Regel 2

Print this page

  weegschaal.png

 

1. [Naam]

a. Wanneer de naam van een persoon dient te worden vermeld, kan elke Verdragsluitende Partij verlangen,

i. wanneer het een natuurlijke persoon betreft, dat de geslachtsnaam of eerste naam en de voornaam c.q. voornamen of tweede naam van de betrokkene dient (dienen) te worden vermeld dan wel, indien de betrokkene daaraan de voorkeur geeft, de naam of namen die gewoonlijk door hem worden gebruikt;

ii. wanneer het een rechtspersoon betreft, dat de volledige officiële benaming van de rechtspersoon dient te worden gebruikt.

b. Wanneer de naam van een gemachtigde dient te worden vermeld en het een kantoor of vennootschap betreft, accepteert elke Verdragsluitende Partij dat de naam wordt vermeld die dit kantoor of die vennootschap gewoonlijk gebruikt.


2. [Adres]

a. Wanneer het adres van een persoon dient te worden vermeld, kan elke Verdragsluitende Partij verlangen dat het adres op de gebruikelijke wijze wordt vermeld zoals vereist voor een spoedige postbezorging op het desbetreffende adres en dat het in elk geval alle relevante administratieve eenheden omvat tot en met het nummer van het huis of gebouw, indien dit een nummer heeft.

b. Wanneer een bericht aan het bureau van een Verdragsluitende Partij afkomstig is van twee of meer personen met verschillende adressen, kan die Verdragsluitende Partij verlangen dat in dat bericht één adres als correspondentieadres wordt vermeld.

c. Het vermelde adres kan een telefoonnummer, faxnummer en een e-mailadres omvatten, alsmede, ten behoeve van de correspondentie, een adres dat afwijkt van het ingevolge onderdeel a vermelde adres.

d. De onderdelen a en c zijn van overeenkomstige toepassing op het domicilie.


3. [Andere wijzen van aanduiding] Elke Verdragsluitende Partij kan verlangen dat in een bericht aan het bureau het nummer of een eventuele andere wijze van aanduiding staat vermeld waaronder de deposant, rechthebbende, gemachtigde of andere belanghebbende bij het bureau staat ingeschreven. Geen enkele Verdragsluitende Partij mag een bericht weigeren op grond van het feit dat aan een dergelijke voorwaarde niet is voldaan, uitgezonderd in het geval van aanvragen die in elektronische vorm zijn ingediend.


4. [Te gebruiken lettertekens] Elke Verdragsluitende Partij kan verlangen dat de in het eerste tot en met derde lid bedoelde vermeldingen zijn gesteld in de door het bureau gebruikte lettertekens.