Artikel 23

Print this page

  weegschaal.png

 

1. De kamer van beroep verklaart een beroep niet-ontvankelijk in elk van de volgende gevallen:
a) wanneer het beroepschrift niet binnen twee maanden na de datum van kennisgeving van de bestreden beslissing is ingediend;
b) indien het beroep niet in overeenstemming is met de artikelen 66 en 67 van Verordening (EU) 2017/1001, of met artikel 21, lid 1, onder d), en artikel 21, leden 2 en 3, van deze verordening, tenzij deze gebreken binnen vier maanden na de datum van kennisgeving van de bestreden beslissing zijn verholpen;
c) indien het beroepschrift niet voldoet aan de eisen van artikel 21, lid 1, onder a), b), c) en e), en de appellant deze tekortkomingen, hoewel hij daarvan door de kamer van beroep in kennis is gesteld, niet binnen de door die kamer daartoe gestelde termijn heeft verholpen;
d) indien de uiteenzetting van de gronden niet binnen vier maanden na de datum van kennisgeving van de bestreden beslissing is ingediend;
e) indien de uiteenzetting van de gronden niet voldoet aan de eisen van artikel 22, lid 1, onder a) en b), en de appellant deze tekortkomingen, hoewel hij daarvan door de kamer van beroep in kennis is gesteld, niet binnen de door die kamer daartoe gestelde termijn heeft verholpen of binnen een maand na de datum van indiening van de oorspronkelijke uiteenzetting geen vertaling van de uiteenzetting van de gronden heeft ingediend overeenkomstig artikel 22, lid 2.


2. Wanneer het beroep niet-ontvankelijk lijkt te zijn, kan de voorzitter van de kamer van beroep waaraan de zaak is toegewezen op grond van artikel 35, lid 1, de kamer van beroep verzoeken onverwijld over de ontvankelijkheid van het beroep te beslissen, voordat kennisgeving aan de verweerder wordt gedaan van het beroepschrift of van de uiteenzetting van de gronden, naargelang van het geval.


3. De kamer van beroep verklaart dat een beroep niet wordt geacht te zijn ingesteld, indien de beroepstaks is betaald na het verstrijken van de termijn die is vastgesteld in artikel 68, lid 1, eerste volzin, van Verordening (EU) 2017/1001. In dat geval is lid 2 van dit artikel van toepassing.