2024 - 1e halfjaar

Print this page

IEPT20240620, Rb Den Haag, Polmos v Global Beverage 

Vorderingen Polomos, voorzover deze gebaseerd zijn op merkinbreuk op de  voet van artikel 9 lid 1 jo. lid 2 sub a en lid 3, komen niet voor toewijzing in aanmerking: De vermeende inbreukmakende goederen hebben een T1-satus. Ze zijn dus niet-Uniegoederen en er is met opslag van deze goederen dus geen sprake van gebruik van enog teken in het economische verkeer. Vorderingen Polmos op voet van artikel 9 lid 4 (voorkomen van doorvoer goederen naar een ander (derde) land) wel toewijsbaar: Goederen Global Beverage zijn namaakproducten en Geen sprake van uitputting. Geen Auteursrechtinbreuk: Goederen zijn niet ingevoerd in de Europese Unie en niet openbaargemaakt.

 

IEPT20240528, Rb Den Haag, LEGO v HA Bricks

Geen uitputting voor LEGO-bouwstenen bedrukken of voorzien van metalen kogellagers. Gegronde redenen voor Uniemerkhouder Lego om zich te verzetten tegen beroep op uitputting en verdere verhandeling door HA Bricks; Aanpassen bouwstenen en minifiguren is wijziging van de toestand van de waar als bedoeld in artikel 15 lid 2 UMVo; Geen toestemming gegeven om de waar in die verschijningsvorm in de handel te brengen. Afbreuk aan de kwaliteitsgarantiefunctie van de LEGO-merken; Aangebrachte wijzigingen niet slechts van ondergeschikte betekenis; Aantasting kwaliteitseisen en productveiligheid. Bedrukken van LEGO-bouwstenen kan leiden tot aantasting van de herkomstfunctie: Bedrukking kan ten onrechte de indruk van een economische band tussen LEGO en derde doen ontstaan. HA Bricks wordt bevolen om merkinbreuk te staken en dient opgave en een recall te doen bij professionele afnemers. 

 

IEPT20240524, Rb Den Haag, Philips v Hunan Beyond Medical Technology

Verstekverlening tegen in China gevestigde gedaagde. Inbreuk op Uniemerk IntelliVue met het teken IntelliView voor patiëntenmonitors. Toepassing van Haags Betekeningsverdrag. Toch nog verstekverlening tegen in China gevestigde gedaagde nu blijk is gegeven dat ze kennis heeft van de oproep en (zelfs) inhoud van de dagvaarding. 
 

IEPT20240521, Hof Arnhem-Leeuwarden, Cito v Smartie

Smartie maakt met tekens CitoMateriaal inbreuk op woordmerk CITO (sub b): hoge mate van overeenstemming tussen teken en merk en soortgelijkheid van waren en diensten. Sprake van verwarringsgevaar. Smartie komt geen beroep op refererend merkgebruik (art. 2.23 lid 1 sub c BVIE) toe: geen sprake van eerlijk gebruik door suggestie commerciële band. Handelsnamen CitoMateriaal maken inbreuk op handelsnaam Cito: sprake van verwarringsgevaar. Cito-boekjes ‘als geheel’ niet auteursrechtelijk beschermd: hof beschikt niet over volledige boekjes van Cito. Concrete opgaven van Cito wel auteursrechtelijk beschermd: sprake van creatieve keuzes. Structuur, opbouw, verdeling van tekst, rangschikking alinea’s, volgorde vragen, interpunctie en lay-out niet auteursrechtelijk beschermd. Cito is auteursrechthebbende t.a.v. de opgaven: makerschap rust bij Cito op grond van art. 8 Aw. Sprake van auteursrechtinbreuk wanneer tekst van de opgaves hetzelfde is of minimaal afwijkt van Cito-opgaves: geen inbreuk als enkel structuur overeenstemt. Geclausuleerde toewijzing auteursrechtinbreuk.

