Artikel 5

Print this page

  

 

1. De in artikel 2 bedoelde exclusieve rechten omvatten het recht om de volgende handelingen toe te staan of te verbieden:

a) de reproduktie van een topografie voor zover deze krachtens artikel 2, lid 2, wordt beschermd;

b) de commerciële exploitatie dan wel de invoer voor zodanige exploitatie van een topografie of van een door gebruikmaking van die topografie voortgebracht halfgeleiderprodukt.

 

2. Onverminderd lid 1 kan een Lid-Staat de reproduktie van een topografie in de privésfeer voor niet-commerciële doeleinden toestaan.

 

3. De in lid 1, onder a), bedoelde exclusieve rechten gelden niet voor reprodukties uitsluitend voor de analyse, de evaluatie of het onderwijzen van de concepten, processen, systemen of technieken die in de topografie belichaamd zijn of van de topografie zelf.

 

4. De in lid 1 bedoelde exclusieve rechten gelden niet voor een topografie die aan de voorwaarden van artikel 2, lid 2, voldoet en die ontworpen is op basis van een analyse en evaluatie van een andere topografie als bedoeld in lid 3.

 

5. Het exclusieve recht om de in lid 1, onder b), genoemde handelingen toe te staan of te verbieden geldt niet wanneer deze handelingen worden verricht nadat de topografie of het halfgeleiderprodukt in een Lid-Staat in het verkeer is gebracht door of met toestemming van de persoon die gerechtigd is toestemming te verlenen om deze topografie of dit halfgeleiderprodukt in de handel te brengen.

 

6. Indien een persoon bij het verwerven van een halfgeleiderprodukt niet weet of niet redelijkerwijs kan vermoeden dat het produkt beschermd is krachtens een door een Lid-Staat overeenkomstig deze richtlijn verleend exclusief recht, kan hem niet worden verboden dat produkt commercieel te exploiteren.

Voor handelingen die zijn verricht terwijl hij weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat het halfgeleiderprodukt zodanig beschermd is, dragen de Lid-Staten er zorg voor dat een rechterlijke instantie op verzoek van de rechthebbende kan beslissen dat overeenkomstig de nationale wetsbepalingen een passende vergoeding zal worden betaald.

 

7. Lid 6 is van toepassing op de rechtsopvolgers van de in de eerste zin van dit lid bedoelde persoon.