Artikel 124

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Het Bureau wordt door een voorzitter geleid.

 

2. Daartoe heeft de voorzitter met name de volgende taken en bevoegdheden:

a) hij neemt alle nodige maatregelen, zoals het vaststellen van interne administratieve instructies en bekendmaken van mededelingen, om de goede werking van het Bureau te waarborgen;

b) hij kan de Commissie voorstellen doen tot wijziging van deze verordening, de uitvoeringsverordening en het reglement voor de procesvoering van de kamers van beroep, het reglement inzake de taksen alsmede van alle andere voorschriften inzake het Gemeenschapsmerk, na de raad van bestuur en, wat betreft het reglement inzake de taksen en de begrotingsbepalingen van deze verordening, het Begrotingscomité gehoord te hebben;

c) hij stelt de raming van ontvangsten en uitgaven van het Bureau op en voert de begroting uit;

d) hij dient jaarlijks bij de Commissie, het Europees Parlement en de raad van bestuur een verslag over de werkzaamheden in;

e) hij oefent jegens het personeel de in artikel 116, lid 2, genoemde bevoegdheden uit;

f) hij kan zijn taken en bevoegdheden delegeren.

 

3. De voorzitter wordt bijgestaan door één of meer ondervoorzitters. Bij afwezigheid of verhindering van de voorzitter wordt hij vervangen door de ondervoorzitter of een van de ondervoorzitters volgens de door de raad van bestuur vastgestelde procedure.