September 2021

Print this page

IEPT20210924, Rb Amsterdam, Farmers Defense Force v NRC

De column 'De boerenacties als basis voor dit protest', gepubliceerd op de website van NRC Media, is niet onrechtmatig jegens Farmers Defense Force; de publicatie is een column waarbij de mening van de columnist centraal staat en in een column heeft een auteur grote mate van vrijheid. 

 

IEPT202109029, Rb Midden-Nederland, Statisfact tegen Satisfact

Satisfact maakt inbreuk op de handelsnaamrechten van Statisfact. Naam wijkt in geringe mate af. Er is verwarringsgevaar. Logo's wijken af, maar dat neemt het verwarringsgevaar niet weg. Staking. Domeinnaamoverdracht. Brief aan klanten.

IEPT20210929, Rb Midden-Nederland, Hoggan v MusTec 

Vordering tot nietigverklaring Beneluxmerken MicroFET, ErgoFET en BioFET. Wel kennis van bestaan en gebruik van de merken (veronderstelt). Geen merkdepot te kwader trouw. Geen misleidende mededelingen of oneerlijke handelspraktijken, oneerlijke concurrentie. Artikel 1019h Rv niet van toepassing op nietigheidsprocedure.

 

IEPT20210928, Hof Den Bosch, Reacties onder Facebookbericht

Kort geding over rectificatie ten aanzien van een Facebookbericht en reacties daaronder. Discretionaire bevoegdheid rechter op grond van artikel 6:167 BW. Te verwachten effect van rectificatie is gering nu dit 14 maanden geleden speelde.

 

IEPT20210928, Hof Den Haag, Ledar v Ikea

 Ledar in het ongelijk gesteld. De rechtbank heeft niet ten onrechte geoordeeld dat artikel 128 lid 4 UMVo onder de gegeven omstandigheden noopt tot schorsing van de procedure in conventie en reconventie: de beweerdelijke inbreukmakende partij moet voorafgaand aan een inbreukprocedure een geldigheidsactie bij het Bureau kunnen instellen en het staat haar vrij vervolgens in de hoofdzaak ook nog een reconventionele geldigheidsactie in te stellen. Verder is grief 2 tevergeefs voorgesteld. Ledar stelt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat er geen bijzondere reden zou zijn om de behandeling voort te zetten, zoals bedoeld in artikel 132 lid 1 UMVo: Het enkele belang bij voortzetting van de procedure en het voorkomen van vertraging is de afdoening van de inbreukvordering is onvoldoende om als ‘bijzondere reden’ te kunnen worden aangemerkt. Grief 3 slaagt evenmin, waarin Ledar op komt tegen de conclusie dat de procedure niet alleen in reconventie, maar ook in conventie moet worden geschorst: in artikel 132 lid 1 en artikel 128 lid 4 UMVo wordt nadrukkelijk gesproken over enerzijds een ingestelde vordering (de conventie) en anderzijds over een reconventionele vordering.

 

IEPT20210924, Rb Noord-Nederland, Portret directeur UWV

Verbod op het verhandelen van een boek over en/of het doen van onrechtmatige uitingen over het UWV en haar algemeen directeur: de beschuldigingen van moord, fraude en deelname aan criminele organisaties op Facebook en websites zijn buitenproportioneel, beledigend en bedreigend en daarmee onrechtmatig. Verbod op het gebruik van foto’s, portretten (al dan niet in cartoonvorm) van de algemeen directeur van het UWV in boeken en blogs van gedaagde: Gedaagde was geen auteursrechthebbende van het portret en had geen toestemming van de algemeen directeur, overeenkomstig artikel 20 Aw. Een cartoonversie doet hier niet aan af.

 

IEPT20210924, Rb Den Haag, Budget Verhuisservice v Snelle budget Verhuisservice 

Handelsnamen Budget Verhuisservice en Snelle Budget Verhuisservice wijken in geringe mate van elkaar af: de toevoeging van het woord ‘snelle’ is niet te kwalificeren als een kleine variatie op de handelsnaam waardoor verwarringsgevaar weggenomen zou kunnen worden, verwarring heeft reeds plaatsgevonden.

