Regel 1.12

Print this page

      

 

1. De termijn bedoeld in artikel 2.11, lid 3, en 2.13, lid 2, BVIE om te antwoorden op de voorlopige weigering, bedraagt ten minste een maand; deze termijn kan ambtshalve en zal op verzoek worden verlengd, zonder dat een tijdvak van zes maanden na de datum van verzending van de eerste kennisgeving wordt overschreden.

 

2. In voorkomend geval dient een aanvrager die zich tegen de voorlopige weigering verzet binnen de in lid 1 genoemde termijn eveneens te voldoen aan de vereisten van regel 3.6 en 3.7.