Regel 1.38

Print this page

      

 

1. Indien de procedure ingevolge artikel 2.30ter, lid 2, BVIE wordt opgeschort doet het Bureau hiervan mededeling aan partijen, onder vermelding van de grond van opschorting.

 

2. Indien de grond voor opschorting is opgeheven, wordt de procedure voortgezet. Het Bureau deelt dit mede aan partijen, vermeldt hierbij welke handelingen op het betreffende moment in de procedure dienen te worden verricht en stelt hiervoor in voorkomend geval een aanvullende termijn.

 

3. Opschorting op gezamenlijk verzoek geschiedt voor een periode van vier maanden, en kan met telkens eenzelfde periode worden verlengd. Elke partij kan gedurende een opschorting op gezamenlijk verzoek verzoeken om de opschorting op te heffen.

 

4. Opschorting op gezamenlijk verzoek is gedurende de eerste drie opeenvolgende periodes kostenloos. Voor verdere opschorting op gezamenlijk verzoek en verlenging daarvan is een taks verschuldigd. Indien deze niet wordt betaald bij het verzoek tot opschorting stelt het Bureau daarvoor een termijn van een maand. Indien niet of te laat wordt betaald, wordt de procedure overeenkomstig lid 2 voortgezet.

 

5. Opschorting van de procedure ontheft partijen niet van de verplichtingen die zij hebben ingevolge regel 1.33.