Regel 1.17

Print this page

      

 

1. De proceduretaal is een van de werktalen van het Bureau. Zij wordt bij oppositie tegen een Benelux-aanvraag vastgesteld op de volgende wijze:

a. de proceduretaal is de taal van de aanvraag van verweerder;

b. in afwijking van het onder a bepaalde is de proceduretaal de taal gekozen door de opposant indien de taal van de aanvraag van verweerder het Engels is.

 

2. In geval van een oppositie tegen een internationale aanvraag wordt de proceduretaal door opposant gekozen uit de werktalen van het Bureau. Indien opposant kiest voor een van de officiële talen van het Bureau, kan verweerder binnen een termijn van een maand na de datum van de kennisgeving van ontvankelijkheid aangeven daarmee niet akkoord te gaan en kiezen voor de andere officiële taal van het Bureau. Indien opposant voor het Engels kiest, kan verweerder binnen een termijn van een maand na de datum van de kennisgeving van ontvankelijkheid aangeven daarmee niet akkoord te gaan en kiezen voor een van de officiële talen van het Bureau. Bij uitblijven van een reactie van verweerder op de taalkeuze van opposant is de proceduretaal de taal gekozen door opposant.

 

3. In afwijking van het in de leden 1 en 2 bepaalde kunnen partijen gezamenlijk kiezen voor een andere proceduretaal.

 

4. De keuze voor een proceduretaal wordt gemaakt als volgt:

a. de opposant geeft bij de akte van oppositie de werktaal van het Bureau aan die zijn voorkeur heeft als proceduretaal;

b. indien de verweerder zich kan verenigen met de taalkeuze van opposant deelt hij dit binnen een termijn van een maand na de datum van de kennisgeving van ontvankelijkheid van de oppositie mede.

 

5. Het Bureau deelt de proceduretaal mede aan partijen.

 

6. De oppositiebeslissing wordt opgesteld in de proceduretaal.