal bevoegd kennis te nemen van geschil over gestelde inbreuk op model voor Rustic Twist-friet: rechtbank in conventie bevoegd ex artikel 82 lid 4 onder b GModVo omdat Simplot is verschenen en bevoegdheid niet heeft bestreden, GModVo kent geen bijzondere regeling van bevoegdheid voor reconventionele vorderingen zodat de rechtbank in een geschil over inbreuk op een Gemeenschapsmodel internationale bevoegdheid kan ontlenen aan artikel 8 lid 3 Brussel I bis-Vo. Procedure in reconventie ambtshalve geschorst in afwachting van beslissing door McCain ingestelde nietigheidsprocedure bij het EUIPO. Beoordeling geschil in conventie aangehouden.

 

IPR - MODELRECHT

 

Geschil omtrent de afgebeelde diepvries frieten. McCain c.s. vordert in conventie – samengevat – dat de rechtbank voor recht verklaart dat McCain c.s. met de Rustic Twist-friet in de EU, althans in Nederland, geen inbreuk maakt op het Model van Simplot. Simplot vordert in reconventie dat de rechtbank de 12 buitenlandse McCain-vennootschappen beveelt iedere inbreuk op het Model te staken, met nevenvorderingen. Zie eerder (IEPT20170912) voor een uitgebreide bespreking van het geschil.

 

De rechtbank acht zichzelf in het onderhavige geschil zowel in conventie als reconventie internationaal bevoegd kennis te nemen de vorderingen. In conventie doet de rechtbank dit op grond van ex artikel 82 lid 4 onder b GModVo omdat Simplot is verschenen en bevoegdheid niet heeft bestreden. De rechtbank overweegt vervolgens dat de GModVo geen bijzondere regeling van bevoegdheid kent voor reconventionele vorderingen zodat de rechtbank in een geschil over inbreuk op een Gemeenschapsmodel internationale bevoegdheid kan ontlenen aan artikel 8 lid 3 Brussel I bis-Vo. Aan de voorwaarden van artikel 8 lid 3 Brussel I bis-Vo is in dit geval voldaan. De procedure in reconventie spruit voort uit hetzelfde rechtsfeit als de procedure in conventie. In beide gevallen is immers in geschil de vraag of McCain c.s. al dan niet inbreuk maakt op een (geldig) Gemeenschapsmodelrecht van Simplot op het Model in de EU.

 

De procedure in reconventie wordt vervolgens ex artikel 91 lid 1 GModVo ambtshalve geschorst in afwachting van een beslissing in de door McCain ingestelde nietigheidsprocedure bij het EUIPO. Beoordeling geschil in conventie aangehouden. Artikel 91 lid 1 GModVo biedt geen grondslag voor schorsing van de procedure in conventie. De rechtbank kan de beoordeling van de vordering in conventie echter wel aanhouden totdat er een definitieve beslissing is in de Nietigheidsprocedure. De rechtbank kiest voor deze optie nu McCain c.s. blijkens haar verzoek om de procedure ook in conventie te schorsen, weinig waarde lijkt te hechten aan een spoedige beoordeling van haar vordering. Simplot en de buitenlandse McCain vennootschappen hebben ter zitting bovendien een gedeeltelijke schikking bereikt, waardoor het belang van Simplot bij een onmiddellijke beoordeling van de vordering van de buitenlandse McCain vennootschappen niet langer evident is, zo oordeelt de rechtbank.

 

IEPT20190327, Rb Den Haag, McCain v Simplot

 

ECLI:NL:RBDHA:2019:2931