 

IEPT20240515, Rb Den Haag, Coty v Prestige

Geen Uniemerkinbreuk in de zin van artikel 9 lid 2 aanhef sub a UMVo; Handel in parfumflessen op T1-status niet in de EU in de handel gebracht; De verkoop aan een in de EU gevestigde partij impliceert niet noodzakelijkerwijs dat de goederen in de EU in de handel worden gebracht (Class-criterium). Prestige maakt met het aanbieden van demonstatiemodellen inbreuk op de Coty-merken in de zin van artikel 9 lid 2 aanhef sub a, in samenhang met artikel 15 lid 1 UMVo. Versturen van aanbiedingenlijst zonder voorbehouden kwalificeert als inbreukmakend gebruik. Staking inbreuk en opgaveplicht onder last van dwangsommen.

 

IEPT20240514, Hof Den Haag, Off-White

Sprake van merkinbreuk jegens Off-White: [geïntimeerde] heeft tijdens mondelinge behandeling verklaard dat hij door het meenemen van kledingstukken uit Turkije merkinbreuk heeft gepleegd.

 

IEPT20240506, Rb Den Haag, Greenv v Growa

Geen schending bedrijfsgeheim als bedoeld in artikel 1 Wbb: Niet aannemelijk gemaakt dat datasheet met technische informatie en specificaties van een elektrode geheim is en handelswaarde bezit. Inbreuk op de merkrechten van GREENV in de zin van artikel 9 lid 2 sub b UMVo: Grote mate van overeenstemming tussen merk en teken alsmede grote mate van soortgelijkheid van de waren en diensten maakt dat er sprake is van verwarringsgevaar. Inbreukverbod. Compensatie van de kosten.

 

IEPT20240424, Rb Den Haag, Hizlipara v Morpara

Morpara maakt met handelsnaam ‘PayPorter’ geen inbreuk op merk Hizlipara: handelsnaam en Uniemerk stemmen overeen. Morpara had ten tijde van aanvraag Uniemerk ouder recht van slechts plaatselijke betekenis (art. 138 lid 3 UMVo). Geen nietigheid Uniemerk Hizlipara, nietigheidsvorderingen in reconventie afgewezen: Morpara beschikt niet over ouder recht van méér dan plaatselijke betekenis. Geen sprake van merkdepot ter kwader trouw door Hizlipara. Schadevergoeding Morpara toegewezen: ten aanzien van kosten gemaakt i.v.m. onrechtmatige executie kortgedingvonnis (IEPT20220210).

 

IEPT20240409, Hof Den Haag Monshoe v Puma
Hof: Gemeenschappelijke karakteristieken uit PUMA familie beeldmerken formstrip zijn afwezig bij het teken Monshoe. Het principaal hoger beroep tegen vonnis rechtbank (IEPT20220302) slaagt gedeeltelijk en het incidenteel hoger beroep faalt. Vordering Monshoe tot vervallenverklaring ook door het Hof afgewezen: Normaal gebruik genoegzaam toegelicht. Vordering Puma tot verbod op grond van merkinbreuk wijst het Hof i.t.t. de rechtbank af; De mate van overeenstemming tussen de beeldmerken en het gebruikte teken is te gering om te kunnen concluderen dat het relevante publiek verband zal leggen, geen verwarringsgevaar; Zelfs niet met de familie van verwante beeldmerken met dezelfde uitwaaierende basisvorm van de formstrip.

 

IEPT20240405, Rb Den Haag, Meat Chips

Geen overname handelsnaam Meat & Chips; Het feit dat gedaagde (een deel van) de inventaris (frituur, bakplaat en koeling) van de eiser heeft verkregen brengt nog niet mee dat de handelsnaam is overgenomen; Aannemelijk dat de VOF een franchiseconcept uit probeert te rollen en dus niet de handelsnaam had opgegeven. Voldoende aannemelijk dat de VOF over de oudste rechten op de handelsnaam beschikt: Verwarringwekkend gebruik niet bestreden en verbod op gebruik handelsnaam toewijsbaar. Beeldmerkinbreuk toegewezen: Beeldmerk en gebruikte logo stemmen voldoende overeen om verwarringsgevaar te kunnen aannemen. 