 

IEPT20210922, Rb Den Haag, Bacardi v Van Caem
€ 1,75 miljoen aan dwangsommen verbeurd wegens overtreding stakingsbevel en opgavebevel. Rechtbank kan dwangsom niet matigen (art. 611d Rv). De rechtbank is niet de rechter die de dwangsom heeft opgelegd, dat was de vzgr, en Van Caem heeft geen vordering ingesteld, maar een verweer gevoerd. Aan dit verweer kan de rechtbank dan ook niet toekomen. Verbod op (laten) decoderen afgewezen wegens gezag van gewijsde arrest Hof Den Haag 30 september 2014. Het ging derhalve om hetzelfde geschilpunt. Het Hof heeft toen vastgesteld dat de feitelijke onderbouwing vast stond, maar vervolgens geoordeeld dat de vordering werd afgewezen omdat de onrechtmatige daad onvoldoende was onderbouwd naar het daarop toepasselijke recht. Geen winstafdracht wegens ontbreken kwade trouw merkinbreuk. Geen kwade trouw zolang standpunt in redelijkheid niet als bij voorbaat kansloos kan worden aangemerkt. Geen bestuurdersaansprakelijkheid. Bacardi heeft in deze procedure echter onvoldoende onderbouwd dat Van Caem Klerks ten tijde van de inbreuken al wist of behoorde te weten dat een schadevergoedingsvordering van Bacardi voor die inbreuken, onverhaalbaar zou zijn. De gestelde onverhaalbaarheid is volgens Bacardi het gevolg van het feit dat Van Caem haar bedrijfsactiviteiten op enig moment in 2012 heeft gestaakt. Dat nadien nog inbreuken hebben plaatsgevonden die Van Caem Klerks had kunnen voorkomen, is gesteld noch gebleken. Bewijslastverdeling inzake T1/T2 producten. Uit het Class-arrest kan echter ook meer in het algemeen het gevolg worden getrokken dat op Bacardi de plicht rust om de omstandigheden te stellen en, zo nodig, te bewijzen waaruit volgt dat zij haar verbodsrecht kan uitoefenen. Daartoe zal zij gemotiveerd moeten stellen dat het om goederen in het vrije verkeer van de EER gaat of om goederen die noodzakelijkerwijs in dat vrije verkeer zullen worden gebracht. T1-goederen die niet aan die laatste voorwaarde voldoen maken volgens het Hof van Justitie geen merkinbreuk. Instelling vertrouwensregime inzake gegevens over leveranciers parallelhandsactiviteiten, ook van niet-inbreukmakende inkooptransacties op T1.

 

IEPT20210921, Rb Oost-Brabant, Brandit
Niet uitgesloten dat de bodemrechter tot het oordeel komt dat [gedaagde sub 2] is tekortgeschoten in de uitoefening van de hem opgedragen taak als bestuurder (artikel 2:9 BW) door een concurrent van Brandit in het leven te roepen (Menoki), gebruikmakend van de know how en het e-mailadres, logo en format van Brandit, alsmede van het octrooi van [A] en [gedaagde sub 2] en en ten behoeve van deze concurrerende onderneming investeringen te hebben aangetrokken zonder de aandeelhouders en bestuurders van Brandit daarvan op de hoogte te stellen. 

 

IEPT20210917, Rb Rotterdam, Buma-Sena

Gedaagde is niet gehouden aan SENA vergoeding te betalen voor gebruik achtergrondmuziek in winkel, maar wel aan BUMA. Geen licentieovereenkomst met CENA. Beroep op coronacrisis als onvoorziene omstandigheid (artikel 6:258 BW) treft geen doel. De coronacrisis vormt dan wel een onvoorziene omstandigheid, maar in casu is er geen sprake van een fundamentele verstoring van het evenwicht van de overeenkomst.

 

IEPT20210917, Hof Den Haag, LONGi v Hanwha

Opheffing afgiftebeslag: Enkele in voorraad houden in Nederland of distributie naar 21 andere EOV-landen waar octrooi niet is gevalideerd  niet onrechtmatig. De blokkade van de verhandeling van zonnepanelen door middel van een afgiftebeslag in een land waar het octrooi niet geldt, is in ieder geval niet mogelijk als niet aannemelijk is dat de – gespecificeerd aan te geven – zonnepanelen bestemd. Geen opheffing bewijsbeslag: Hanwha heeft een voldoende zwaarwegend belang bij behoud van het bewijsbeslag. Beschermingsomvang octrooi: aannemelijk dat zogeheten drielaags passiveringsmechanisme onder de beschermingsomvang valt. Uitleg dat tussenlaag tussen het siliciumsubstraat en de eerste diëlektrische (aluminium) laag niet relevant is, is voldoende aannemelijk,  zoals genoegzaam blijkt uit het feit dat die uitleg gevolgd is door de ervaren octrooirechters van het Landgericht Düsseldorf.

 

IEPT20210916, HvJEU, The Software Incubator v Computer Associates

Het begrip verkoop van goederen in de zin van artikel 1(2) van de Handelsagenten-richtlijn (86/653/EEG) moet aldus worden uitgelegd dat het betrekking kan hebben op de elektronische levering van computersoftware aan een klant tegen betaling van een prijs, wanneer deze levering gepaard gaat met het verlenen van een permanente licentie voor het gebruik van die software. Verwijzend naar Usedsoft-arrest van 3 juli 2012 (IEPT20120703).


