Artikel 57

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Bij het onderzoek van de vordering tot vervallenverklaring of nietigverklaring verzoekt het Bureau zo dikwijls als nodig de partijen binnen een door het Bureau te stellen termijn te antwoorden op mededelingen van de andere partijen of van het Bureau zelf.

2. Op verzoek van de houder van het Gemeenschapsmerk levert de houder van een ouder Gemeenschapsmerk die partij is in de nietigheidsprocedure, het bewijs dat in de vijf jaren die voorafgaan aan de datum van de vordering tot nietigverklaring, het oudere Gemeenschapsmerk in de Gemeenschap normaal is gebruikt voor de waren of diensten waarvoor het ingeschreven is en die hij tot staving van zijn vordering aanvoert, of dat er geldige redenen zijn voor het niet gebruiken, voor zover het oudere Gemeenschapsmerk op die datum sinds ten minste vijf jaar ingeschreven was. Bovendien moet de houder van het oudere Gemeenschapsmerk, indien het oudere Gemeenschapsmerk op de datum van publicatie van de aanvrage om het Gemeenschapsmerk sinds ten minste vijf jaar ingeschreven was, eveneens het bewijs leveren dat op die datum aan de in artikel 42, lid 2, gestelde voorwaarden voldaan was. Kan dat bewijs niet worden geleverd, dan wordt de vordering tot nietigverklaring afgewezen. Wordt het oudere Gemeenschapsmerk slechts gebruikt voor een deel van de waren of diensten waarvoor het ingeschreven is, dan wordt het voor het onderzoek van de vordering tot nietigverklaring geacht alleen voor dat deel van de waren of diensten ingeschreven te zijn.

3. Lid 2 is van toepassing op de in artikel 8, lid 2, onder a), bedoelde oudere nationale merken, met dien verstande dat het gebruik in de Gemeenschap wordt vervangen door het gebruik in de lidstaat waar het oudere nationale merk beschermd wordt.

4. Het Bureau kan de partijen verzoeken tot een minnelijke schikking te komen.

5. Indien uit het onderzoek van de vordering tot vervallenverklaring of nietigverklaring blijkt, dat het merk niet ingeschreven had moeten worden voor alle of een deel van de waren of diensten waarvoor het ingeschreven is, worden met betrekking tot die waren of diensten de rechten van de houder van het Gemeenschapsmerk vervallen verklaard of wordt het merk nietig verklaard. Zo niet, dan wordt de vordering tot vervallenverklaring of nietigverklaring afgewezen.

6. Een vermelding van de beslissing van het Bureau betreffende de vordering tot vervallenverklaring of nietigverklaring wordt in het register opgenomen wanneer zij onherroepelijk is geworden.