Artikel 34

Print this page

  weegschaal.png

 

1. [Staten en bepaalde intergouvernementele organisaties]
a) Elke Staat kan op de in dit artikel bepaalde wijze partij worden bij dit Verdrag.
b) Elke intergouvernementele organisatie kan op de in dit artikel bepaalde wijze partij worden bij dit Verdrag indien zij
    i) bevoegdheid heeft ter zake van de door dit Verdrag geregelde
aangelegenheden,
    ii) haar eigen wetgeving heeft inzake de verlening en bescherming van kwekersrechten die bindend is voor al haar lidstaten en
    iii) naar behoren gemachtigd is, in overeenstemming met haar interne procedures, om tot dit Verdrag toe te treden.


2. [Akten van toetreding] Elke Staat die dit Verdrag heeft ondertekend, wordt partij bij dit Verdrag door nederlegging van een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van dit Verdrag. Elke Staat die dit Verdrag niet heeft ondertekend en elke intergouvernementele organisatie worden partij bij dit Verdrag door nederlegging van een akte van toetreding tot dit Verdrag. Akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding worden nedergelegd bij de Secretaris-Generaal.


3. [Oordeel van de Raad] Elke Staat die geen lid is van de Unie en elke intergouvernementele organisatie vragen, alvorens zijn/haar akte van toetreding neder te leggen, het oordeel van de Raad aangaande de overeenstemming van zijn/haar wetgeving met de bepalingen van dit Verdrag. Indien de beslissing die het oordeel bevat positief is, kan de akte van toetreding worden nedergelegd.