IEPT20240325, Rb Den Haag, DNACC v opslagbakkie

Geen inbreuk merken ‘bakkie’: merken zijn nietig omdat zij onderscheidend vermogen missen en geen sprake van inburgering van de merken. Geen handelsnaaminbreuk op ‘bakkie’-handelsnamen door gebruik teken Opslagbakkie door gedaagde: handelsnaam Opslagbakkie van Gedaagde voldoende afstand van de ‘bakkie’-handelsnamen.

 

IEPT20240312, Hof Den Haag, Puma v Brooks Sports

Geen sprake van merkinbreuk door Brooks, beroep op art. 14 lid 1 sub b UMVo slaagt: Brooks gebruikt de term ‘nitro’ uitsluitend ter aanduiding van een kenmerk van de zolen van hardloopschoenen. Beschrijvend gebruik door Brooks is in overeenstemming met eerlijke gebruiken van nijverheid en handel. Hof bekrachtigt vonnis van voorzieningenrechter: IEPT20221019, Rb Den Haag, Puma v Brooks

 

IEPT20240227, Hof Den Haag, Izipizi v Looplabb

Geen sprake van merkinbreuk op brilverpakkingen Izipizi op grond van sub c: het voor het middensegment relevante publiek heeft een gemiddeld aandachtsniveau. Verpakkingsmerk Izipizi geen bekend merk. Tevens geen sprake van merkinbreuk op grond van sub b, bestreden vonnis vernietigd: sprake van een zekere mate van overeenstemming tussen de tekens. Geen sprake van reëel verwarringsgevaar bij zowel de witte als de gekleurde verpakkingen van Looplabb. Geen inbreuk op auteursrechten: verpakking is geen auteursrechtelijk beschermd werk, nu de aan de (combinatie van) elementen ten grondslag liggende keuzes niet creatief zijn, dan wel de gekozen vorm banaal of triviaal is. Tevens geen overeenstemmende totaalindrukken. Geen onrechtmatige slaafse nabootsing: geen verwarringsgevaar.


 IEPT20240126, Rb Midden-Nederland, Perfect Cover

Etiket Perfect Cover aan de buitenkant en niet onder het verpakkingsplastic. Sprake van merkinbreuk (sub a): gedaagde heeft producten verkocht onder het merk Perfect Cover die niet van eiseres afkomstig zijn. Merk wordt gebruikt voor vergelijkbare waren als waarvoor Perfect Cover-merk is ingeschreven. Opgavebevel toegewezen. Geen sprake van auteursrechtinbreuk: onvoldoende onderbouwd dat Etiket auteursrechtelijke bescherming toekomt.

 

IEPT20240125, HvJEU, Audi v GQ
De merkhouder kan een derde verbieden om bij reserveonderdelen voor auto’s (afdekkingen voor radiateurs/grilles) gebruik te maken van een teken dat identiek is aan een Uniemerk, indien dit teken een element vormt voor de bevestiging van een auto-accessoire en het vanuit technisch oogpunt mogelijk is om op het betreffende reserveonderdeel een origineel embleem dat een Uniemerk weerspiegelt aan te brengen zonder dat daarop een teken wordt gereproduceerd dat identiek is aan het betreffende Uniemerk of door zijn gelijkenis daarmee verwarring wekt; of het vanuit technisch oogpunt niet mogelijk is om op het betreffende reserveonderdeel een origineel embleem dat een Uniemerk reproduceert aan te brengen.

 

IEPT20240118, HvJ EU, HP v Senetic
De bewijslast inzake de uitputting van het aan een Uniemerk verbonden recht rust niet uitsluitend op de verwerende partij in de inbreukprocedure wanneer de van dat merk voorziene waren – waarop geen etiketten zijn aangebracht aan de hand waarvan derden de doelmarkt kunnen identificeren en die worden gedistribueerd via een selectief distributienetwerk waarbij de leden deze waren alleen aan andere leden van dat netwerk of aan eindgebruikers kunnen doorverkopen – door die verwerende partij in de EU of in de EER zijn gekocht nadat de verkopers hebben verzekerd dat die waren daar rechtmatig in de handel konden worden gebracht, en de merkhouder weigert deze controle zelf te verrichten op verzoek van de koper.