IEPT20210915, Rb Amsterdam, FvD v Google

Video FvD waarin onder andere wordt gezegd “Maar het belangrijkste, en dat zijn mijn afrondende woorden, dat we inzien dat met als voorwendsel één of andere hysterie over deze Chinese griep een infrastructuur is opgetuigd die op elk willekeurig moment, wegens elk willekeurig voorval opnieuw kan worden aangewend. Lockdowns, mondkapjes, afstand houden, niet meer reizen, geen handen meer schudden, belachelijke experimentele injecties laten inspuiten”-door YouTube rechtmatig van haar platform verwijderd: uitlatingen zijn in strijd met de servicevoorwaarden. Beroep op vrijheid van meningsuiting mag FvD niet baten: geen aanleiding voor overheidsingrijpen omdat niet elke effectieve uitoefening van de uitingsvrijheid wordt tegengegaan.

 

IEPT20210914, Hof Den Haag, Rat Pack v Ratpac

Handelsnaamrecht vereist beschermenswaardige bekendheid handelsnaam in Nederland: bescherming als handelsnaam vereist enigszins duurzaam gebruik in Nederland en de beschermingsomvang wordt bepaald door de beschermingswaardige bekendheid van een handelsnaam, dat wil zeggen dat (in ieder geval als het gaat om ondernemingen met meer dan plaatselijke betekenis) sprake moet zijn van een zodanige bekendheid dat bij het publiek verwarring is te duchten. Sprake van beschermenswaardige bekendheid van RAT PACK (FILMPRODUCTION) bij het algemene filmkijkende publiek (de eindafnemers) en bij het professionele publiek. Het publiek zal deze naam herkennen als de naam waaronder de onderneming, die de film (mede) heeft geproduceerd, zich ter identificatie bij het publiek aandient in openingstitel en aftiteling. Indirect verwarringsgevaar bij het algemene filmkijkende publiek door de geringe mate van afwijking tussen RAT PACK ENTERTAINMENT en RAT PACK FILMPRODUKTION, de aard van de ondernemingen en de wijze deze aan het algemene filmkijkende publiek wordt gepresenteerd en de omstandigheid dat dit publiek bij het bekijken van een film op vrijwel dezelfde wijze, namelijk in de openingstitel en de aftiteling, met de handelsnamen wordt geconfronteerd. Verbod tot gebruik RATPAC als handelsnaam in de openingstitel en aftiteling van na de betekening van dit arrest uit te brengen nieuwe films.

 

IEPT20210913, Rb Amsterdam, Kroongetuige Marengo-proces

Vordering eiser om DPG te verbieden op welke wijze dan ook feitelijke beschuldigingen jegens eisers te uiten en/of te verspreiden niet toewijsbaar: preventieve censuur gaat gezien de hoge drempel die hiervoor opgelegd is in vergelijking met de omstandigheden (maatschappelijk debat gebruik kroongetuige en kroongetuige is publiek figuur), veel te ver. Vordering DPG te verbieden het concept-artikel te openbaren evenmin toewijsbaar: het feitenmateriaal moet geacht worden daadwerkelijk te bestaan. AD past een zin aan en voegt een standpunt van de kroongetuige over het beweerde toe.

 

IEPT20210907, Hof Den Bosch, Namaakproducten Apple
Wel onderbouwd dat Apple appellante heeft aangesproken op verkoop van namaakproducten, maar onvoldoende onderbouwt dat geleverde producten van geïntimeerde (2) afkomstig zijn.

 

IEPT20210901, Rb Rotterdam, Ravestein v MacGregor

Bevoegdheidsincident. Onrechtmatige daad. Art. 7 sub 2 Brussel I bis-Vo. Een onder geheimhouding vallend ontwerp van Linkspan gedeeld, de assemblage vond plaats in Ridderkerk. Handlungsort. Rechtbank Rotterdam bevoegd.

 

IEPT20210901, Rb Rotterdam, Flying Dutch v Olimp Laboratories

Olimp kan op grond van de vaststellingsovereenkomst niet aansprakelijk worden gehouden voor gedragingen van haar distributeurs en wedeverkopers: een taalkundige uitleg van de overeenkomst laat zowel de lezing van Flexpower, als die van Olimp toe. De rechtbank neemt hierbij in overweging dat de overeenkomst opgesteld is door de advocaat van Flexpower. Door reclame-uitingen op YouTube en Facebook met het Flexpower-merk niet te verwijderen, heeft Olimp in strijd gehandeld met artikel 2 van de vaststellingsovereenkomst: dat verwijdering van de uitlatingen onmogelijk of bezwaarlijk zou zijn, is niet door Olimp gesteld en evenmin gebleken. Boete uit vaststellingsovereenkomst wordt gematigd tot € 15.0000,-: de gevorderde boete - die op de van de mondelinge behandeling al was opgelopen tot ruim € 150.000,- moet worden gematigd omdat de billijkheid dat klaarblijkelijk eist.