2024 - 1e halfjaar

Print this page

IEPT20240409, Hof Den Haag, Monshoe v Puma
Hof: Gemeenschappelijke karakteristieken uit PUMA familie beeldmerken formstrip zijn afwezig bij het teken Monshoe. Puma vordert verbod op grond van merkinbreuk. Monshoe vordert de vervallenverklaring vanwege non-usus gevorderd. Bij de rechtbank (IEPT20220302) is vervallenverklaring afgewezen, en het hof volgt. Echter de op merkinbreuk gebaseerde vorderingen wijst het hof - anders dan de rechtbank grotendeels - wel af. De mate van overeenstemming tussen de beeldmerken en het gebruikte teken is te gering om te kunnen concluderen dat het relevante publiek verband zal leggen, geen verwarringsgevaar. Zelfs niet met de familie van verwante beeldmerken met dezelfde uitwaaierende basisvorm van de formstrip.


IEPT20240325, Rb Den Haag, DNACC v opslagbakkie

Geen inbreuk merken ‘bakkie’: merken zijn nietig omdat zij onderscheidend vermogen missen en geen sprake van inburgering van de merken. Geen handelsnaaminbreuk op ‘bakkie’-handelsnamen door gebruik teken Opslagbakkie door gedaagde: handelsnaam Opslagbakkie van Gedaagde voldoende afstand van de ‘bakkie’-handelsnamen.

 

IEPT20240312, Hof Den Haag, Puma v Brooks Sports

Geen sprake van merkinbreuk door Brooks, beroep op art. 14 lid 1 sub b UMVo slaagt: Brooks gebruikt de term ‘nitro’ uitsluitend ter aanduiding van een kenmerk van de zolen van hardloopschoenen. Beschrijvend gebruik door Brooks is in overeenstemming met eerlijke gebruiken van nijverheid en handel. Hof bekrachtigt vonnis van voorzieningenrechter: IEPT20221019, Rb Den Haag, Puma v Brooks

 

IEPT20240227, Hof Den Haag, Izipizi v Looplabb

Geen sprake van merkinbreuk op brilverpakkingen Izipizi op grond van sub c: het voor het middensegment relevante publiek heeft een gemiddeld aandachtsniveau. Verpakkingsmerk Izipizi geen bekend merk. Tevens geen sprake van merkinbreuk op grond van sub b, bestreden vonnis vernietigd: sprake van een zekere mate van overeenstemming tussen de tekens. Geen sprake van reëel verwarringsgevaar bij zowel de witte als de gekleurde verpakkingen van Looplabb. Geen inbreuk op auteursrechten: verpakking is geen auteursrechtelijk beschermd werk, nu de aan de (combinatie van) elementen ten grondslag liggende keuzes niet creatief zijn, dan wel de gekozen vorm banaal of triviaal is. Tevens geen overeenstemmende totaalindrukken. Geen onrechtmatige slaafse nabootsing: geen verwarringsgevaar.

 


IEPT20240126, Rb Midden-Nederland, Perfect Cover

Etiket Perfect Cover aan de buitenkant en niet onder het verpakkingsplastic. Eiseres produceert en levert afdekmaterialen onder beeldmerk met woordelementen Perfect Cover. Gedaagde verhandelt met toestemming zijn goederen, maar verkoopt ook andermans producten onder de Perfect Cover etiketten. Aangetoond via verkoopaantallen en omdat proefaankoop via een Ghost-account liet zien dat etiket aan buitenzijde is bevestigd en niet onder de plastic verpakking. Staking bevolen ex 2.20 lid 1 sub a BVIE.

 

IEPT20240125, HvJEU, Audi v GQ
De merkhouder kan een derde verbieden om bij reserveonderdelen voor auto’s (afdekkingen voor radiateurs/grilles) gebruik te maken van een teken dat identiek is aan een Uniemerk, indien dit teken een element vormt voor de bevestiging van een auto-accessoire en het vanuit technisch oogpunt mogelijk is om op het betreffende reserveonderdeel een origineel embleem dat een Uniemerk weerspiegelt aan te brengen zonder dat daarop een teken wordt gereproduceerd dat identiek is aan het betreffende Uniemerk of door zijn gelijkenis daarmee verwarring wekt; of het vanuit technisch oogpunt niet mogelijk is om op het betreffende reserveonderdeel een origineel embleem dat een Uniemerk reproduceert aan te brengen.