 

IEPT20240117, Rb Amsterdam, Student Verhuis Service v Studenten Verhuizers Amsterdam

Studenten Verhuizers Amsterdam maakt met oranje logo inbreuk op merkrechten Student Verhuis Service (art. 2.20 lid 2 sub b BVIE): niet de woordelementen, maar de beeldelementen geven de merken van SVS onderscheidend vermogen. Oranje logo Studenten Verhuizers Amsterdam levert eenzelfde totaalindruk op als beeldmerk SVS, verwarringsgevaar valt te duchten. Geen verwarringsgevaar ten aanzien van blauw logo en logo Studenten Verhuisliften. Gebruik van handelsnamen “Studenten Verhuizers Amsterdam” en “Studenten Verhuisliften” maakt inbreuk op handelsnaamrechten SVS: namen zijn niet gebruikt om eigen dienst te beschrijven, maar om aan te haken bij bekendheid en reputatie van SVS. Reëel risico van verwarringsgevaar. Beroep op nietigverklaring ex art. 2.2bis lid 1 sub b BVIE slaagt niet: combinatie van verschillende elementen – woorden, illustratie van de studentenbaret en oranje kleur – maken dat merken voldoende onderscheidend vermogen hebben.

 

IEPT20240116, Hof Den Haag, OFM v Bestseller

Beroep van OFM op rechtsverwerking slaagt niet: OFM mocht er niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat Bestseller niet zou optreden tegen gebruik tekens. OFM niet tekort geschoten in nakoming van overeenkomst met Bestseller: in de overeenkomst geen algemeen verbod tot gebruik van het teken Only for Men opgenomen. Geen sprake van merkgebruik door OFM: tekens vervullen niet de herkomstfunctie van een merk. Geen sprake van merkinbreuk op grond van sub b: duidelijke en vaste betekenis ‘Only for Men’ neutraliseert de fonetische en visuele gelijkenis tussen het merk en het teken. Geen reëel verwarringsgevaar bij het normaal oplettende publiek. Geen sprake van merkinbreuk op grond van sub c: geen feiten of omstandigheden gesteld waaruit kan worden afgeleid dat het de intentie van OFM is geweest om in het kielzog van het merk ONLY te varen.

 

IEPT20240111, HvJEU, Inditex v Buongiorno
Het is aan de nationale rechter om te bepalen of Buongiorno met haar gelanceerde reclamecampagne voor een abonnement op een van haar diensten waardoor kon worden deelgenomen aan een loterij met een „ZARA-cadeaubon” als een van de prijzen en waarbij de abonnee het teken „ZARA” zag verschijnen gebruikmaakt van het merk ZARA. Artikel 6, lid 1, onder c) [Merkenrichtlijn] moet aldus worden uitgelegd dat het enkel ziet op het gebruik van het merk in het economische verkeer door een derde om overeenkomstig de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel waren of diensten te identificeren of ernaar te verwijzen als die van de houder van dat merk wanneer een dergelijk gebruik van het merk nodig is om de bestemming van een door deze derde op de markt gebrachte waar of van een door hem aangeboden dienst aan te geven.

 

IEPT20240110, Rb Rotterdam, Car Care v Brozo

Brozo op grond van overeenkomst verplicht in Taiwan en China geregistreerd merk over te dragen aan Car Care: dat Brozo benadrukt dat sprake was van een ‘package deal’ die meebrengt dat nakoming van gemaakte afspraken niet los van elkaar kan worden gezien, doet niet af aan bestaan overdrachtsverplichting. Car Care heeft stellingen maar net aan voldoende onderbouwd.