HR: Besparen van materiaal onder behoud van de constructiestijfheid is een technische functie

23-12-2022 Print this page
IEPT20221223, HR, Digital Revolution v Samsung

De Hoge Raad ziet geen aanleiding prejudiciële vragen te stellen aan het HvJEU. Het oordeel van het hof dat erop berust dat de technische functie van het besparen van materiaal onder behoud van de constructiestijfheid, de enige factor is waarom de ontwerper voor de ribbels en rasters heeft gekozen, strookt met de uitleg die het HvJEU in het Doceram-arrest heeft gegeven aan de Gemeenschapsmodellenverordening. De Hoge Raad verwerpt het beroep op grond van art. 81 R.O. De technische functie van het besparen van materiaal onder behoud van de constructiestijfheid is de enige factor waarom de ontwerper voor de ribbels en rasters heeft gekozen.


MODELRECHT 

 

De middelen in het principale beroep kunnen niet leiden tot vernietiging van het arrest en wordt ex 81 RO afgehandeld.

 

In het incidentele beroep wordt geklaagd dat het hof (IEPT20200421 en IEPT20180626) miskent dat materiaalbesparing een technisch effect heeft. Het hof heeft geoordeeld dat het effect van de ribbels en rasters niet de verbetering van constructiestijfheid is, maar het besparen van materiaal onder behoud van de constructiestijfheid.

 

De uiterlijke kenmerken bestaande in ribbels en rasters, uitsluitend door de technische functie worden bepaald, zodat deze van bescherming op grond van het gemeenschapsmodellenrecht zijn uitgesloten. Het hof heeft daarbij als uitgangspunt genomen dat het voor producten zoals tonercartridges in het algemeen niet voor de hand ligt dat bij de totstandkoming van de uiterlijke kenmerken, andere factoren een rol spelen dan de met de vormgeving te vervullen technische functie. 

 

De technische functie van het besparen van materiaal onder behoud van de constructiestijfheid is de enige factor waarom de ontwerper voor de ribbels en rasters heeft gekozen. 

 

Dat oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is zozeer verweven met waarderingen van feitelijke aard dat het voor het overige niet op juistheid kan worden onderzocht. Het oordeel strookt met de uitleg die het HvJEU in het Doceram-arrest heeft gegeven aan de Gemeenschapsmodellenverordening. 

 

De Hoge Raad ziet daarom geen aanleiding om over het voorgaande prejudiciële vragen te stellen aan het HvJEU en verwerpt het beroep. Digital Revolution wordt veroordeeld in de proceskosten van het principale beroep (€79.614,50) en de kosten in incidentele beroep (€13.376,00 )dienen door Samsung te worden vergoed.
 

IEPT20221223, HR, Digital Revolution v Samsung

ECLI:NL:HR:2022:1943