 

IEPT20240118, HvJ EU, HP v Senetic
De bewijslast inzake de uitputting van het aan een Uniemerk verbonden recht rust niet uitsluitend op de verwerende partij in de inbreukprocedure wanneer de van dat merk voorziene waren – waarop geen etiketten zijn aangebracht aan de hand waarvan derden de doelmarkt kunnen identificeren en die worden gedistribueerd via een selectief distributienetwerk waarbij de leden deze waren alleen aan andere leden van dat netwerk of aan eindgebruikers kunnen doorverkopen – door die verwerende partij in de EU of in de EER zijn gekocht nadat de verkopers hebben verzekerd dat die waren daar rechtmatig in de handel konden worden gebracht, en de merkhouder weigert deze controle zelf te verrichten op verzoek van de koper.

 

IEPT20240117, Rb Amsterdam, Student Verhuis Service v Studenten Verhuizers Amsterdam

Studenten Verhuizers Amsterdam maakt met oranje logo inbreuk op merkrechten Student Verhuis Service (art. 2.20 lid 2 sub b BVIE): niet de woordelementen, maar de beeldelementen geven de merken van SVS onderscheidend vermogen. Oranje logo Studenten Verhuizers Amsterdam levert eenzelfde totaalindruk op als beeldmerk SVS, verwarringsgevaar valt te duchten. Geen verwarringsgevaar ten aanzien van blauw logo en logo Studenten Verhuisliften. Gebruik van handelsnamen “Studenten Verhuizers Amsterdam” en “Studenten Verhuisliften” maakt inbreuk op handelsnaamrechten SVS: namen zijn niet gebruikt om eigen dienst te beschrijven, maar om aan te haken bij bekendheid en reputatie van SVS. Reëel risico van verwarringsgevaar. Beroep op nietigverklaring ex art. 2.2bis lid 1 sub b BVIE slaagt niet: combinatie van verschillende elementen – woorden, illustratie van de studentenbaret en oranje kleur – maken dat merken voldoende onderscheidend vermogen hebben.

 

IEPT20240116, Hof Den Haag, OFM v Bestseller

Beroep van OFM op rechtsverwerking slaagt niet: OFM mocht er niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat Bestseller niet zou optreden tegen gebruik tekens. OFM niet tekort geschoten in nakoming van overeenkomst met Bestseller: in de overeenkomst geen algemeen verbod tot gebruik van het teken Only for Men opgenomen. Geen sprake van merkgebruik door OFM: tekens vervullen niet de herkomstfunctie van een merk. Geen sprake van merkinbreuk op grond van sub b: duidelijke en vaste betekenis ‘Only for Men’ neutraliseert de fonetische en visuele gelijkenis tussen het merk en het teken. Geen reëel verwarringsgevaar bij het normaal oplettende publiek. Geen sprake van merkinbreuk op grond van sub c: geen feiten of omstandigheden gesteld waaruit kan worden afgeleid dat het de intentie van OFM is geweest om in het kielzog van het merk ONLY te varen.

 

IEPT20240111, HvJEU, Inditex v Buongiorno
Het is aan de nationale rechter om te bepalen of Buongiorno met haar gelanceerde reclamecampagne voor een abonnement op een van haar diensten waardoor kon worden deelgenomen aan een loterij met een „ZARA-cadeaubon” als een van de prijzen en waarbij de abonnee het teken „ZARA” zag verschijnen gebruikmaakt van het merk ZARA. Artikel 6, lid 1, onder c) [Merkenrichtlijn] moet aldus worden uitgelegd dat het enkel ziet op het gebruik van het merk in het economische verkeer door een derde om overeenkomstig de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel waren of diensten te identificeren of ernaar te verwijzen als die van de houder van dat merk wanneer een dergelijk gebruik van het merk nodig is om de bestemming van een door deze derde op de markt gebrachte waar of van een door hem aangeboden dienst aan te geven.

 

IEPT20240110, Rb Rotterdam, Car Care v Brozo

Brozo op grond van overeenkomst verplicht in Taiwan en China geregistreerd merk over te dragen aan Car Care: dat Brozo benadrukt dat sprake was van een ‘package deal’ die meebrengt dat nakoming van gemaakte afspraken niet los van elkaar kan worden gezien, doet niet af aan bestaan overdrachtsverplichting. Car Care heeft stellingen maar net aan voldoende onderbouwd.