Artikel 2

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Oppositie kan worden ingesteld op grond van een of meer oudere merken of andere rechten in de zin van artikel 8 van Verordening (EU) 2017/1001, mits de houders die uit hoofde van artikel 46 van Verordening (EU) 2017/1001 de oppositie instellen of de anderszins uit hoofde van dat artikel daartoe gemachtigde of gerechtigde personen gerechtigd zijn zulks voor alle oudere merken of rechten te doen. Indien een ouder merk meer dan één houder kent (medehouderschap) of een ouder recht door meer dan één persoon kan worden uitgeoefend, kan een oppositie krachtens artikel 46 van Verordening (EU) 2017/1001 door een of meer of alle houders of daartoe gemachtigde of anderszins gerechtigde personen worden ingesteld.

 

2. Het oppositiebezwaarschrift omvat:

a) het dossiernummer van de aanvraag waartegen de oppositie wordt ingesteld, en de naam van de aanvrager van het Uniemerk;

b) een duidelijke omschrijving van het oudere merk of recht waarop de oppositie berust, te weten:

i) indien de oppositie berust op een ouder merk in de zin van artikel 8, lid 2, onder a) of b), van Verordening (EU) 2017/1001, het dossier- of inschrijvingsnummer van het oudere merk, een vermelding of het oudere merk is ingeschreven, dan wel of het een aanvraag om inschrijving van dat merk betreft, alsmede een opgave van de lidstaten, met inbegrip, in voorkomend geval, van de Benelux, waar of waarvoor het oudere merk bescherming geniet, of, in voorkomend geval, de vermelding dat het een Uniemerk betreft;
ii) indien de oppositie berust op een algemeen bekend merk in de zin van artikel 8, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/1001, een vermelding van de lidsta(a)t(en) waar het merk algemene bekendheid geniet en een weergave van het merk;
iii) indien de oppositie berust op het ontbreken van toestemming van de merkhouder als bedoeld in artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1001, een vermelding van het grondgebied waarop het oudere merk wordt beschermd, de weergave van het merk en, indien van toepassing, een vermelding of het oudere merk een aanvraag of een inschrijving betreft, in welk geval het indienings- of inschrijvingsnummer moet worden verstrekt;

iv) indien de oppositie berust op een ouder merk of een ander teken in de zin van artikel 8, lid 4, van Verordening (EU) 2017/1001, een opgave van de soort of aard ervan, een weergave van het oudere merk of teken, een vermelding of dit oudere recht of teken bestaat in de gehele Unie dan wel in een of meer lidstaten en, indien dit het geval is, een opgave van die lidstaten;
v) indien de oppositie berust op een oudere oorsprongsbenaming of geografische aanduiding in de zin van artikel 8, lid 6, van Verordening (EU) 2017/1001, een opgave van de aard ervan, een weergave van de oudere oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, en een vermelding of deze beschermd is in de gehele Unie dan wel in een of meer lidstaten en, indien dit het geval is, een opgave van die lidstaten;

c) de gronden waarop de oppositie berust, door middel van een daartoe strekkende verklaring dat aan de vereisten van artikel 8, leden 1, 3, 4, 5 of 6, van Verordening (EU) 2017/1001 is voldaan, voor elk van de door de opposant ingeroepen oudere merken of rechten;

d) in het geval van een oudere merkaanvraag of inschrijving, de datum van indiening en, indien beschikbaar, de datum van inschrijving en de datum van voorrang van het oudere merk;

e) in het geval van oudere rechten uit hoofde van artikel 8, lid 6, van Verordening (EU) 2017/1001, de datum van de aanvraag tot inschrijving of, indien die niet beschikbaar is, de datum van ingang van de bescherming;
f) ingeval het een oudere merkaanvraag of inschrijving betreft, een weergave van het oudere merk zoals ingeschreven of aangevraagd; indien het een ouder merk in kleur betreft, moet de weergave in kleur zijn;

g) een opgave van de waren of diensten waarop elk van de gronden van de oppositie is gebaseerd;

h) met betrekking tot de opposant:

i) de gegevens van de opposant, overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/626 (10);
ii) indien de opposant een vertegenwoordiger heeft aangewezen, of indien vertegenwoordiging verplicht is op grond van artikel 119, lid 2, van Verordening (EU) 2017/1001, de naam en het kantooradres van de vertegenwoordiger overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder e), van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/626;
iii) indien de oppositie wordt ingesteld door een licentienemer of een persoon die op grond van de toepasselijke Uniewetgeving of het toepasselijke nationale recht een ouder recht kan doen gelden, een verklaring in die zin en gegevens omtrent de machtiging of het gerechtigd zijn tot het instellen van de oppositie;

i) een opgave van de waren of diensten waartegen de oppositie is gericht; bij ontbreken van een dergelijke opgave wordt de oppositie geacht gericht te zijn tegen alle waren of diensten van de aanvraag voor het Uniemerk waartegen oppositie wordt ingesteld.

 

3. Indien de oppositie berust op meer dan één ouder merk of ouder recht, is lid 2 op elk van deze merken, tekens, oorsprongsbenamingen of geografische aanduidingen van toepassing.

 

4. Het oppositiebezwaarschrift kan tevens een met redenen omklede uiteenzetting van de gronden, de feiten en argumenten waarop de oppositie berust, en bewijsstukken tot staving van de oppositie bevatten.

 

---

(10)  Uitvoeringsverordening (EU) 2018/626 van de Commissie van 5 maart 2018 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Uniemerk en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1431 (PB L 104 van 24.4.2018, blz. 37).