Artikel 134

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Natuurlijke personen of rechtspersonen kunnen in de door dit Verdrag vastgestelde procedures slechts worden vertegenwoordigd door erkende gemachtigden, die ingeschreven staan op een daartoe door het Europees Octrooibureau bij te houden lijst.

 

2. Iedere natuurlijke persoon die

a) onderdaan is van een Verdragsluitende Staat,

b) zijn kantoor of plaats van tewerkstelling heeft in een Verdragsluitende Staat, en

c) met goed gevolg het Europese bekwaamheidsexamen heeft afgelegd kan worden ingeschreven op de lijst van erkende gemachtigden.

 

3. Gedurende een jaar vanaf de datum waarop de toetreding door een Staat tot dit Verdrag van kracht wordt, kan ook iedere natuurlijke persoon om inschrijving in de lijst verzoeken die

a) onderdaan is van een Verdragsluitende Staat,

b) zijn kantoor of plaats van tewerkstelling heeft in de Staat die is toegetreden tot het Verdrag, en

c) bevoegd is natuurlijke personen of rechtspersonen te vertegenwoordigen in octrooizaken voor de centrale dienst voor de industriële eigendom van die Staat. Wanneer deze bevoegdheid niet afhankelijk is van het vereiste van specifieke professionele kwalificaties, dient de persoon gedurende ten minste vijf jaar regelmatig als zodanig te zijn opgetreden in die Staat.

 

4. De inschrijving geschiedt op verzoek en gaat vergezeld van certificaten waaruit blijkt dat aan de in het tweede of derde lid vastgestelde voorwaarden wordt voldaan.

 

5. Personen wier namen voorkomen op de lijst van erkende gemachtigden zijn bevoegd op te treden in alle door dit Verdrag vastgestelde procedures.

 

6. Om op te treden als erkend gemachtigde, is een ieder die staat ingeschreven op de lijst van erkende gemachtigden, bevoegd kantoor te houden in elke Verdragsluitende Staat waar door dit Verdrag vastgestelde procedures plaatsvinden, rekening houdend met het aan dit Verdrag als bijlage toegevoegde Protocol inzake de centralisatie. De autoriteiten van deze Staat kunnen deze bevoegdheid slechts intrekken in individuele gevallen en op grond van nationale regelgeving voor de bescherming van de openbare orde en veiligheid. Alvorens een dergelijke maatregel wordt genomen, dient de President van het Europees Octrooibureau te worden geraadpleegd.

 

7. De President van het Europees Octrooibureau kan vrijstelling verlenen:

a) van het vereiste van het tweede lid, onderdeel a, of het derde lid, onderdeel a, in bijzondere omstandigheden;

b) van het vereiste van het derde lid, onderdeel c, tweede volzin, indien de aanvrager aantoont dat hij de vereiste kwalificatie op andere wijze heeft verworven.

 

8. In de door dit Verdrag vastgestelde procedures kan de vertegenwoordiging ook geschieden, op dezelfde wijze als door een erkend gemachtigde, door iedere advocaat die bevoegd is in een Verdragsluitende Staat op te treden en aldaar kantoor houdt, voor zover hij in die Staat bevoegd is op te treden als erkend gemachtigde op het gebied van octrooien. Het zesde lid is van overeenkomstige toepassing.